Dienst van SURF
© 2025 SURF
In 2015 komt er een einde aan de tijdelijke afwijking in het examenprogramma geschiedenis voor de tweede fase, waarbij het centraal examen betrekking had op de domeinen A en C. Vanaf 2015 heeft het centraal examen betrekking op de domeinen A en B. Op basis van twee pilots (havo en vwo) in de periode 2004 - 2010 en het werk van een tussencommissie heeft een commissie in opdracht van het College voor Examens een syllabus gemaakt, in een havo- en een vwo-versie, voor het examen in 2015. Deze syllabus bevat een nadere specificatie van het examenprogramma. De consequenties van deze syllabus zijn zodanig, dat het wenselijk bleek ook de Handreiking voor het schoolexamen aan te passen. Deze aangepaste handreiking ligt nu voor u. Ze bevat suggesties en adviezen voor de inrichting van het schoolexamen. Die hebben een niet-voorschrijvend karakter. De handreiking opent met een beschrijving van de positie van het vak in de vernieuwde tweede fase en een weergave van de veranderingen ten opzichte van het nu nog vigerende examenprogramma Daarna wordt ingegaan op de overeenkomsten en verschillen tussen het havo- en het vwoprogramma en op de verdeling van de leerstof over het centraal examen en het schoolexamen. Vervolgens worden de eindtermen voor het schoolexamen uitgelegd en toegelicht. De mogelijkheden voor toetsing van de eindtermen in het schoolexamen komen aan de orde evenals suggesties voor weging van de verschillende toetsen. Er wordt ingegaan op afstemmingsmogelijkheden met andere vakken in de tweede fase en op de mogelijkheden die scholen vanaf 2007 hebben om eigen onderdelen toe te voegen aan de onderdelen die in het schoolexamen wettelijk voorgeschreven zijn. Ten slotte zijn enkele onderdelen uit een eerdere brochure (2007) opgenomen, die hun geldigheid hebben behouden. Zo wordt voorbeeldmatig kort ingegaan op een doorlopende leerlijn van onderbouw naar tweede fase. 'Het ontstaan (en de gevolgen) van de industriële samenleving' is een beschrijving van een mogelijke invulling van een diachronisch thema, waarin verschillende kenmerkende aspecten van tijdvak acht aan de orde komen. Voor het hoofdstuk over het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) is dankbaar gebruik gemaakt van de inbreng van collega's tijdens bijeenkomsten gewijd aan de inrichting van het schoolexamen in het kader van het SLO-project Kwaliteitsborging Schoolexamens.
Op 6 mei 2018 schreef Elmar Hellendoorn in De Volkskrant dat ‘Europa’ zijn machtspolitieke wortels moet herontdekken, ofwel de wortels van de vroege jaren, toen conservatieve realisten zoals Charles de Gaulle en Konrad Adenauer nog een bepalende rol speelden. Tevens schreef hij hoe ‘aan Amerikaanse universiteiten en denktanks een groeiende desinteresse in Europa merkbaar is’. Immers, de werkelijk bepalende gebeurtenissen van de wereld zijn verbonden met de opkomst van China, de hervonden status van Rusland, de situatie in het Midden-Oosten en misschien zelfs de ongewisse mogelijkheden voor Groot-Brittannië na de Brexit. Europa, het oude continentale Europa, geldt in de Verenigde Staten als oninteressant, vooral vanwege een vermeend gebrek aan leiderschap en visie. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/guido-van-hengel-8312729/
Opbrengsten van een project, waarin samenwerking tussen werkveld en lerarenopleiding rondom de inzet van jeugdliteratuur centraal staat. Het laat zien wat de kracht kan zijn van bekroonde jeugdliteratuur voor het opgroeiende kind, de (aankomende) leraar en de lerarenopleider. In het project participeren drie hogeschooldocenten geschiedenis, vier hogeschooldocenten taal en vier leraren in een professioneel leernetwerk (PLN). Daarnaast participeren 23 leraren en 374 leerlingen uit de midden- en bovenbouw van de vier betrokken scholen. Na uitvoer van het onderzoek kan op basis van de resultaten worden verondersteld dat door het lezen van rijke, schurende en naburige teksten verwondering optreedt, wat leidt tot een cognitief conflict. Dit conflict wordt opgelost door interactie gericht op samenwerkend leren. De opbrengst is een verdieping in de concepten, wat zorgt voor een leesmotivatiestimulans. Het aansturen op het laten ontstaan van een cognitief conflict is een krachtige strategie bij leren. De aanpak is daarom beloftevol voor het lees- en geschiedenisonderwijs. Een voorwaarde hierbij is dat de leraar kan functioneren als leesbevorderaar.