Het was belangrijk om de authentieke standpunten, wensen en gevoelens van jongeren met een beperking over inclusie in sport te achterhalen. Daarom zijn online focusgroepen gehouden met jongeren met een beperking, hun ouders en sportprofessionals in Finland, Litouwen, Portugal en Nederland. Uit deze interviews zijn zeven thema's met betrekking tot inclusie in sport naar voren gekomen, die een voor een worden toegelicht.
Het was belangrijk om de authentieke standpunten, wensen en gevoelens van jongeren met een beperking over inclusie in sport te achterhalen. Daarom zijn online focusgroepen gehouden met jongeren met een beperking, hun ouders en sportprofessionals in Finland, Litouwen, Portugal en Nederland. Uit deze interviews zijn zeven thema's met betrekking tot inclusie in sport naar voren gekomen, die een voor een worden toegelicht.
In de volksmond staat het International Facility Management Programme bekend als 'Summerschool'. Het programma, waarmee acht samenwerkende opleidingen uit Duitsland, Finland, Nederland en Oostenrijk mede gestalte geven aan internationalisering, speelt zich namelijk grotendeels in de zomervakantie af. Dit jaar was het - jaarlijks wisselende, internationaal relevante - thema bedrijfscontinuïteit.
Teeltsubstraten zoals potgrond zijn onmisbaar voor het kweken van planten. Deze planten zorgen onder andere voor een groene, gezonde en aangename leefomgeving voor mens en natuur. Veel Nederlandse potgrond, bestaan voor een groot deel uit turf. Turf wordt gewonnen uit veengebieden in onder andere Duitsland, Ierland, Finland en Estland. Het ontginnen van turf tast het ecosysteem aan in deze landen en draagt bij aan de uitstoot van broeikasgassen. Lokale en hernieuwbare grondstoffen, zoals wilgenvezels, kunnen een duurzaam alternatief bieden voor het destructief ontgonnen turf. Om te weten of wilgenvezels dezelfde eigenschappen hebben als turf, wordt er onderzoek gedaan naar de houdbaarheid, het vasthouden van water en voedingsstoffen. Daarnaast wordt er onderzoek gedaan of dit alternatief potgrond geschikt is voor het kweken van planten die de biodiversiteit verhogen in het Hollandse-Utrechtse veenweidegebied. Het practoraat ’Water en Bodem’ ‘en het lectoraat ‘Integrale Voedsel en Productieketens’ van Hogeschool Inholland doen samen met het bedrijfsleven onderzoek naar de wilg als grondstof in potgrond. Dit onderzoek heeft als doel duurzamere kweekoplossing te bieden voor streekeigen en biodiversiteit verhogende planten voor het veenweidegebied. Zowel studenten als leerlingen van het mbo en het vmbo zetten zich in, in het opzetten van kweekproeven met planten, in potgrond met wilgenvezel als grondstof. Zij onderzoeken de kwaliteit van deze potgrond en de ontwikkeling van planten gekweekt in dit substraat, vergeleken met conventionele potgrond.
GAMEHEARTS will seek to maximise the value of the European videogame industry ecosystems (hereafter, EVGIE) within a wider social context of the creative and cultural industries (hereafter, CCI). This will consider the importance of the EVGIE in contributing to economic growth, job creation, physical and mental wellbeing, and social and cultural cohesion, by particularly focusing on, how a stronger and closer working relationship between more the traditional and emergent cultural sectors, can work better to create more inclusive and socially responsible cultural experiences. The consortium will offer policy recommendations and roadmaps setting out how the EVGIE can and should develop, and where it could act as a driver for sustained innovation and economic growth. It will utilise an evidence-based approach that focuses not just on videogame development, but rather adopts a holistic ecosystem approach, utilising both established and more innovative methodologies, to consider the competitiveness and development of the EVGIE, and how videogame know-how and technologies could drive innovation in the wider CCI. In doing so, GAMEHEARTS will develop ‘ludic experiences’, to explore possibilities of more inclusive, engaging, and empowering cultural experiences. Working across seven work packages the universities of Salford (UK), Tampere (Finland), Vienna (Austria), Breda University of Applied Sciences (Netherlands), and Wroclaw University of Economics and Business (Poland) will work in parentship with Ubisoft (France) and other major videogame partners and associations (including the ISFE & EGDF) to explore current and future trends in the EVGIE.
Doel van het vak Lichamelijke Opvoeding (LO) is dat leerlingen niet alleen beter leren bewegen, maar dat er ook aandacht is voor omgangs- en regelbekwaamheden (bijvoorbeeld fair play, het zelfstandig kunnen spelen van een spel, het organiseren van een activiteit, etc.). Ook het verwerven van (zelf)kennis en inzicht is een doel en daarmee het ontwikkelen van een eigen beweegidentiteit. De huidige praktijk van leerlingevaluatie sluit hier onvoldoende op aan en is soms zelfs demotiverend voor leerlingen. De focus van evalueren ligt daarbij vooral op de (eind)prestatie. Om leerlingen te motiveren en te ondersteunen, zou het leerproces van leerlingen richting de te bereiken doelen meer centraal moeten staan. Leraren LO vinden het echter een uitdaging om leerprocessen te monitoren en formatief te evalueren. Het ontbreekt binnen de LO aan een gebruiksvriendelijk en effectief instrument om dit te doen, passend bij de uiteenlopende doelen van het vak. Onderzoeksliteratuur en beperkte praktijkervaringen stellen een digitaal portfolio voor als mogelijk geschikt instrument. De Sportfolio App is een voorbeeld van zo’n digitaal portfolio, recent ontwikkeld voor LO. Deze app biedt nu nog onvoldoende aansluiting bij de gevarieerde doelen van het vak en is niet gericht op formatieve evaluatie. In het voorgestelde project, vormgegeven volgens de principes van Participatory Design Research, worden ontwerpprincipes en gebruiksrichtlijnen opgeleverd van een digitaal portfolio, waarmee effectief en gebruiksvriendelijk leervorderingen van leerlingen bij het vak LO inzichtelijk gemaakt kunnen worden. Deze principes en richtlijnen zullen toepasbaar zijn op verschillende vormen van (digitale) portfolio’s, waardoor scholen deze kunnen aanpassen aan de eigen mogelijkheden en wensen. Om dit te bereiken wordt er samengewerkt in een netwerk van hbo-onderzoekers, lerarenopleiders, leraren LO uit het voortgezet onderwijs, en ontwikkelaars van de Sportfolio App. De projectopbrengsten worden breed gedissemineerd binnen het werkveld van de LO.