Dienst van SURF
© 2025 SURF
Deze publicatie over de vroege fase van bedrijfsopvolging in familiebedrijven laat zien dat de intentie van een volgende generatie om al dan niet het bedrijf over te nemen zich al op jonge leeftijd ontwikkelt. Ouders oefenen invloed uit op de ontwikkeling van hun kinderen door (on)bewust gebruik te maken van sociale mechanismen, waardoor de emotionele betrokkenheid van het kind in meer of mindere mate kan worden gestimuleerd. Daarbij worden er verschillende vormen van planning gebruikt voor het bedrijfsopvolgingsproces; zowel formele als intuïtieve planning. Voor ouders blijft het een dilemma om een evenwicht te vinden in het stimuleren van de individuele belangen en behoeften van hun kinderen, de belangen van het gezin en de belangen van het bedrijf. Met deze publicatie hopen wij ondernemende families handvatten te geven om op een nieuwe, andere manier naar de opvolging te kijken.
Full text via link. Interview met Lex van Teeffelen. Van Teeffelen is lector bedrijfsoverdracht en innovatie. Dat zal veel mensen niet zo aantrekkelijk in de oren klinken. Want bedrijfsoverdrachten, dat klinkt al gauw als iets ingewikkelds met veel geld en zo. Niet iets reëels voor een student. Dan ligt starten als zzp-er en langzaam verder bouwen aan een eigen bedrijf meer voor de hand. Zou je denken. Maar daar denkt Van Teeffelen dus anders over. Heel anders.
LINK
In dit project verricht het lectoraat Familiebedrijven van Hogeschool Windesheim samen met de Hogeschool Utrecht, Hogeschool van Amsterdam, CUMELA, de Jong & Laan en MKB familiebedrijven praktijkgericht onderzoek naar financiering en besluitvorming bij MKB familiebedrijven. Nu banken vanwege de economische crisis terughoudender zijn geworden in kredietverlening en hun financieringseisen hebben verzwaard, zijn meer bedrijven aangewezen op eigen middelen en familiekapitaal. Vormen van zelf-financiering worden steeds belangrijker om groei en continuïteit van MKB familiebedrijven te waarborgen. Met name bij de overdracht van kapitaalintensieve MKB familiebedrijven worden complexe financieringsconstructies bedacht om de overname mogelijk te maken. Vaak wordt hierbij onvoldoende nagedacht over het onderscheid tussen de verschillende rollen die familieleden kunnen hebben als ze met hun vermogen in het bedrijf zitten (eigenaar of andere vermogensverschaffer, familielid, directielid, werknemer). Hierdoor kan onduidelijkheid ontstaan over onderwerpen zoals besluitvorming, rendement op vermogen, zeggenschap en beloningsstructuren, waardoor op termijn conflicten kunnen ontstaan. Daarnaast kan de besturing van ondernemingen door de verschillende belangen van vermogensverschaffers in negatieve zin worden beïnvloed en kan dit (op termijn) de continuïteit, wendbaarheid en groei van ondernemingen in gevaar brengen. Zowel in de praktijk als in het onderzoek ontbreekt het aan kennis over hoe met deze problematiek kan worden omgegaan. Dit project heeft daarom tot doel om samen met de projectpartners nieuwe kennis te ontwikkelen rond zelf-financiering en besluitvorming in MKB familiebedrijven. Door middel van ontwerpgericht praktijkonderzoek wordt bestaande en nieuwe kennis over de rol van zelf-financiering en de positie van eigenaren omgezet in oplossingsrichtingen ter verbetering van de besluitvorming in MKB familiebedrijven. Door het monitoren van de uitgevoerde interventies zal worden vastgesteld of de oplossingsrichtingen in de praktijk werken. De kennis die uit dit project voortkomt beoogt daarmee het handelingsvermogen van eigenaren en directieleden te vergroten en zelf-financiering als mogelijke financieringsbron effectiever te maken.
In dit project verricht het lectoraat Familiebedrijven van Hogeschool Windesheim samen met CAH Vilentum in Dronten, LTO Noord, NAJK en agrarische MKB familiebedrijven praktijkgericht onderzoek naar de familiale en bedrijfsmatige aspecten rond opvolging bij agrarische MKB familiebedrijven. Met dit project wordt nieuwe kennis ontwikkeld, die aansluit bij kennis over opvolging in familiebedrijven en die specifiek wordt toegepast binnen de agrarische sector. Bijna de helft van alle agrarische bedrijven in Nederland heeft een bedrijfshoofd van 55 jaar of ouder. Het merendeel van deze bedrijven is een familiebedrijf en heeft te maken met het onderwerp bedrijfsopvolging. Voor een geslaagd opvolgingsproces is het belangrijk dat familiebelangen en bedrijfsbelangen adequaat worden gebalanceerd. In de praktijk blijkt het lastig deze belangen rond overdracht van leiding en eigendom bespreekbaar te maken en goed af te wegen. Vanuit agrarische families is daarom de vraag hoe het opvolgingsproces het beste kan worden vormgegeven en welke instrumenten daarbij kunnen worden ingezet. De belangrijkste doelstelling van dit project is om nieuwe kennis op te doen over het opvolgingsproces bij agrarische familiebedrijven en het opvolgingsproces met instrumenten in positieve zin te veranderen. Door kwalitatief onderzoek worden belemmerende factoren rond opvolging in de agrarische context onderzocht. Op basis van deze nieuwe inzichten worden instrumenten ontwikkeld die het opvolgingsproces faciliteren. Door interventies zal worden vastgesteld of de instrumenten in de praktijk werken. De kennis die uit dit project voortkomt, beoogt daarmee het handelingsvermogen van agrarische families rond bedrijfsopvolging te ondersteunen. Het project levert een bijdrage aan bestaande kennis door gebruik te maken van multi-level onderzoek (perspectief van de opvolger, overdrager, familieleden, familie en bedrijf) en het observeren van gesprekken over het opvolgingsproces, de familie en het bedrijf. Het meest concrete resultaat is een beschrijving van een model opvolgingsproces met bijbehorende instrumenten om belangrijke onderwerpen rond opvolging bespreekbaar te maken, zoals een zelfanalyse instrument, een stappenplan, hulpmiddelen om gesprekken te faciliteren en een model familiestatuut afgestemd op agrarische familiebedrijven.
Een duurzame bedrijfsovername van een agrarisch familiebedrijf vraagt veel van de overdrager en overnemer. In het regeerakkoord “Vertrouwen in de toekomst” is afgesproken dat jonge boeren worden ondersteund bij de bedrijfsovername. Dit project zal daaraan bijdragen door het tot stand komen van een Kenniscentrum Bedrijfsovername. Hier kunnen bedrijfsoverdragers en overnemers hun zoektraject starten naar voor hun relevante informatie en begeleidingstrajecten. De onderzoeksvraag van het project Expeditie Agrarische bedrijfsovername Living lab Noord-Nederland luidt dan ook: Hoe kan de bestaande infrastructuur voor ondersteuning van duurzame bedrijfsovername worden verbeterd en uitgebreid? Het onderzoek dat loopt van april 2020 tot april 2022 zal starten met een inventarisatie van bestaande ondersteuningstrajecten gericht op een duurzame bedrijfsovername in de Agrarische sector. Daaropvolgend zal onderzocht worden hoe ondersteuningstrajecten verbeterd en in de praktijk toegankelijker gemaakt kunnen worden voor de doelgroep. Afsluitend zullen de resultaten interactief worden weergegeven in een fictieve landschapskaart waarin bedrijfsovernemer, -overdrager en hun familieleden hun weg vinden langs relevante themagebieden. Deze landschapskaart zal specifiek in Living Lab Noord-Nederland verder worden uitgewerkt tot een prototype ‘Serious game’. Daarmee doen gebruikers in een veilige omgeving ervaringen op die relevant zijn voor het doorlopen van het bedrijfsovernameproces. Ze verkennen de route om tot een duurzame bedrijfsovername te komen in de werkelijke situatie. Dit onderzoek zal vanuit een samenwerking van hogescholen (VHL, Windesheim, NHL Stenden, Aeres) en MBO worden gedaan bij agrarisch ondernemers (toekomstig ondernemers, zij die in verschillende fases van de bedrijfsovername zitten en bij ondernemers die dit achter de rug hebben), hun families en de adviespraktijk. Door de vorm, Living Lab, zullen resultaten uit het project direct hun doorwerking in de praktijk vinden en zal het project bijdragen aan het versterken van het netwerk (onderwijs, ondernemers en adviespraktijk).