Dienst van SURF
© 2025 SURF
Het lectoraat Crossmediale Communicatie in het Publieke Domein (PubLab) van Hogeschool Utrecht (HU) lanceert samen met service design-bureau Ideate interventies om ouderen te stimuleren tot veiliger fietsgedrag. De interventies zijn gebundeld in het rapport ‘Zolang ik fiets’ en ontwikkeld in opdracht van de gemeenten Amersfoort en Dronten en het ministerie van Infrastructuur en Milieu.
The childhood obesity epidemic has persisted for over three decades, which has presented serious social, economic and health consequences worldwide. For researchers and policy makers alike, cycling has been a promising focus over recent years for developing long-term physically active lifestyles in urban environments, in addition to contributing to the global quest to combat climate change. Promoting cycling thus presents a win-win situation not just for individuals' well-being, but for multiple involved sectors such as public health, transport ministry and environmental agencies. For children, cycling promotes exercise engagement, active transport opportunities, motor skill development and social interaction. However, across European cities, there are considerable discrepancies in the uptake of cycling amongst children. To understand and subsequently promote children's cycling behavior, it is crucial that the complex social, physical and policy environment, and their interrelationships, are considered. Therefore, in this perspective article, we adopt the socio-ecological model to gain insight into how children's cycling behavior is shaped at the interpersonal, organizational and community level embedded within city policies, relevant to increase future cycling participation in children. Our perspective is based on a review of cycling policies of two European cities, Amsterdam (Netherlands) and Newcastle (UK), where stark contrasts in children's cycling participation can be observed. Our findings show that cycling policies in Amsterdam have mainly contributed to comprehensive organizational level changes, for example, cycling infrastructure development within the city, whereby these initiatives have made significant progress at the community level where cycling has become part of the “Dutch culture”. Hence, cycling is a more common transportation mode among children in Amsterdam than in Newcastle. In Newcastle, policies primarily focus on organizational or community level changes, and progress has recently been accelerated in response to COVID-19. In addition to differences, we have also identified similar challenges in the two cities, such as the urgency to support uptake of cycling for children with low socio-economic background or challenges related to cultural differences. We also propose a “shared (cycle-)path” for policy makers and researchers as working together is crucial in producing multi-component interventions at a policy level that recognize individual, as well as interpersonal, community and organizational factors.
Tot op heden is er weinig tot geen inzicht in de beweegredenen achter routekeuzes. Deze informatie is van belang om fietsgedrag te kunnen beïnvloeden en stimuleren. Ter verbetering van de bikeability zijn in Groningen de Slimme Routes bedacht, waarbij fietsers om drukke plekken heen worden geleid. Hiermee moeten drukke en onveilige situaties tussen weggebruikers voorkomen worden. Met behulp van objectieve monitoring is getracht zowel kwantitatieve als kwalitatieve data te verzamelen over het fietsgedrag richting het Zernikecomplex met als dit gedrag te kunnen beïnvloeden.
Beleidsmakers en educatieve instellingen voorzien van inzichten in fietsgedrag en verkeerssituaties. Dit raak publiekssubsidievoorstel presenteert een innovatief multidisciplinair project dat zich richt op leveren van deze inzichten d.m.v. geavanceerde AI technologie.
Fietsen is diepgeworteld in de Nederlandse cultuur en draagt bij aan een duurzame, gezonde en mobiele samenleving. Met de opkomst van nieuwe (elektrische) vervoersmiddelen, neemt ook de complexiteit van het verkeer toe en ontstaan er nieuwe veiligheidsuitdagingen. Om deze effectief aan te pakken, is het van groot belang om beleidsmakers en educatieve instellingen te voorzien van diepgaande inzichten in fietsgedrag en verkeerssituaties. Met dit project richten we ons op het leveren van deze inzichten door middel van geavanceerde AI-technologieën. De huidige software-oplossingen gericht op het verbeteren van de verkeersveiligheid zijn vaak beperkt in hun functionaliteit en toepassingsgebied. Ze richten zich voornamelijk op het tellen en volgen van verkeersdeelnemers, zonder de complexiteit van fietsverkeer te analyseren. Ons project onderscheidt zich door het gebruik van recente state-of-the-art AI-methoden om complexe verkeerssituaties en fietsgedrag automatisch te analyseren en te classificeren. Ons AI-gestuurde systeem maakt gebruik van Nederlandse videobeelden afkomstig van zowel statische camera's als camera's gemonteerd op fietsers. Hierdoor kunnen we onveilig fietsgedrag en risicovolle situaties herkennen en aanbevelingen doen aan beleidsmakers voor infrastructuuraanpassingen. Het implementeren van AI in opleidingen zoals ruimtelijke ordening zal leiden tot een verfrissend curriculum dat studenten future-proof opleidt. Samen werken we aan de ruimtelijke ontwikkeling van de toekomst. Bovendien kunnen de AI-tools worden gebruikt om lesmateriaal te ontwikkelen, waardoor zij beter inzicht krijgen in de factoren die bijdragen aan onveilige situaties en hoe zij hun gedrag kunnen aanpassen om het risico op ongevallen te verminderen. Het aanvragende consortium bestaat uit een multidisciplinair team van onderzoekers en studenten uit de AI, computer vision, verkeerspsychologie, verkeerskunde en ruimtelijke ontwikkeling, die samenwerken met publieke instellingen en commerciële partners aan een open-source intelligent softwaresysteem. Samengevat zal dit project niet alleen de huidige kennis over fietsgedrag en verkeersveiligheid uitbreiden, maar ook de manier waarop beleidsmakers en educatieve instellingen met deze kwesties omgaan transformeren.