Dienst van SURF
© 2025 SURF
Ter voorbereiding van zijn advies [Nr 55; 2014] over beïnvloeding van gedrag door de overheid heeft de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) aan Baukje Stinesen en Reint Jan Renes gevraagd een verkennend onderzoek te doen naar overheidsinitiatieven die zich richten op gedragsbeïnvloeding van de burger in de domeinen gezondheid, mobiliteit en financiën.
Jaarlijks keren circa 30.000 justitiabelen terug naar de samenleving. De reclassering houdt op een deel van hen toezicht, met als doel recidivekansen verminderen en maatschappelijke re-integratie bevorderen. Reclasseringswerkers boeken in de praktijk met hun cliënten veelal vooruitgang op domeinen zoals wonen, werk en relaties. Deze wordt echter vaak tenietgedaan door complexe schuldsituaties waarin cliënten verkeren; hetzij direct doordat cliënten bijvoorbeeld stelen om te kunnen leven, hetzij indirect doordat financiële problematiek cliënten zo in beslag neemt dat er geen ‘ruimte’ is voor werken aan gedragsverandering. Kortom, financiële problematiek is een belangrijk probleem. Reclasseringswerkers missen echter handvaten om cliënten te begeleiden bij financiële problematiek, en bij gebrek aan eenduidige methodische aanpakken zoeken zij hun eigen weg.1 Ook vanuit de literatuur is financiële problematiek bekend als criminogene factor, maar is weinig bekend over de interactie tussen schulden en criminaliteit en de factoren die daarbij een rol spelen. Zowel de praktijk als de theorie vraagt dus om onderzoek dat meer inzicht biedt in de complexiteit van financiële problematiek onder reclasseringscliënten en dat werkers bovendien concrete handvaten kan bieden om cliënten beter te begeleiden bij financiële problematiek.
De komst van integrale geboortezorg, met als doel het bieden van kwalitatief goede, continue zorg waarbij de cliënt centraal staat, heeft in verschillende regio’s in Nederland geleid tot initiatieven om de geboortezorg binnen netwerkzorg op een andere, innovatieve wijze vorm te geven. Een van die innovatieve ontwikkelingen is de pilot ‘Antenataal CTG in de eerste lijn’, uitgevoerd in drie regio’s. Een cardiotocogram (CTG) is een registratie van de foetale harttonen om de conditie van de foetus tijdens de zwangerschap te bewaken. Het CTG vindt binnen de reguliere zorg in het ziekenhuis plaats. Dankzij technologische ontwikkelingen is de apparatuur nu ook mobiel beschikbaar, wat het maken van een CTG op de verloskundigenpraktijk of thuis bij de cliënt mogelijk maakt. Dit creëert kansen voor versterking van de dienstverlening en de marktpositie van verloskundigenpraktijken. Verloskundigen uit de praktijken die deelnemen aan de pilots geven aan behoefte te hebben aan een gedegen evaluatie van de pilots, zodat deze innovatie kan worden geoptimaliseerd en handvatten kunnen worden geboden op het gebied van organisatie, logistiek en financiën. De vraag vanuit de praktijk heeft geleid tot de volgende hoofdvraag: Onder welke voorwaarden kan het antenatale CTG in de eerste lijn worden uitgevoerd als onderdeel van kwalitatief goede en doelmatige zorg dichtbij cliënten? Het onderzoeksproject is onderverdeeld in een drietal werkpakketten 1) De pilots evalueren met kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethodes 2) Het vaststellen van voorwaarden en afspraken rondom het antenataal CTG 3) Het opstellen van een kostenanalyse en businessplan. De drie onderdelen worden samengevat in een handboek wat in samenwerking met de branchevereniging (KNOV) beschikbaar wordt gesteld aan verloskundigenpraktijken, zodat ook zij deze vorm van zorg kunnen gaan aanbieden. Het antenatale CTG in de verloskundigenpraktijk is een innovatie die bijdraagt aan continue praktijk- en kennisontwikkeling en het onderzoek hiernaar is een kans voor praktijkgericht onderzoek van Hogeschool InHolland.
Het RAAK MKB project waarvoor wij deze subsidie aanvragen heeft de titel Beschermingsbewind bij LVB; van financiële veiligheid naar financiële zelfredzaamheid. Het project heeft als doelstelling bewindvoerders ondersteuning te bieden bij het vroegtijdig herkennen en effectief begeleiden van mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) in hun cliëntenbestand. Mensen die tijdelijk of blijvend niet in staat zijn om zorg te dragen voor hun financiën kunnen onder bewind geplaatst worden. De hoofdtaak van een bewindvoerder is het beschermen van de financiële belangen van de client. Een bewindvoerder draagt onder andere zorg voor het betalen van de vaste lasten, inkomensreparatie, het in kaart brengen van de schulden en zorgt dat er een restant budget is waarvan de client kan leven en idealiter zelfs kan sparen. Daarnaast heeft de bewindvoerder als taak om de financiële zelfredzaamheid van cliënten te bevorderen met indien mogelijk als resultaat opschorting van de onderbewindstelling. Bewindvoerders zien de laatste jaren dat hun cliëntenbestand aan het veranderen is. Het aantal cliënten met een licht verstandelijke beperking dat zich voor bewindvoering aanmeldt of wordt aangemeld, groeit aanzienlijk. Oorzaken hiervan zijn onder andere een zich terugtrekkende overheid en een grote nadruk op zelfredzaamheid in beleid. Mensen met een LVB beschikken niet altijd over de vaardigheden die nodig zijn om te kunnen navigeren in deze steeds complexer wordende samenleving. Bewindvoerders lopen in hun dagelijkse praktijk tegen een aantal vraagstukken aan bij de begeleiding van deze doelgroep: Hoe herken je een licht verstandelijke beperking? Hoe kan deze doelgroep het meest effectief worden ondersteund? Hoe coach je mensen met een LVB - waar mogelijk - richting financiële zelfredzaamheid? In dit project beantwoorden we deze vragen en ontwikkelen we in nauwe samenwerking met bewindvoeringsorganisaties concrete producten die ertoe bijdragen dat bewindvoerders mensen met een LVB in een vroeg stadium kunnen herkennen en effectief kunnen begeleiden.
Mensen die tijdelijk of blijvend niet in staat zijn om zorg te dragen voor hun financiën kunnen onder bewind geplaatst worden. Bewindvoerders zijn professionals die als wettelijke taak hebben om de financiële belangen van de onderbewindgestelde te beschermen en om de financiële zelfredzaamheid van onderbewindgestelden te bevorderen. Bewindvoerders(organisaties) geven aan dat hun cliëntengroep de laatste jaren is veranderd: het aandeel mensen met een licht verstandelijke beperking (lvb) is gegroeid. In hun dagelijkse praktijk lopen bewindvoerders tegen een aantal problemen aan waarbij wij hen middels dit project willen ondersteunen. De doelstelling van het project is om bewindvoerders te ondersteunen bij: 1) Het herkennen en signaleren van mensen met een lvb. 2) Het onderscheiden van verschillende niveaus van zelfredzaamheid bij mensen met een lvb. 3) Het verbeteren van de hulp- en dienstverlening aan mensen met een lvb, gericht op: o communicatie met mensen met een lvb o coaching van de financiële vaardigheden bij mensen met een lvb. Het project resulteert in de oplevering van 5 producten, die bewindvoerders concrete tools in handen geven om mensen met een lvb met schulden in een vroeg stadium te herkennen en hun de juiste ondersteuning te bieden. In werksessies gaan we de producten concretiseren met bewindvoerders, maar gedacht kan worden aan trainingsmodules, filmpjes, handreikingen. De producten richten zich op: • Product 1: Herkenning • Product 2: Mate van financiële zelfredzaamheid bij mensen met LVB • Product 3: Communicatie met mensen met een LVB • Product 4: Hulp- en dienstverlening aan mensen met een LVB • Product 5: financiële screener De producten gaan we ontwikkelen en evalueren door middel van, o.a.: interviews, vragenlijsten, observaties. Naast bewindvoerders en lvb-experts worden ook mensen met een lvb bij het onderzoek betrokken.