Dienst van SURF
© 2025 SURF
Bijdrage aan de HU Duurzaam Doen Dag, met een inleiding op de energietransitie. Aan bod komen o.a. Verduurzaming van gebouwen, decentrale en centrale energieopslag en distibutie
De Europese Unie heeft zich ten doel gesteld om de gevolgen van klimaatverandering in te perken. Als gevolg daarvan zal de duurzame energieproductie in de komende jaren (naar verwachting) toenemen en de productie van fossiele energie afnemen. De verwachting is dat een groot gedeelte van deze duurzame energieproductie uit intermitterende energiebronnen zal bestaan zoals wind- en zonne-energie, al blijft daarbij het probleem dat energie uit dergelijke bronnen niet altijd geleverd kan worden op het moment dat er vraag naar is. De energiemarkt heeft behoefte aan flexibiliteit en energieopslag kan daarin voorzien. Opslagtechnologieën bieden de mogelijkheid om overproductie van intermitterende bronnen op te slaan en daarmee de vraag naar energie op te vangen op momenten van onderproductie. Om te bepalen welke opslagtechnologie het meest geschikt is voor welke situatie, heeft de Hanzehogeschool Groningen in opdracht van Netbeheer Nederland een opslaglabel ontwikkeld dat dit mogelijk maakt.
Dit projectvoorstel is gericht op het samen met lokale coöperaties ontwikkelen van innovatieve energiediensten, onder meer om problemen als netcongestie het hoofd te bieden. Deze energiediensten bieden lokale coöperaties kansen om economisch renderende taken op te pakken. Bovendien worden de mogelijkheden voor regionale energiediensten onderzocht. Met regionale samenwerking kunnen lokale coöperaties worden ondersteund, kennis van netbeheer verworven worden en gezamenlijk zijn lokale coöperaties een effectieve gesprekspartner voor netbeheerders. Het project kent een vijftal werkpakketten, die ieder een specifiek onderwerp bestrijken. In werkpakket 1 wordt samen met lokale energiecoöperaties gewerkt aan het verkennen van de behoeften aan en mogelijkheden van lokale energiediensten. Hoe kunnen coöperaties zinvol gebruik maken van de (vernieuwde en oude) Experimentenregeling? In werkpakket 2 wordt onderzocht welke mogelijkheden er zijn om op regionaal niveau coöperatieve energiediensten te leveren, zoals flexibiliteitsdiensten, energieopslag en vraagzijdesturing. In werkpakket 3 wordt in kaart gebracht welke mogelijkheden blockchain-achtige oplossingen bieden voor onderlinge levering van energie door prosumers en lokale energiecoöperaties. Werkpakket 4 onderzoekt de juridische aspecten van onder meer het EU-Clean Energy Package en de Experimentenregeling in relatie met lokale duurzame energie. Op basis daarvan wordt een ‘juridische routekaart’ ontwikkeld die coöperaties zal helpen om de juridische routes van louter opwek naar een actievere rol in het energiesysteem te verkennen. Werkpakket 5 tenslotte is gericht op coördinatie van het project en verspreiding van de resultaten in de vorm van netwerkbijeenkomsten, een nieuwsbrief en artikelen. Het project sluit nauw aan bij verschillende onderwijsmodules van de Hanzehogeschool, zoals de Innovatiewerkplaats (IWP) Energy Markets van Entrance en de Master Energy For Society.
Als gevolg van de energietransitie wordt het steeds moeilijker om energieaanbod en -vraag op elkaar af te stemmen en ontstaan problemen op het elektriciteitsnet. Energieopslag biedt een oplossing: duurzame energie wordt opgeslagen op momenten dat er aanbod en weinig energievraag is en beschikbaar gesteld wanneer er weinig aanbod en veel vraag is. Lokale opslag biedt een kans om lokale uitval van het elektriciteitsnet te voorkomen en geeft meerwaarde aan duurzame energie. Opslag in waterstof is uitermate geschikt voor zowel toepassingen op MW-schaal (windparken), voor seizoensopslag en voor toepassingen waar distributie relevant is. De wens van bedrijventerreinen om te verduurzamen biedt een kans om gericht aan oplossingen voor lokale energieopslag in waterstof en bijbehorende toepassingen te werken. In dit project werkt de HAN samen met MKB-bedrijven, Saxion, TU Delft, lokale overheden en een aantal overige partners aan het ontwikkelen en optimaliseren van een energieopslagsysteem gebaseerd op waterstof en bijbehorende waterstoftoepassingen op en voor bedrijventerrein IPKW in Arnhem. Beschikbare windenergie van in aanbouw zijnde turbines langs de Rijn bij IPKW vormen de aanleiding voor het ontwerpen, modelleren, construeren en testen van een (geschaald) energieopslagsysteem gebaseerd op de productie, en opslag van waterstof. Specifieke toepassingen op het industriepark worden geïnventariseerd, en waar mogelijk gerealiseerd en gemonitord, voor met name lokaal bedrijfstransport en elektriciteitslevering. Scenario’s voor ontwikkeling en toepassing van de technologie ontwikkeld en haalbaarheidsstudies uitgevoerd. Kennis en expertise worden ontwikkeld om het proces van optimale implementatie van waterstof voor energieopslag in een energieketen met specifieke toepassingen op een bedrijventerrein te ondersteunen. Met dit project bouwen wij voort op de vele eerdere waterstofprojecten die bij de HAN zijn uitgevoerd en maken we gebruik van ons recent gerealiseerde shared facility HAN Waterstoflab op IPKW.
De woonwijk DPM heeft interesse om een buurtbatterij te laten plaatsen. Een eerder uitgevoerde haalbaarheidsstudie (november 2021) toont aan dat de kansen voor deze jonge woonwijk gunstig zijn en de bewoners zijn voornemens om het traject verder voort te zetten. De gemeente Smallingerland is gevraagd om hierin te faciliteren. Het is echter onduidelijk wat dit betekent op juridisch en technisch vlak en wat er allemaal op de gemeente af kan komen aan vragen. Zo zal er een omgevingsvergunning verleend moeten worden voor de buurtbatterij, die het formaat zal hebben vergelijkbaar aan een zeecontainer. Met welke technische en veiligheidsvereisten dient de gemeente dan rekening te houden? Ook is het onduidelijk wat het plaatsen van de buurtbatterij betekent voor de netbeheerder. Wordt het een extern onderdeel van het systeem zodat de opslagfunctie ook kan dienen als flexibiliteitsdienst? En zo ja, zal de bewonersvereniging deze taak gaan vervullen? Wie wordt dan verantwoordelijk voor het onderhoud en beheer bijvoorbeeld? Andere vragen die spelen zijn technisch van aard. Welke kabeltjes moeten waar gelegd worden en wat betekent dit voor de (ondergrondse) ruimtelijke ordening? Tot slot, zal moeten worden gekeken naar het draagvlak en de participatie van bewoners. Op welke wijze kan er co-creatie ontstaan en draagvlak worden behouden?