Dienst van SURF
© 2025 SURF
Stakeholders in Zuid-Limburg hebben zich verenigd om te komen tot een Gezondheidsakkoord, met als doel de gezondheid en de participatiegraad te verhogen tot minimaal het landelijk gemiddelde. Aanleiding en verloop van het proces worden geschetst. Grote vraag blijft: komt de beweging op gang en is men in staat om voldoende gas te geven? Net als in het energieakkoord zijn de doelstellingen ambitieus en door geen enkele partij alleen te bereiken. De uitdaging is om te bewerkstelligen dat partijen sectoroverstijgend denken en samenwerken, en vasthouden aan gezamenlijk gemaakte afspraken.
De regio Parkstad Limburg heeft te maken met een complexe, meervoudige opgave in de vorm van achterstanden in de sociaal fysieke leefbaarheid, ruimtelijke- en sociaal-economische structuur. Vergelijken we Limburg met de rest van Nederland, dan zijn er grote verschillen zichtbaar. Zoomen we in op Parkstad Limburg, dan zijn armoede, ongezondheid, werkloosheid, leegstand en onveiligheid in diverse buurten en wijken aan de orde van de dag. Dit heeft negatieve invloed op de brede welvaart in de regio. De problematiek en de achterstand ten opzichte van het gemiddelde van Limburg en de rest van Nederland is groot en wordt overgedragen van generatie op generatie. Een duurzame ontworsteling uit de hele gemarginaliseerde positie lijkt zonder langdurige ondersteuning nagenoeg onmogelijk, mede door de intergenerationele mobiliteit van armoede, opleidingsniveau, gezondheid en werkloosheid.
Al geruime tijd wordt geprobeerd om gezondheid te verbeteren via de inrichting van de leefomgeving. De leefomgeving heeft op verschillende manieren invloed op gezondheid. Denk hierbij aan omgevingsfactoren als luchtvervuiling, het stedelijk hitte-eiland effect, wandel- en fietsinfrastructuur, ontmoetingsplekken, groenstructuren en het voedselaanbod. De rijksoverheid stimuleert lokale overheden, woningcorporaties, gezondheidsinstellingen en private partijen om invulling te geven aan gezonde en leefbare buurten. Ondanks de toegenomen aandacht voor de ruimtelijke aspecten van gezondheid, bestaat er nog veel onduidelijkheid over de vraag welke inrichtingsmaatregelen het meest effectief zijn voor het verbeteren van gezondheidsuitkomsten. Wat is er bekend over de samenhang tussen de leefomgeving en gezondheid? Op welke wijze kan ruimtelijke ordening bijdragen aan een gezonde leefomgeving? En hoe is aandacht voor ruimtelijke gezondheidsverschillen momenteel verankerd in beleid en praktijk? Deze themareeks zoekt antwoorden op deze vragen vanuit onderzoek en praktijk. Dit artikel begint met een beschrijving van de relatie tussen ruimtelijke ordening en gezondheid in Nederland en introduceert daaropvolgend de themareeks.
LINK
Ongeveer 70% van het dagelijkse voedsel in Nederland wordt gekocht bij supermarkten. Dit aandeel illustreert de cruciale rol van supermarkten in het dagelijkse leven en hun invloed op zowel consumenten als leveranciers. Obesitas is afgelopen 40 jaar verdrievoudigd. De helft van de Nederlanders is te zwaar en bijna 15% heeft obesitas. De hieraan gerelateerde gezondheidsproblemen zijn groter bij mensen met een lagere SEP. Ongezonde voeding draagt hier 8.1% aan bij en kost ongeveer 6 miljard aan zorgkosten. Het is niet gemakkelijk om gezond te eten. 80% van het totale supermarktaanbod van ruim 70000 voedingsmiddelen is ongezond. Het gebrek aan een systeem voor het in kaart brengen van het voedselaanbod is problematisch. Dit is namelijk cruciaal om te evalueren of gezonde keuzes ook de makkelijkste keuzes worden voor consumenten. Onderzoekers van o.m. praktijkpartner Questionmark benadrukken het belang van een structurele monitoring van de gezondheid van de voedselomgeving. Dit is echter duur en tijdrovend. Zo ontstond de praktijkvraag: Hoe kan het doorontwikkelen en valideren van een meetmethode en bijbehorende indicator inzichtelijk maken hoe gezond en ongezond het voedselaanbod in een supermarkt is? Welke mogelijkheden zijn er om deze indicator te gebruiken bij de vergelijking tussen het voedselaanbod van supermarkten en verzorgingsgebieden met verschillende sociaal economische positie (SEP) in Den Bosch. De achterliggende gedachte was de volgende: “Wellicht kan deze nieuwe indicator een prikkel zijn voor supermarkten om gezondere keuzes gemakkelijker te maken, juist voor mensen met een gezondheidsachterstand.” Bovendien, door deze meetmethode te digitaliseren werken we aan een use-case voor software van praktijkpartner Imagem. Met deze praktijkvragen gaan de kennisinstellingen Yuverta (MBO), HAS Green Academy en Avans (HBO) aan de slag met de praktijkpartners NGO Questionmark en het softwarebedrijf Imagem.
Reumatoïde artritis (RA) is een chronische auto-immuunziekte die veelal leidt tot beperkingen in dagelijkse activiteiten en maatschappelijke participatie bij een relatief jonge doelgroep (ca. 258.600 RA-patiënten in Nederland). Momenteel staat de medicamenteuze behandeling van RA op de poli van VieCuri Medisch Centrum centraal, maar er is steeds meer aandacht voor leefstijlinterventies als aanvullende behandeling, die mogelijk op den duur een deel van de medicatie kan vervangen. Voor een duurzame leefstijlgedragsverandering zijn programma’s nodig die advies en praktische ondersteuning op maat kunnen bieden. Recentelijk onderzoek uit de systeembiologie laat zien dat mensen met RA andere onderliggende oorzaken kunnen hebben, zogenaamde subtypes. Deze subtypes kunnen als vliegwiel dienen om sneller tot gepersonaliseerde leefstijlinterventies te komen. Subtypes voor RA worden onder andere valide bepaald door onderzoek naar biomarkers in bloed en urine en uitgebreide vragenlijsten (>100 vragen). Het multidisciplinaire team van de reumatologie van VieCuri Medische Centrum/Human Cristal Research bv vraagt zich af of het bepalen van het subtype nog eenvoudiger kan en wil dit in een cohortstudie onderzoeken (n=50). Volgende vraagstellingen zijn hierbij leidend: Kan de reeds ontwikkelde symptoomvragenlijst valide ingekort en gedigitaliseerd worden zodat deze hanteerbaarder is in de praktijk? Welke subtypes RA komen er in deze steekproef voor en welke globale leefstijladviezen passen daar het beste bij? Deze KIEM-aanvraag draagt bij aan een innovatief praktijkmodel waarbij (meer) gepersonaliseerde behandeling op basis van subtyperingen van mensen met RA centraal staat. Er wordt een bestaand samenwerkingsverband in Zuid-Limburg tussen Zuyd Hogeschool, VieCuri Medisch Centrum/Human Cristal Research bv, Struqt, Bool Studios en het Louis Bolk Instituut vernieuwd en verstevigd, om de gezondheidsachterstanden in de regio mee aan te pakken. Zowel zorgprofessionals als ook de betrokkenen kennisinstellingen en bedrijven zullen dan ook belangrijke gebruikers van het resultaat zijn.