Dienst van SURF
© 2025 SURF
Rede in verkorte vorm uitgesproken door Ben Emans bij diens installatie als lector Duurzaam HRM-beleid bij het Kenniscentrum Arbeid van de Hanzehogeschool Groningen
Honger blijft wereldwijd een probleem, terwijl voedselverspilling in Nederland alleen al ruim 33 kilo per persoon per jaar bedraagt. Ook wordt veel ingezet door bedrijven op verduurzaming van verpakkingen. Maar wanneer doe je het goed voor je eigen bedrijf, voor het milieu en voor de consument? Het project “Goed Verpakt” brengt verschillende partijen samen om voedselverspilling en onnodig verpakkingsafval te verminderen. Het consortium omvat kennisinstellingen, voedselproducenten, verpakkingsmateriaalproducenten en een brancheorganisatie.De centrale onderzoeksvraag was: "Hoe kunnen voedselbedrijven duurzaam voldoen aan de behoeften van de eindgebruiker, met een product-verpakkingscombinatie die past binnen een circulaire economie en voldoet aan ketenvereisten?" In dit project is gezocht samen met studenten van 3 hogescholen naar slimmere product-verpakkingscombinaties. Ook zijn duurzaamheidsdilemma's in de keten geanalyseerd om oplossingen te vinden. Samenwerking binnen de keten is cruciaal voor verbetering. De overheid speelt ook een belangrijke rol, maar onduidelijkheid en beperkte wetgeving zijn obstakels. Op basis van de 11 duurzaamheidsdilemma’s die gevonden zijn, zijn er negen gouden regels voor integraal duurzaam verpakken geformuleerd. Betrokken kennisinstellingen blijven onderzoek doen, zoals naar consumentengedrag en de Rethink-methode voor herontwerp van product-verpakkingscombinaties.
MULTIFILE
Het doel van Goed Verpakt is om bij te dragen aan de integrale verduurzaming van product-verpakkingscombinaties in de voedingsindustrie. Een vierde van het voedsel wordt jaarlijks verspild in Nederland en voedselverspilling is in Europa verantwoordelijk voor 6% van de totale uitstoot van broeikasgassen door menselijke activiteit. Tegelijkertijd leidt een groot deel van de wereldbevolking nog steeds honger en is het dus eigenlijk schandalig hoe onverantwoord we met ons voedsel omgaan. Slim verpakken kan leiden tot het verminderen van voedselverspilling, maar ook tot meer verpakkingsafval. Vandaag de dag vragen consumentenbehoeftes om nieuwe verpakkingen (bv. handzamere sluitbaarheid voor ouderen, kleinere portieverpakkingen, kant-en-klaarmaaltijden) die bijna altijd minder duurzaam zijn. Echter; slechts 10% van de klimaatimpact van product-verpakkingscombinaties is gerelateerd aan de verpakking van voedsel - mits deze op verantwoorde wijze wordt ingezameld - terwijl het achtergebleven voedsel (afval) een impact heeft van 90%. Daarom is het zaak om (voedsel)product en verpakking niet los van elkaar te zien, maar integraal naar product-verpakkingscombinaties te kijken. State-of-the-art onderzoek laat zien dat op deelonderwerpen kennis beschikbaar is - onder meer kennis van theoretische verduurzamingstrategieën met betrekking tot recycling van materialen, van het berekenen van de klimaatimpact van verpakkingen en het mogelijke onderdeel van achterblijvend voedsel - echter het ontbreekt aan integrale kennis waarmee mkb-bedrijven een goede afweging kunnen maken bij de ontwikkeling van product-verpakkingscombinaties. Om die kennis kloof te dichten richt ons onderzoek zich allereerst op het achterhalen van tegen welke trade-offs zoals houdbaarheid, materiaal gebruik en consumentenperceptie bedrijven aanlopen. Daarna bekijken we welke ontwerpstrategieën als Reuse, Reduce en Recycle bijdragen aan het omgaan met de trade-offs bij het verduurzamen van (bestaande) product-verpakkingscombinaties in twee verschillende voedingsketens/sub-sectoren. Als laatste verkennen we hoe de voedingsindustrie en de verpakkingsbranche samenwerken om tot vernieuwende systemische oplossingen voor het verpakken van voedsel te komen (ontwerpstrategie Rethink).
In het onderzoeksproject ZINnig: Innovatie van taaltherapie voor kinderen met complexe taalproblemen zijn samen met de HU lectoraten Logopedie en Betekenisvol Digitaal Innoveren, 10 mkb-logopediepraktijken, Universiteit Utrecht, beroepsvereniging NVLF, Hanzehogeschool Groningen en Koninklijke Auris Groep (speciaal onderwijs voor kinderen met taalontwikkelingsstoornissen (TOS) tools ontwikkeld voor logopedisten die werken met kinderen van 7-10 jaar met een taalontwikkelingsstoornis. Deze kinderen hebben vaak persisterende grammaticale problemen. Uit de vraagarticulatie bleek dat logopedisten handelingsverlegenheid ervaarden door een gebrek aan kennis en vaardigheden m.b.t. de grammaticale ontwikkeling en het uitvoeren van spontane taalanalyses (STA) bij deze leeftijdsgroep. Daarnaast is er weinig geschikt behandelmateriaal voor deze doelgroep. STA is de gouden standaard voor het opstellen van grammaticale behandeldoelen. Logopedisten hebben daarvoor kennis en vaardigheden nodig, maar ook tijd. Voor Nederlandse kindertaal bestonden er nog geen tools om STA slimmer en sneller uit te voeren. Binnen ZINnig is daarom een prototype van een webapplicatie STA (SponTaal) en een digitale Handreiking STA ontwikkeld. Deze tools bieden logopedisten meer inzicht in de grammaticale problemen van kinderen met TOS en hulp bij het opstellen van geschikte behandeldoelen. Daarnaast hebben we een behandelmethode met een serious game (WaanZINnig) ontwikkeld voor de doelgroep, om spelenderwijs aan die grammaticale behandeldoelen te werken. Logopedisten en kinderen met TOS zijn betrokken bij thema, vormgeving, speldoelen en leerdoelen van de game. In deze game staat het expliciet leren van grammaticale regels voorop. De logopedist kan geschikte behandeldoelen selecteren, en de kinderen leren zinnen bouwen in een uitdagende spelvorm. De geplande bruikbaarheidstudie met de game is i.v.m. Covid-19 vertraagd. Het werkveld toont veel belangstelling voor de game, zoals blijkt uit presentaties en berichten op sociale media. Met deze Impuls aanvraag willen we de geplande bruikbaarheidstudie alsnog uitvoeren, met aanpassingen, om aan te sluiten bij recente online telelogopedie ontwikkelingen om zo het prototype verder te kunnen verbeteren.