Dienst van SURF
© 2025 SURF
De stikstofdiscussie is nauwelijks weg te denken uit het nieuws en het einde ervan is nog altijd niet in zicht. De polarisatie in de discussie tekent zich vooral af tussen de agrariër en de natuurbeschermer. In deze ‘What about soil’ leggen we de focus op stikstof in de bodem en het grondwater. Wat doet stikstof in de bodem? En wat moet de grondwaterbeheerder hiermee?
LINK
Klimaatverandering en veranderend landgebruik zetten het leefklimaat en het watersysteem in de stad steeds meer onder druk (VNG, 2016). Als gevolg van het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie, moeten alle gemeenten vanaf 2020 bij herinrichting rekening houden met de klimaatveranderingen en de stad klimaatbestendig inrichten. Eén van de manieren om klimaatbestendiger te worden is er voor te zorgen dat meer regenwater in de bodem infiltreert en daarmee minder snel of niet wordt afgevoerd via het rioolstelsel. Dit beperkt problemen met wateroverlast, hitte en verdroging en zorgt tegelijkertijd voor aanvulling van grondwater. Door de opkomst van doorlatende verharding heeft de afgelopen tien jaar een groot aantal MKB ondernemingen zich toegelegd op het aanbieden van infiltrerende verhardingen. Vanwege problemen met de afname van infiltratiecapaciteit en onduidelijkheid over het beheer en onderhoud zakt de markt momenteel in. MKBs zijn bezig met innovaties van hun infiltrerende verhardingen en het beheer en onderhoud ervan. Voor deze innovaties is inzicht nodig in het huidige functioneren en in het benodigd beheer van infiltrerende verharding op lange en korte termijn om de effectiviteit van hun op lange termijn te waarborgen. Het project biedt een praktijkgerichte leeromgeving voor meerdere opleidingen van drie betrokken Hogescholen. Daardoor wordt de samenwerking tussen verschillende lectoraten geïntensiveerd door complementair kennisvragen aan elkaar te koppelen en cross-overs te creëren tussen de verschillende curricula van relevante opleidingen binnen de hogescholen. Het project heeft een onderzoeksaanpak waarbij het functioneren van infiltrerende verhardingen onder ideale omstandigheden (gebaseerd op lab data, literatuur en leveranciersdata) en praktijksituaties (full scale testen) met elkaar worden vergeleken. Dit levert inzicht op voor innovaties aan de producten en beheer en onderhoud. De nieuwe en ook recente innovaties worden onder semi ideale omstandigheden (in Proeftuin Waterstraat, Green Village van TU Delft) onderzocht.
Aanleiding Klimaatverandering betekent meer extremen: meer en heftigere neerslag, meer droogte en meer hitte. Hevige regenval leidt in de stad tot wateroverlast met schade. De droogte leidt tot dalende grondwaterstanden, problemen met funderingen en schade aan stedelijk groen. Hitte geeft gezondheidsproblemen. Er wordt daarom veel onderzoek verricht naar de gevolgen van de klimaatveranderingen. Lokale professionals geven echter aan dat de resultaten te abstract en te weinig algemeen toepasbaar zijn. Ze hebben behoefte aan uitwerkingen waarmee ze kunnen laten zien wat werkt, en aan argumenten om de juiste beslissingen te nemen. Doelstelling Het doel van dit project is om publieke professionals in staat te stellen verantwoorde keuzes te maken en deze te realiseren, om bij toekomstige inrichtingen van de openbare ruimte rekening te houden met de klimaatveranderingen. Hiertoe wordt in het onderzoek gebruik gemaakt van literatuuronderzoek, casestudieonderzoek, ontwerpend en vergelijkend onderzoek, veldonderzoek met behulp van (temperatuur-) sensoren en computersimulaties. Er worden maatschappelijke kosten- batenanalyse gemaakt Beoogde resultaten Het project leidt tot een concrete aanpak, ontwerpprincipes, instrumenten en informatie die de lokale professionals nodig hebben om de stad klimaatbestendig in te kunnen richten. Bovendien kunnen ze met deze middelen hun medeprofessionals in andere vakgebieden overtuigen van de urgentie van de te nemen inrichtingsmaatregelen. De deelnemers aan het project vormen een nieuw netwerk. Zowel de kennisinstellingen als de publieke organisaties hebben er belang bij om de samenwerking na afloop duurzaam voort te zetten. De kennisinstellingen hebben een "field lab" nodig waarin zij onderzoek kunnen uitvoeren. De publieke organisaties hebben kennis nodig om een klimaatbestendige stad te kunnen inrichten. De professionals hebben dagelijks profijt van het leerproces. Binnen dit RAAK-project wordt ook gebruik gemaakt van bestaande kennisnetwerken om de opgedane kennis te verspreiden.
Klimaatverandering is van invloed op de functies en diensten van kustlandschappen. De IPPC rapporteert dat deze invloed nog sterk zal toenemen. Miljarden investeringen zijn nodig om functies te handhaven. Zeespiegelstijging, toenemende intensiteit en frequenties van stormen tast waterveiligheid aan. De stijging van de zee in combinatie met verwachte perioden van droogte is van invloed op verzilting en zoetwater beschikbaarheid voor allerlei functies. In combinatie met toenemende regenval in de herfst en winter is er invloed op productiviteit van landbouwgebieden te verwachten. Stijgende temperaturen, toenemende verdamping en veranderende waterhoeveelheid en -kwaliteit is daarbij ook van invloed op natuur en biodiversiteit. In dit voorstel ontwikkelen we een holistische benadering voor een landschap die de impact van klimaatverandering (op basis van downscaling) in beeld brengt op de ontwikkeling van de waterbalans en waterkwaliteit (zout-zoet, oppervlaktewater-grondwater). We werken aan een aanpak die zich richt op een sluitende zelfvoorzienende waterbalans door verkleinen van de vraag, vergroten van aanbod door verbeterde buffering in de bodem en hergebruik in relatie tot adaptatie of aanpassing van functies. Hierbij worden verschillende stakeholders betrokken. Het KIEM project start a) met een inventarisatie van de state-of-the-art en leidt tot b) een Demonstrator van deze innovatieve aanpak voor een geselecteerd Waddeneiland, c) een geactiveerd netwerk en d) de aanzet tot een subsidiabel voorstel voor daarop gebaseerd praktijkgericht onderzoek en onderwijs dat toepassing heeft op eilanden en dat opgeschaald kan worden naar kustlandschappen. De uitwerking van de Demonstrator wordt gekoppeld aan de bestaande Minor Sustainable Island Management die opgezet is om kosten-effectieve duurzame oplossingen met stakeholders te formuleren waarmee cruciale functies en diensten die het eiland-landschap levert kunnen worden gehandhaafd onder klimaatverandering.