Dienst van SURF
© 2025 SURF
Forensisch sociale professionals hebben een cruciale rol in de trajecten van cliënten met verslavingsproblematiek. Veel onderzoek naar de effectiviteit van het forensische werk gaat over methodieken; er is relatief weinig bekend over de persoon van de forensisch sociale professional en diens persoonlijke stijl en opvattingen. Wat zijn bijvoorbeeld opvattingen ten aanzien van (de behandelbaarheid van) middelenmisbruik van forensische cliënten? Wanneer en hoe grijp je in als een cliënt terugvalt in middelengebruik? Hier is nog nauwelijks onderzoek naar verricht. In dit artikel presenteren wij de resultaten van een verkennend onderzoek naar de attitudes ten aanzien van cliënten die middelen gebruiken en behandelbaarheid van verslaving van reclasseringswerkers en professionals in de ambulante en klinische forensische zorg. Daarnaast wordt inzicht gegeven in de verschillen tussen subgroepen naar gender, werkervaring, setting, verslavingsprofessional of niet, en persoonlijke ervaringen met middelengebruik/verslaving. Vervolgens wordt ingegaan op de acties en overwegingen van forensisch sociale professionals bij het constateren van middelengebruik bij cliënten. Na de conclusies besluiten we met enkele aanbevelingen voor de versterking van de beroepspraktijk. Eerst worden de bevindingen uit eerdere literatuur beschreven.
Full text beschikbaar met HU account. Het werken met cliënten in het forensisch sociale domein is uitdagend en interessant. De meeste forensisch sociale professionals kiezen bewust voor dit vak en vinden hun werk waardevol en lonend. Met name het kunnen verkleinen van de kans op recidive en daarmee het voorkomen van nieuwe slachtoffers wordt als lonend ervaren. Het werk doet echter ook een beroep op de weerbaarheid van professionals en vraagt soms (te) veel. Professionals werkzaam bij onder andere de reclassering, de ambulante en klinische forensische zorg, het gevangeniswezen en jeugdbescherming komen regelmatig voor complexe situaties te staan in het contact met de cliënten of justitiabelen die ze – doorgaans binnen een gedwongen kader – begeleiden. Veel van deze cliënten hebben problemen op meerdere gebieden, zijn niet op voorhand gemotiveerd voor begeleiding of behandeling, kunnen zich agressief, intimiderend of manipulatief gedragen en staan soms ronduit vijandig tegenover hun begeleiders.
LINK
Forensisch sociale professionals hebben een cruciale rol in de trajecten van cliënten met verslavingsproblematiek. Veel onderzoek naar de effectiviteit van het forensische werk gaat over methodieken (‘what works’), er is relatief weinig bekend over de persoon van forensisch sociale professional en diens persoonlijke stijl en opvattingen (‘who works’). Wat zijn bijvoorbeeld opvattingen ten aanzien van (de behandelbaarheid van) middelenmisbruik van forensische cliënten en wanneer en hoe grijp je in als een cliënt terugvalt in middelengebruik? Hier is nog nauwelijks wetenschappelijk onderzoek naar verricht. Wel zijn er meerdere onderzoeken uitgevoerd onder (voornamelijk) medische professionals waaruit blijkt dat zij doorgaans vrij negatieve attitudes ten aanzien van (de behandelbaarheid van) verslaafden hebben. Deze attitudes hebben een negatieve invloed op de kwaliteit van de hulp die deze patiënten krijgen (o.a. minder tijd) en leiden bij hen tot meer onzekerheid en verminderde motivatie voor behandeling. Gedragsdeskundigen en professionals uit de verslavingszorg lijken positiever, hoewel gedegen onderzoek hiernaar beperkt is. Verder is er weinig bekend of er verschillen bestaan in attitudes tussen subgroepen, bijvoorbeeld mannen versus vrouwen, of minder versus meer ervaren professionals. Een relevante vraag is of professionals die specifiek met forensische cliënten met verslavingsproblematiek werken andere attitudes hebben dan professionals die meer in het algemeen met forensische cliënten werken. Ook naar de invloed van eigen middelengebruik of persoonlijke ervaringen met verslaving op attitudes ten aanzien van middelengebruik is weinig wetenschappelijk onderzoek verricht. Tot slot is er voor zover ons bekend geen onderzoek naar de invloed van attitudes op het handelen van professionals en trajecten van forensische cliënten.
MULTIFILE
Achtergrond en theorie Veel forensische cliënten hebben (complexe) schulden. Deze schulden hangen sterk samen met andere problemen – zoals werk, huisvesting en (mentale/fysieke) gezondheid –, ontregelen het leven, belemmeren resocialisatie en vergroten het risico op terugval in criminaliteit. Cliënten én begeleidend professionals – zoals (forensisch) sociaal professionals – ervaren in de aanpak van schulden veel belemmeringen. Om schulden vroegtijdig en in samenhang met andere problemen te kunnen aanpakken is systematische samenwerking tussen ketenpartners belangrijk. Effectief aanpakken van schulden onder forensische cliënten vraagt daarom interdisciplinaire samenwerking vanuit zowel justitieel als sociaal domein. Dit vereist inzicht in de rol van betrokken organisaties – zoals gevangeniswezen, reclassering, gemeentelijke nazorg en schuldhulpverlening – alsmede werkzame factoren in de samenwerking en hoe deze kunnen worden versterkt. Een consortium van partnerorganisaties in het (forensisch) sociaal domein, Universiteit Leiden en Hogeschool Utrecht wil daarom onderzoeken hoe de schuldenaanpak onder forensische cliënten door justitiële en sociale ketenpartners gezamenlijk kan worden versterkt. Onderzoeksdoel en -vragen Onderzoeksdoel is samen met praktijkpartners de samenwerking in het (forensisch) sociaal domein in de schuldenaanpak onder forensische cliënten effectief vorm te geven en zo de begeleiding van cliënten met schulden te verbeteren, door ontwikkeling van een vernieuwde werkwijze gebaseerd op inzicht in belemmerende en werkzame factoren. Centrale onderzoeksvraag daarbij is: Aanpak Deze onderzoeksvraag zal worden beantwoord middels een design van verschillende kwalitatieve onderzoeksmethoden, waaronder observaties, interviews en focusgroepen (fase 1) en ontwikkelbijeenkomsten (fase 2) in meerdere samenwerkingsverbanden. Beoogd resultaat Het onderzoek levert concrete handvatten op – zoals praktische handreikingen en visuele tools – ter versterking van de samenwerking rond forensische cliënten met schulden. Deze handvatten worden vertaald naar onderwijsmateriaal voor (toekomstige) (forensisch) sociaal professionals en gedeeld met de (inter)nationale onderzoeksgemeenschap.
In dit onderzoek brachten we actuele kennis in kaart over effectief reclasseringstoezicht.Doel Doel van het project was om een systematisch overzicht te maken van werkzame elementen voor reclasseringstoezicht. Dit zijn elementen die aantoonbaar bijdragen aan het verminderen van recidive, voorkomen van uitval, versterken van motivatie voor verandering en verbeteren van het functioneren van delinquenten op verschillende leefgebieden. Resultaten Een onderzoeksrapportage met een overzicht van werkzame elementen voor reclasseringstoezicht. Een Engelse versie van de onderzoeksrapportage: Effective practices in probation supervision: a systematic literature review. Een publieksversie van het onderzoeksrapport waarin de belangrijkste bevindingen zijn samengevat. Een artikel voor een wetenschappelijk tijdschrift (in ontwikkeling). Looptijd 01 oktober 2019 - 31 augustus 2020 Aanpak Er is in de afgelopen jaren veel onderzoek gedaan naar reclasseringstoezicht, in Nederland maar vooral ook in het buitenland. Onderzoekers voerden een systematisch literatuuronderzoek uit van de nationale en internationale onderzoeksliteratuur over reclasseringstoezicht vanaf het jaar 2000 en beoordeelden hoe onderbouwd de conclusies zijn. Relevantie voor werkveld en onderwijs Het overzicht van bewezen werkzame elementen voor toezicht op delinquenten is bijzonder nuttig, voor het werkveld en voor hbo-opleidingen die toekomstige forensisch sociale professionals opleiden. Het kan richting geven aan deskundigheidsbevordering, aan beleidsontwikkeling van de reclassering, en ondersteunt keuzes die reclasseringswerkers dagelijks moeten maken in hun begeleidingscontacten met reclasseringscliënten.
In dit onderzoek brachten we actuele kennis in kaart over effectief reclasseringstoezicht.Doel Doel van het project was om een systematisch overzicht te maken van werkzame elementen voor reclasseringstoezicht. Dit zijn elementen die aantoonbaar bijdragen aan het verminderen van recidive, voorkomen van uitval, versterken van motivatie voor verandering en verbeteren van het functioneren van delinquenten op verschillende leefgebieden. Resultaten Een onderzoeksrapportage met een overzicht van werkzame elementen voor reclasseringstoezicht. Een Engelse versie van de onderzoeksrapportage: Effective practices in probation supervision: a systematic literature review. Een publieksversie van het onderzoeksrapport waarin de belangrijkste bevindingen zijn samengevat. Een artikel voor een wetenschappelijk tijdschrift (in ontwikkeling). Looptijd 01 oktober 2019 - 31 augustus 2020 Aanpak Er is in de afgelopen jaren veel onderzoek gedaan naar reclasseringstoezicht, in Nederland maar vooral ook in het buitenland. Onderzoekers voerden een systematisch literatuuronderzoek uit van de nationale en internationale onderzoeksliteratuur over reclasseringstoezicht vanaf het jaar 2000 en beoordeelden hoe onderbouwd de conclusies zijn. Relevantie voor werkveld en onderwijs Het overzicht van bewezen werkzame elementen voor toezicht op delinquenten is bijzonder nuttig, voor het werkveld en voor hbo-opleidingen die toekomstige forensisch sociale professionals opleiden. Het kan richting geven aan deskundigheidsbevordering, aan beleidsontwikkeling van de reclassering, en ondersteunt keuzes die reclasseringswerkers dagelijks moeten maken in hun begeleidingscontacten met reclasseringscliënten.