Dienst van SURF
© 2025 SURF
Het doel van dit onderzoek is om, op bescheiden schaal, kennis en inzicht te ontwikkelen over de betrokkenheid, motivatie en organisatiekracht van sportverenigingen bij de organisatie van de buurtsportclubs in Overvecht en Leidsche Rijn. Dit levert informatie op over de mate van draagvlak en eigenaarschap bij sportverenigingen met betrekking tot de buurtsportclubs. Daarnaast biedt het inzicht in de wijze waarop scholen werken aan een structurele samenwerking met de buurtsportclubs. Uiteindelijk leidt het onderzoek tot praktijkgerichte aanbevelingen ten behoeve van beleid en praktijk omtrent de buurtsportclubs.
De energietransitie is sinds decennia een van de grootste veranderingen waar de Nederlandse samenleving mee te maken krijgt. Deze verandering gaat alle huishoudens en organisaties in Nederland aan en dient daarom ook, zoveel mogelijk, in samenspraak met hen te gebeuren. Elke transitie is namelijk mensgericht en daarom is het ook een sociale transitie. Als transities op een goede manier verlopen kan het ook kansen bieden op andere domeinen, zoals werkgelegenheid, sociale cohesie en gezondheid. Het is daarom een uitgelezen mogelijkheid om de energietransitie met elkaar aan te grijpen om én de overstap naar een fossielvrije samenleving te maken én de samenleving als geheel een stap vooruit te brengen. Het doel van dit onderzoek was om te verkennen hoe eigenaarschap van de bewoners van Smitsveen in Soest over de energietransitie kon worden bevorderd.
Er komt steeds meer aandacht voor de kwaliteit van leraren. Tegelijkertijd zien we stijgende lerarentekorten, omdat scholieren het leraarsberoep niet aantrekkelijk genoeg vinden en zittende leraren met pensioen gaan of afhaken. Bij deze ontwikkelingen vallen drie zaken op: • Er is veel aandacht voor de ontwikkeling van leraren tijdens de lerarenopleiding en ook steeds meer in de eerste jaren van de beroepsuitoefening, maar over professionele ontwikkeling tijdens de loopbaan zijn weinig expliciete beelden. • Het leraarsberoep is complexer geworden en de verwachtingen van wat leraren doen groeien. Waar in andere maatschappelijke sectoren toenemende complexiteit leidt tot meer differentiatie en specialisatie in beroepen, zien we dat vooralsnog vrijwel niet terug in het onderwijs. • Hoewel leraren in steeds meer scholen in teams onderwijs ontwikkelen en evalueren, overheerst het stereotiepe beeld van de eenzame leraar: professionals die in hun eentje onderwijs voorbereiden, uitvoeren en evalueren. Deze drie zaken zijn met elkaar verweven en leiden ertoe dat veel leraren het gevoel hebben dat ze geen ontwikkelmogelijkheden en loopbaanperspectief hebben. Voor veel jongeren is dat een reden om niet voor de lerarenopleiding te kiezen (Bahlmann, Eustatia & Pillen-Warmerdam, 2018). Een realistischer en aanlokkelijker beeld is dat van de leraar als teamspeler die binnen de school actief betrokken is bij ontwerpen en onderzoeken, organisatie en beleid en bij professionalisering. Kortom, een beroepsbeeld dat recht doet aan differentiatie- en ontwikkelmogelijkheden in het leraarsberoep.
In Overvecht zijn door de uitstroom uit opvang- en zorginstellingen steeds meer mensen komen wonen die begeleiding en ondersteuning nodig hebben. Dat heeft gevolgen voor de sociale samenhang in deze wijk waar al bovengemiddeld veel sociale problemen spelen. In de Ontwikkelwerkplaats Goede Buren Overvecht hebben we onderzocht hoe goed burencontact bevorderd kan worden.Doel Het project had tot doel kennis te ontwikkelen en te delen rond een aantal experimentele projecten die erop zijn gericht burencontact te versterken. Het gaat hier in het bijzonder om contacten tussen mensen met en zonder een vorm van ondersteuning. Aanpak Combinatie van uitwisselings- en leerbijeenkomsten én onderzoek: onderzoek voedt de bijeenkomsten (en vice versa) Deelname van bewoners, beroepskrachten werkzaam in de wijk, studenten en onderzoekers Gedeeld eigenaarschap: samen leren van en met elkaar Kortom: in de ontwikkelwerkplaats draaide het om ontmoeten en verbeteren van sociale investeringen en praktijken. Experimentele projecten In de ontwikkelwerkplaats stonden onder andere centraal: Nieuwe Buren & integrale aanpak Vulcanusdreef Sociaal Renoveren Flatcoach De rol van professionals bij bevorderen burencontact Versterking samenwerking professionals Resultaten Het project heeft verschillende inzichten opgeleverd. Wij delen ze op deze pagina via een infographic, verschillende video's en artikelen én producten die gedeeld zijn op het slotsymposium. Film Burencontact op de Vulcanusdreef Sinds 2018 hebben alle betrokken organisaties, op initiatief van woningcorporatie Woonin, hard gewerkt om de leefbaarheid op de Vulcanusdreef te verbeteren. Een belangrijk onderdeel van de aanpak was de instroom van zogenaamde Nieuwe Buren, jonge huurders die een actieve bijdrage leveren aan het versterken van burencontact in de flat. Een van deze jongeren heeft als afronding van zijn HBO opleiding Social Work onderzoek gedaan naar de aanpak die is gehanteerd op de Vulcanusdreef. De video hieronder geeft een impressie van de aanpak en resultaten. Het belang van burencontact in Overvecht Dit filmpje is gemaakt door en met buurtbewoners van Overvecht in samenwerking met 4e jaars studenten Social Work van de HU. Deze studenten deden mee in de Ontwikkelwerkplaats Goede Buren Overvecht. Zij gingen in de wijk op zoek naar wat buurtbewoners verstaan onder prettig burencontact. Buurtbewoner Hassan maakt filmpjes terwijl hij met buurtbewoners praat. Looptijd 01 januari 2020 - 31 december 2025 Artikelen over goede buren Relevantie/impact Het project draagt bij aan het versterken van de kennis en vaardigheden van professionals gericht op het werken aan inclusieve buurten. Jaarlijks werken studenten Social Work en de master Community Development mee aan het project. Downloads en links Cofinanciering De Ontwikkelwerkplaats Goede Buren wordt mogelijk gemaakt door de Gemeente Utrecht, het Agis-zorginnovatiefonds, het Oranjefonds en een bijdrage van alle deelnemende organisaties.
In Overvecht zijn door de uitstroom uit opvang- en zorginstellingen steeds meer mensen komen wonen die begeleiding en ondersteuning nodig hebben. Dat heeft gevolgen voor de sociale samenhang in deze toch al kwetsbare wijk. In deze ontwikkelwerkplaats staat het bevorderen van goed burencontact centraal. In het project worden inzichten uit het eerdere project Gemengd Wonen toegepast. Doel Het project heeft tot doel kennis te ontwikkelen en delen over een aantal experimentele projecten die erop zijn gericht burencontact te versterken. Het gaat hier in het bijzonder om contacten tussen mensen met en zonder enige vorm van ondersteuning. Aanpak Combinatie van uitwisselings- en leerbijeenkomsten én onderzoek: onderzoek voedt de bijeenkomsten (en vice versa) Deelname van bewoners, beroepskrachten, bestuurders, studenten en onderzoekers Gedeeld eigenaarschap: samen leren van en met elkaar Uitwisselings- en onderzoeksprocessen krijgen gaandeweg vorm Kortom: in de ontwikkelwerkplaats draait het om ontmoeten en verbeteren van de sociale investeringen en praktijken van goed 'nabuurschap'. Experimentele projecten In de ontwikkelwerkplaats staan verschillende experimentele projecten centraal: Nieuwe Buren & integrale aanpak (Vulcanusdreef) Sociaal Renoveren (Nigerdreef) Flatcoaches (St. Maartensdreef) Wijkkring (Theemsdreef en omgeving) Anders toewijzen (deelnemende woningcorporaties) Professionals: rol bij buurcontacten & integrale samenwerking Methodiek van de ontwikkelwerkplaats Resultaten Inzicht in de bijdrage van de experimentele projecten aan het versterken van burencontact Lessen uit successen en knelpunten in deze projecten Voorwaarden voor de continuering van de ontwikkelde werkwijzen gericht op het versterken van burencontact Uitgelicht: Verbeteren leefbaarheid Vulcanusdreef Sinds 2018 hebben alle betrokken organisaties, op initiatief van woningcorporatie Mitros, hard gewerkt om de leefbaarheid op de Vulcanusdreef te verbeteren. Een belangrijk onderdeel van de aanpak was de instroom van zogenaamde Nieuwe Buren, jonge huurders die een actieve bijdrage leveren aan het versterken van burencontact in de flat. Niels Veldhuisen is een van deze jongeren en heeft het afgelopen jaar als afronding van zijn HBO opleiding Social Work onderzoek gedaan naar de aanpak die is gehanteerd op de Vulcanusdreef. De video hieronder geeft een impressie van de aanpak en resultaten. Het belang van burencontact in Overvecht Dit filmpje is gemaakt door en met buurtbewoners van Overvecht in samenwerking met 4e jaars studenten Social Work van de HU. Deze studenten deden mee in de Ontwikkelwerkplaats Goede Buren Overvecht. Zij gingen in de wijk op zoek naar wat buurtbewoners verstaan onder prettig burencontact. Buurtbewoner Hassan maakt filmpjes terwijl hij met buurtbewoners praat. Looptijd 01 januari 2020 - 31 december 2022 Relevantie/impact Het project draagt bij aan het versterken van de kennis en vaardigheden van professionals gericht op het werken aan inclusieve buurten. Jaarlijks werken studenten Social Work en de master Community Development mee aan het project. Downloads en links Cofinanciering De Ontwikkelwerkplaats Goede Buren wordt mogelijk gemaakt door de Gemeente Utrecht, het Agis-zorginnovatiefonds, het Oranjefonds en een bijdrage van alle deelnemende organisaties.
Participatieve methoden zijn een steeds meer erkende vorm om sociale, technische en politieke maatschappelijke uitdagingen te onderzoeken. Kunst, design en digitale media hebben potentieel voor het ontwikkelen van positieve relaties tussen verschillende belanghebbenden en nieuwe perspectieven op gedeelde (publieke) ruimtes. Een van die methoden is het creëren en faciliteren van gemedieerde dialogen. Dit instrument wordt gezien als belangrijk instrument om in gezamenlijkheid onze toekomst te bepalen en ruimte te maken voor diversiteit en verschillende perspectieven in gesprek. In dit project onderzoek ik hoe dit instrument optimaal vormgegeven en ingezet kan worden, en hoe digitale technologie daarin kan mediëren. In dit onderzoek verhoud ik me met name tot de participatory design aanpak en dialogic art aanpak. Hoewel deze aanpakken uit kunst en design zeer krachtig kunnen zijn, roepen het ontwerp en de inzet van digitaal gemedieerde dialogen ook vragen op. De centrale vraag is: Hoe kan de digitaal gemedieerd dialoog op een inclusieve manier gefaciliteerd worden in dialogic art practices en hoe kan gedeeld eigenaarschap gestimuleerd worden in het ontwerp van deze gemedieerde dialoog?