Dienst van SURF
© 2025 SURF
In juni 2014 heeft het Bestuur van Rijkswaterstaat aan het Programma Strategische Verkenningen gevraagd een designsessie te organiseren voor de Groepsraad van Rijkswaterstaat. De designsessie moet antwoord geven op de vraag: ‘hoe kan die nieuwe wereld van big data, veranderende mobiliteit, transformatie van de netwerken en een duurzame leefomgeving er fysiek uit zien? En hoe werken we samen in die nieuwe wereld?’ Ter voorbereiding van deze sessie is aan 10 personen, met verschillende expertises, gevraagd een essay te schrijven. Martijn de Waal (onderzoeker Citizen Empowerment aan de HvA) leverde een bijdrage.
MULTIFILE
Achtergrond: De Two-Minute Step Test (TMST) is een meetinstrument gericht op het beoordelen van uithoudingsvermogen. Verscheidene psychometrische eigenschappen van de TMST-NL (Nederlands vertaalde versie) zijn onderzocht bij intramuraal wonende ouderen. De gevoeligheid voor verandering en de responsiviteit is bij deze patiëntenpopulatie nog niet vastgesteld. Doel: Het vaststellen van de gevoeligheid voor verandering en de responsiviteit (Minimal Clinical Important Difference) van de TMST-NL bij intramuraal wonende ouderen. Design: Prospectief responsiviteitsonderzoek.Methode: De onderzoekspopulatie bestond uit intramuraal wonende ouderen. Deelnemers hebben twee meetmomenten (T0 en T1) ondergaan waartussen ze drie maanden fysiotherapie gericht op uithoudingsvermogen ontvingen. Om de gevoeligheid van verandering te meten werd de distributie methode gebruikt waarbij de correlatie met de 6-minuten wandeltest (6MWT) werd getoetst. Via de anker methode met de Receiver Operating Characteristic (ROC) curve werd de MCID bepaald.Metingen voor het aerobe uithoudingsvermogen werden verricht met de TMST-NL en de 6-minuten wandeltest (6MWT). De Global Rating of Change (GRC) en de Borg Category-Ratio10 (BORG-CR10) werden gebruikt als subjectieve vragenlijsten om verandering van de gezondheidssituatie en vermoeidheid te meten.Resultaten: Intramurale ouderen (N=50) met een gemiddelde (SD) leeftijd van 83,96 jaar (6,96) zijn geïncludeerd. De correlatie tussen de verschilscores van de TMST-NL en de 6MWT over de deelnemerspopulatie die T1 ook hebben afgerond (N= 36) kwam uit op r=0.51 (P <0.05). Vanuit de ROC curve werd een MCID van 8,50 stappen berekend. De AUC-waarde was 0,74 (95% CI 0,54-0,94; P =0.02). Conclusie: De TMST-NL is gevoelig voor verandering en responsief bij intramuraal wonende ouderen. Echter doordat de MCID binnen de minimale meetfout (MDC) valt moeten de resultaten voor individuele evaluatie bij deze doelgroep met voorzichtigheid worden geïnterpreteerd.
In dit boekje vindt u leuke tips, mogelijkheden en tricks om te bewegen. Er staan verschillende oefeningen en trainingen in. Ook vindt u hierin een instructie voor video-bellen om in contact te kunnen blijven met uw dierbaren.Dit boekje is ontwikkeld in samenwerking met studenten van de Minor Designing User Research in het kader van de studie en behoefte-onderzoek voor BAAT. Dit project is gesponsord vanuit Zaaigeld Urban Vitality (Hogeschool van Amsterdam)
Longaandoeningen, zoals COPD, veroorzaken problemen in het dagelijks functioneren door een afgenomen uithoudingsvermogen, benauwdheid en (bewegings-) angst. Tijdens longrevalidatie vormen inspanningstraining en het leren omgaan met dagelijkse fysieke beperkingen (zoals benauwdheid bij inspanning) de hoeksteen van de behandeling. Het is voor patiënten moeilijk om een actieve leefstijl te behouden. Na deelname aan revalidatie gaan trainingseffecten verloren door een verminderd aanbod van trainingsprikkels (reversibiliteit). Daarnaast wordt, een jaar na de revalidatie, maar liefst 20% van de patiënten opnieuw opgenomen in het ziekenhuis met een longaanval (exacerbatie). Door de verschuiving van (dure) derdelijns naar eerstelijns zorg, hebben meer patiënten toegang tot de zorg die ze nodig hebben. Hierdoor kan verergering van klachten voorkomen worden. Naast fysieke inspanning is het voor oefen- en fysiotherapeuten belangrijk om patiënten een duurzame actieve leefstijl aan te leren en het zelfmanagement van patiënten te vergroten. Een blended beweeginterventie, om het zelfmanagement (omtrent beweging, benauwdheid en beweginsgangst) van COPD patiënten te stimuleren, zowel in de praktijk als in de thuissituatie middels een eHealth toepassing, biedt mogelijk uitkomst. Echter, missen therapeuten kennis en handvatten om blended care toe te passen in de praktijk. Het doel van dit project is om samen met fysiotherapeuten en oefentherapeuten een blended care programma in te richten voor patiënten met COPD. In werkpakket 1 inventariseren we de behoeften en belemmerende factoren van een blended beweeginterventie bij therapeuten en patiënten. Op basis van deze bevindingen worden de belangrijkste elementen van de interventie geselecteerd en wordt, in co-creatie met eindgebruikers de eerste versie van de interventie ontwikkeld (WP2). Om te bepalen wat de toegevoegde waarde van de interventie is, worden de voorlopige effectiviteit en haalbaarheid onderzocht waarbij 25 eerstelijns therapeuten de blended interventie gaan gebruiken (WP3). In WP4 worden scholingsmodules ontwikkeld voor studenten en therapeuten om kennis over zelfmanagement en technologie bij COPD te vergroten.
Voor kinderen met astma is bewegen essentieel voor de conditie van de longen. Bewegen versterkt de ademhalingsspieren, waardoor kinderen fitter worden. Helaas bewegen kinderen met astma 50% minder dan hun gezonde leeftijdsgenootjes waardoor ze een verminderde conditie, verminderde spierkracht en vaker overgewicht hebben in vergelijking met gezonde kinderen. Oefentherapeuten en fysiotherapeuten die werken met kinderen met astma, hierna genoemd kindertherapeuten, begeleiden deze kinderen wekelijks om o.a. hun fysieke fitheid te vergroten, hen te leren omgaan met de ziekte astma en hen aan te leren efficiënt adem te halen tijdens bewegen. Deze behandelingen hebben echter alleen positieve effecten op de korte termijn. Er is nog weinig inzicht in factoren van beweeggedrag van kinderen met astma die van invloed zijn volhouden van dagelijks fysieke activiteit. In het SIMBA-project zal samen met kindertherapeuten en kinderen een beweeggame worden ontwikkeld en onderzocht, gericht op het veranderen van het beweeggedrag van kinderen met astma op lange termijn. De beweeggame zal ingezet worden tijdens de oefen- en fysiotherapeutische behandeling en stimuleert kinderen met astma spelenderwijs om dagelijks te bewegen, hier plezier in te krijgen waardoor het een gewoonte wordt. Het onderzoek zal achterhalen welke belemmerende en bevorderende factoren van beweeggedrag een rol spelen bij kinderen met astma en hoe kindertherapeuten deze nieuwe kennis kunnen inzetten in hun beweegprogramma’s waarbij de beweeggame gebruikt zal worden. Het effect van het gebruik van de beweeggame op dagelijks fysieke activiteit en plezier in bewegen zal in dit project worden geëvalueerd in een pilot.