Dienst van SURF
© 2025 SURF
Hogeschool Utrecht (HU) wil zich dóórontwikkelen naar een inclusieve en diverse gemeenschap waar studenten zich thuis voelen en zich verbonden voelen met de hogeschool en met hun medestudenten. Met het programma Hogeschool Utrecht Gemeenschapsvorming en Studentbetrokkenheid (HUGS) wil de HU van 2019 tot en met 2024 werken aan het verwezenlijken van wensen van studenten en door middel van gemeenschapsvorming en studentbetrokkenheid bijdragen aan de kwaliteit van onderwijs. De lectoraten Participatie en Stedelijke Ontwikkeling, Organiseren van Waardig Werk en Didactiek van het bèta- en technologieonderwijs zijn gevraagd het HUGS-programma met praktijkgericht onderzoek te begeleiden en te volgen (Van Heijst, Schulte, De Vos, Dikkers, & Savelsbergh, 2019). Het HUGS-programma heeft als doel het bevorderen van gemeenschapsvorming en studentbetrokkenheid binnen Hogeschool Utrecht. In deze notitie onderzoeken we deze begrippen en zetten we diverse inzichten vanuit de literatuur naast elkaar. We ronden af met een overzicht van de werkbare bestanddelen uit de aangehaalde theorieën.
De tijd waarin wij leven kan verlammend werken. Terwijl de overheid haar greep op maatschappelijke problemen dreigt te verliezen, trekken burgers zich steeds meer terug in hun eigen gelijk. Vervreemding en polarisatie liggen op de loer. Hoe moet het verder? Het is tijd voor herwaardering van maatschappelijke organisaties. Zij geven mede vorm aan de civil society, de tussenruimte tussen overheid en individu, waarin mensen in gezamenlijkheid verantwoordelijkheid nemen voor een menswaardig bestaan. In dit essay onderzoeken Jan Hoogland, Robert van Putten en Jan van der Stoep hoe maatschappelijke organisaties kunnen bijdragen aan het goede samenleven. Ze betogen dat deze organisaties voortdurend hun bedoeling, bezieling en binding moeten onderhouden. Verhalen zijn volgens hen de sleutel tot vernieuwing. In de bijlage is een leesfragment te downloaden.
MULTIFILE
Dit artikel begint met een bespreking van drie katholieke praktijksituaties die aanleiding geven voor bezinning en het zoeken naar vernieuwing. We zullen in de kerk terug moeten naar de basale vragen die raken aan de fundamenten van ons geloof. We gaan het niet redden met enkel cosmetische veranderingen. Deze beweging wordt uitgewerkt in vier richtingen. Allereerst is er aandacht voor het oefenen van receptiviteit. Hoe ontvankelijk is de parochie voor de stem van Godswege? Hiermee verbonden is er in de tweede plaats bezinning nodig op de plek van de Bijbel binnen de geloofsgemeenschap. In de derde plaats is er aandacht nodig voor het vruchtbare van ‘tweepoligheid’, dat wil zeggen de participatie van gelovigen aan tenminste twee vormen van (geloofs)gemeenschap. Tenslotte wordt er geconcentreerd op pastores en andere leidinggevenden binnen de geloofsgemeenschappen. Hoe kunnen zij meer de rol van ‘vermenigvuldiger’ aannemen?
MKB-bedrijven op het gebied van architectuur, gebiedsontwikkeling, ontwerp, digital design en technologie-ontwikkeling zien een nieuwe ‘markt’ ontstaan in de toenemende interesse voor de stedelijke commons. Dat zijn lokale gemeenschappen waarin mensen resources zoals energie, mobiliteit of woonruimte met elkaar delen en beheren, op een duurzame en pro-sociale manier. MKB-bedrijven zien kansen om in co-creatie met deze leefgemeenschappen nieuwe diensten en producten te ontwikkelen waarmee bewoners hun hulpbronnen gemeenschappelijk kunnen managen. MKB-bedrijven zien de ontwikkeling van stedelijke commons daarnaast als mogelijke oplossing voor urgente maatschappelijke vraagstukken en missies op het gebied van inclusieve woningbouw, duurzaamheid en de energietransitie. Voor het goed functioneren van de commons is een heldere articulatie en implementatie van hun onderliggende (maatschappelijke) waarden essentieel. Dit vraagt van MKB-bedrijven een zoektocht naar nieuwe manieren van gebieds- en technologie-ontwikkeling in samenwerking met bewoners. Een specifiek probleem daarbij betreft het vertalen van de commons-waarden naar een technologisch systeem dat het gezamenlijk beheer van hulpbronnen mogelijk maakt. Hiervoor wordt veel verwacht van digitale platformen en distributed ledgers technologies zoals de blockchain. Dit zijn databases die precies bijhouden wie wat bijdraagt en gebruikt. Ze koppelen zo’n boekhouding ook aan rechten, plichten en reputaties van de deelnemers. Bij de inrichting van zo’n systeem moeten ontwerpers steeds keuzes maken en rekening houden met spanningen tussen bijvoorbeeld privacy en transparantie, of individuele en collectieve belangen. In dit ontwerpproces stuiten MKBs op een kennishiaat. Hoe kunnen de onderliggende (maatschappelijke) waarden van commons-gemeenschappen 1) worden gearticuleerd en 2) vertaald naar een ontwerp voor de organisatie van een stedelijke commons met behulp van digitale platformen? Dit onderzoek verkent deze vragen in een fieldlab in Amersfoort, op twee ‘transfersites’ in Amsterdam en Birmingham, en met community of practice partners. Samen met hen worden een set design-principes en richtlijnen ontwikkeld voor het ontwerp van DLTs voor de stedelijke commons.