Dienst van SURF
© 2025 SURF
Onderzoeksrapport over opvatting van inwoners over hun waardering voor karakteristieke gebouwen, dorpen en het landschap. En specifiek t.a.v. verduurzaming van dit natuurlijk en cultuurhistorisch erfgoed.
In dit artikel zal worden ingegaan op transities in het landschap vanuit de stelling dat een belangrijk deel van de aard, de beleving en de waarde van het landschap het gevolg is van een aaneenschakeling van transities. Vervolgens wordt ingegaan op de relatie tussen landschapstransities en onderwijs resulterend in de conclusie dat transitieonderwijs eigenlijk immaterieel erfgoed is. Als laatste volgt een beschrijving van het erfgoedonderwijs en de betekenis van erfgoedonderwijs voor de huidige transities inzake klimaat, water, landbouw en natuur.
MULTIFILE
Gebouwd en landschappelijk erfgoed zijn van groot belang voor de kwaliteit en identiteit van de leefomgeving. Hoe houden we ons erfgoed in stand, ook in het licht van grote ruimtelijke transities? Hoe kunnen erfgoedwaarden inzetten als inspiratiebronnen bij deze ruimtelije transities? Onderzoekers Maarten Vieveen en Tineke van der Schoor doen onderzoek naar deze aspecten. Regelmatig wordt samengewerkt met eindgebruikers (inwoners, beheerders en passanten), erfgoedinstellingen en overheiden.Het koepelproject Duurzaam Erfgoed heeft een belangrijke impuls gekregen door het RAAK-project Energieke Restauraties (2011-2013) en het Living Lab Erfgoed in Energietransitie van RVO (2020-2021). In deze projecten werd speciaal aandacht besteed aan het perspectief van de eindgebruiker, erfgoedwaarden, energiereductie en energieopwekking.
Uit de resultaten wordt duidelijk dat - alhoewel verduurzaming een koppelkans was van restauratie en groot onderhoud - verduurzaming een positief effect heeft op duurzame instandhouding. Door de verbetering van de energieprestatie, het verhoogd thermisch comfort en verlaagde energiekosten (in bijna alle gevallen) is het voor eigenaren interessanter en/ of gemakkelijker geworden om deze gebouwen te gebruiken en zich in te zetten voor onderhoud. In bijna alle gevallen was sprake van een positieve impact op de milieubelasting voor de komende 30 jaar, met de kanttekening dat niet alle milieuimpact is meegenomen (vermoed wordt dat de impact nog positiever is). In één geval was de milieuimpact negatief, de oorzaak is dat het energieverbruik al zeer laag was dus de materiele impact in verhouding erg groot is en in dit geval tot een negatief resultaat leidt. Samengevat wordt geconcludeerd dat erfgoedwaarden deels verloren gaan, maar in het brede perspectief op instandhouding op de lange termijn acceptabel is. En dus een positief effect heeft op de energieprestatie (één keer meer dan de landelijke ambities) en de milieubelasting. Verduurzaming is dus goed voor het gebruik en mileu, maar doet soms wel een beetje pijn. Op welke manier verduurzamen particuliere eigenaren hun rijksmonumenten? En wat zijn effecten op erfgoedwaarden, energieprestatie en milieubelasting? Deze vragen zijn in samenhang onderzocht in dit project en geven inzicht in het maatwerkproces: welke opgaven speelden er, wie waren er betrokken en waarom werden deze oplossingen gekozen. Daarnaast is de impact in kaart gebracht.
Erfgoed als belemmering voor duurzame ontwikkeling? Duurzame ontwikkeling als bedreiging voor erfgoedbehoud? Dit KIEM-project benadert erfgoed als constante aanwezige kwaliteit en als bron voor duurzame ontwikkeling vanuit zowel het perspectief van experts als dat van de dagelijkse gebruikers.Concreet geeft dit onderzoek antwoord op praktijkvragen van het consortium Duurzaam Ameland: wat is de impact van drie energiescenario’s op de ruimtelijke kwaliteit op landschaps-, dorps- en gebouwenniveau? Hoe ervaren de Amelanders deze impact, in het bijzonder ten aanzien van erfgoedwaarden? En welke suggesties voor erfgoed als inspiratiebron voor de energietransitie hebben zij vanuit hun perspectief?Het project benadert dit vraagstuk daarmee vanuit een nieuwe manier van denken waarbij de wederkerige relatie tussen een landschap, dorpen en gebouwen wordt gelegd en eveneens verschillende waardenperspectieven worden geïntegreerd. De uitvoering van dit project vindt dan ook plaats in samenwerking met dagelijkse gebruikers (Amelanders), de overheid (gemeente Ameland), een adviesbureau (Dijkoraad R.R.G. B.V.) en een kennisinstelling (Hanzehogeschool Groningen).