Er wordt dezer dagen in de Nederlandse sociale sector veel geïnvesteerd in evidence based practice. Brede welzijnsorganisaties worden er in hun onderhandelingen met gemeenten op aangesproken, en wat niet 'evidence based' is vormt een makkelijke prooi voor bezuinigingen. Landelijke organisaties zoals NJi en MOVISIE werken hard aan het bouwen en vullen van vrij toegankelijke digitale databanken met daarin actuele informatie over welke effectonderzoeken beschikbaar zijn voor een hele reeks sociale interventies. Krachtig materiaal dat de modernisering van sociaal werk vooruit kan helpen, maar tegelijk leidend aan de eerder genoemde vorm van bijziendheid. Een volwaardig perspectief op beroepsinnovatie in de sociale sector kan zich niet beperken tot een normatief uitgangspunt, tot verkondigen wat zou moeten zijn. Dat volwaardig perspectief bereiken we pas als we kijken naar wat is, naar de diverse factoren die de dynamiek van beroepsinnovatie beïnvloeden, ook als ze minder verheffend zijn (bijvoorbeeld de invloed van platte commercie, of macht en populisme). We doen daarom een oproep om open biografieën van sociale interventies te ontwikkelen, om vanuit een sociologisch perspectief te beschrijven hoe allerlei sociale interventies een plek verwerven in het dagelijks leven van sociaal werk.
Er wordt dezer dagen in de Nederlandse sociale sector veel geïnvesteerd in evidence based practice. Brede welzijnsorganisaties worden er in hun onderhandelingen met gemeenten op aangesproken, en wat niet 'evidence based' is vormt een makkelijke prooi voor bezuinigingen. Landelijke organisaties zoals NJi en MOVISIE werken hard aan het bouwen en vullen van vrij toegankelijke digitale databanken met daarin actuele informatie over welke effectonderzoeken beschikbaar zijn voor een hele reeks sociale interventies. Krachtig materiaal dat de modernisering van sociaal werk vooruit kan helpen, maar tegelijk leidend aan de eerder genoemde vorm van bijziendheid. Een volwaardig perspectief op beroepsinnovatie in de sociale sector kan zich niet beperken tot een normatief uitgangspunt, tot verkondigen wat zou moeten zijn. Dat volwaardig perspectief bereiken we pas als we kijken naar wat is, naar de diverse factoren die de dynamiek van beroepsinnovatie beïnvloeden, ook als ze minder verheffend zijn (bijvoorbeeld de invloed van platte commercie, of macht en populisme). We doen daarom een oproep om open biografieën van sociale interventies te ontwikkelen, om vanuit een sociologisch perspectief te beschrijven hoe allerlei sociale interventies een plek verwerven in het dagelijks leven van sociaal werk.
In onze opvatting van evidence beperken we ons niet tot de wetenschappelijke evidence die op basis van randomised clinical trials (RCT's) en systematic reviews tot stand komt. In het lectoraat hanteren we een holistische interpretatie van evidence-based practice. Het genereren en toetsten van alle vormen van kennis ('weten wat' en 'weten hoe') van alle stakeholders (zorgverleners, managers en zorgvragers) wordt in het lectoraat beschouwd als meer robuste evidence waarop de praktijkvoering gebaseerd kan worden. Het genereren en toetsen van 'niet empirische' kennis vraagt andere competenties dan slechts kritisch kijken naar onderzoeksverslagen. Bijvoorbeeld, reflectieve beroepsuitoefening is een belangrijke vaardigheid in het toetsen van het 'weten hoe' (professionele vakkennis).
Voldoende bewegen is van belang voor iedereen, maar bij uitstek voor patiënten met chronische aandoeningen. Draagbare beweegsensoren bieden veel potentie om beweeggedrag van deze patiënten effectief te stimuleren binnen de eerstelijns zorg en revalidatiecentra. Zorgprofessionals erkennen die potentie, met name voor het creëren van bewustzijn van beweeggedrag bij hun patiënten en om gerichte feedback te geven. Echter ervaren de zorgprofessionals moeite bij het gebruik van beweegsensoren; bijvoorbeeld bij het instellen, uitlezen en interpreteren van de data. Ze geven aan kennis en vaardigheden te missen om de beweegsensoren doelgericht in te kunnen zetten, en passen het dan ook maar weinig toe. Dit terwijl de zorgprofessionals cruciale schakels zijn in de steeds evidenter wordende noodzaak van toepassing van technologie in de zorg. Momenteel bestaan er nog geen standaard richtlijnen, werkwijzen of een andere vorm van ondersteuning om beweegsensoren doelgericht en effectief in te zetten. De onderzoeksvraag die wordt beantwoord in dit project is: “Hoe kunnen professionals in de beweegzorg, werkzaam in de 1e lijn en revalidatiecentra, ondersteund worden bij het doelgericht inzetten van technologie voor het meten en stimuleren van beweeggedrag bij patiënten met chronische aandoeningen?” Deze onderzoeksvraag wordt opgelost door middel van een ontwerpgericht onderzoek, waarin een Evidence-Based-Practice methodiek wordt ontwikkeld die zorgprofessionals ondersteunt bij het inzetten van beweegsensoren. De eerste fase (problem finding) in het ontwerpgerichte onderzoek richt zich op wat er ontwikkeld gaat worden, o.a. aan de hand van stakeholder-mapping, best practices, en het opstellen van een plan van eisen & wensen. De tweede fase (solution finding) richt zich op het ontwikkelen van de methodiek, door middel van co-creatie ontwerpsessies met de stakeholders. In deze fase wordt een prototype ontwikkeld dat in de praktijk getest en geëvalueerd gaat worden. In beide fasen en in elke stap wordt de praktijk betrokken door middel van focusgroepen, groepsbijeenkomsten en expert raadpleging.
The project aims to improve palliative care in China through the competence development of Chinese teachers, professionals, and students focusing on the horizontal priority of digital transformation.Palliative care (PC) has been recognised as a public health priority, and during recent years, has seen advances in several aspects. However, severe inequities in the access and availability of PC worldwide remain. Annually, approximately 56.8 million people need palliative care, where 25.7% of the care focuses on the last year of person’s life (Connor, 2020).China has set aims for reaching the health care standards of the developed countries by 2030 through the Healthy China Strategy 2030, where one of the improvement areas in health care includes palliative care, thus continuing the previous efforts.The project provides a constructive, holistic, and innovative set of actions aimed at resulting in lasting outcomes and continued development of palliative care education and services. Raising the awareness of all stakeholders on palliative care, including the public, is highly relevant and needed. Evidence based practice guidelines and education are urgently required for both general and specialised palliative care levels, to increase the competencies for health educators, professionals, and students. This is to improve the availability and quality of person-centered palliative care in China. Considering the aging population, increase in various chronic illnesses, the challenging care environment, and the moderate health care resources, competence development and the utilisation of digitalisation in palliative care are paramount in supporting the transition of experts into the palliative care practice environment.General objective of the project is to enhance the competences in palliative care in China through education and training to improve the quality of life for citizens. Project develops the competences of current and future health care professionals in China to transform the palliative care theory and practice to impact the target groups and the society in the long-term. As recognised by the European Association for Palliative Care (EAPC), palliative care competences need to be developed in collaboration. This includes shared willingness to learn from each other to improve the sought outcomes in palliative care (EAPC 2019). Since all individuals have a right to health care, project develops person-centered and culturally sensitive practices taking into consideration ethics and social norms. As concepts around palliative care can focus on physical, psychological, social, or spiritual related illnesses (WHO 2020), project develops innovative pedagogy focusing on evidence-based practice, communication, and competence development utilising digital methods and tools. Concepts of reflection, values and views are in the forefront to improve palliative care for the future. Important aspects in project development include health promotion, digital competences and digital health literacy skills of professionals, patients, and their caregivers. Project objective is tied to the principles of the European Commission’s (EU) Digital Decade that stresses the importance of placing people and their rights in the forefront of the digital transformation, while enhancing solidarity, inclusion, freedom of choice and participation. In addition, concepts of safety, security, empowerment, and the promotion of sustainable actions are valued. (European Commission: Digital targets for 2030).Through the existing collaboration, strategic focus areas of the partners, and the principles of the call, the PalcNet project consortium was formed by the following partners: JAMK University of Applied Sciences (JAMK ), Ramon Llull University (URL), Hanze University of Applied Sciences (HUAS), Beijing Union Medical College Hospital (PUMCH), Guangzhou Health Science College (GHSC), Beihua University (BHU), and Harbin Medical University (HMU). As project develops new knowledge, innovations and practice through capacity building, finalisation of the consortium considered partners development strategy regarding health care, (especially palliative care), ability to create long-term impact, including the focus on enhancing higher education according to the horizontal priority. In addition, partners’ expertise and geographical location was also considered important to facilitate long-term impact of the results.Primary target groups of the project include partner country’s (China) staff members, teachers, researchers, health care professionals and bachelor level students engaging in project implementation. Secondary target groups include those groups who will use the outputs and results and continue in further development in palliative care upon the lifetime of the project.
Bij de reclassering is professioneel handelen en besluitvorming gebaseerd op actuele vakkennis. Ook wordt steeds meer afgestemd met cliënten. Dit sluit aan bij de principes van evidence-based practice (EBP): de expertise van de professional, wetenschappelijke kennis en cliëntervaringen vormen samen de input voor het nemen van weloverwogen besluiten. De reclassering heeft al verscheidene stappen gezet richting een EBP maar ervaart diverse knelpunten in de uitvoering ervan. Reclasseringswerkers vinden het bijvoorbeeld moeilijk om op een adequate manier de verbinding te leggen tussen theorie en praktijk. Daarbij vinden ze het lastig om, vanwege het gedwongen kader, de meningen van cliënten te betrekken.Doel Bijdragen aan het doorontwikkelen van de reclasseringspraktijk naar een EBP. Resultaten Vijf teams van de reclasseringsorganisaties (3RO) voeren het onderzoeksproject uit. Zij vormen samen met onderzoekers en (ex-)cliënten zogenoemde ‘ontwikkelwerkplaatsen’ waarin zij nieuwe werkwijzen ontwikkelen, evalueren en bijstellen. Onderzocht wordt of deze nieuwe werkwijzen leiden tot veranderingen in opvattingen en gedrag bij reclasseringswerkers en het functioneren van cliënten. Ook evalueren we in hoeverre het versterken van EBP bijdraagt aan recidivebeperking en re-integratie van cliënten. Looptijd 01 november 2022 - 08 januari 2026 Aanpak Analyse van het ontwikkelproces in de teams Effectmeting op strafrechtelijke recidive en re-integratie van cliënten Herhaalde metingen: • Interviews met beleidsmedewerkers, reclasseringswerkers, leidinggevenden, (evt.) werkbegeleiders en cliënten, incl. controleteams • Geluidsopnames van toezichtgesprekken • Gestructureerde observatie van casuïstiekbesprekingen • Verslaglegging van bijeenkomsten in ontwikkelwerkplaatsen