Dienst van SURF
© 2025 SURF
Een transformatie naar een nieuw economisch paradigma gaat niet vanzelf: wij maken als mensen onderdeel uit van het gevestigde systeem en gedragen ons daar ook naar. Om een echte transformatie te kunnen maken naar een samenleving met nieuwe en andere waarden moeten we eerst te rade gaan bij onszelf. Waarom doe ik wat ik doe? Hoe verhoud ik mij tot anderen en de samenleving? Wat is het effect daarvan? Word ik daar gelukkig van? Kan het ook anders? We moeten leren om kritisch te kijken naar onszelf, de natuur, de maatschappij, de systemen die wij gecreëerd hebben, waaronder ook ons eigen onderwijssysteem. Rust en stilte Dit nadenken en bezinnen kan alleen vanuit rust en stilte. In het muziekstuk 4’33” van componist John Cage spelen de opgestelde muzikanten 4 minuten en 33 seconden lang geen noot. Met de verwijzing naar dit muziekstuk willen de schrijvers benadrukken dat het nemen van rust en stilte in een tijd van een steeds sneller draaiende economie met meer en meer burn-outs (van mensen, systemen en uiteindelijk ook de Aarde) geen vanzelfsprekendheid is. Het zoeken naar rust en stilte in een dolgedraaide wereld vergt om een actieve inspanning. Vanuit het bewustzijn dat vanuit het stilstaan ontstaat is het mogelijk ons ONT-wikkelen: het losmaken van ingesleten patronen, waarden en gewoonten die ons met de paplepel zijn ingegoten. Een mindshift is nodig is om te komen tot andere maatschappelijke waarden en systemen. Het slagen van de circulaire economie is daarvan in grote mate afhankelijk. Deze vergt andere waardesystemen, andere vormen van samenwerking en een andere consumentenvraag. Die komen er niet vanzelf, dat vergt tijd, inspanning en zelfreflectie op alle niveaus. Behoefte Het boek is geschreven door het ‘collectief circulaire economie’: een samenwerkingsverband tussen auteurs van binnen en buiten Fontys. Het doel van het boek is een nieuw licht te werpen op de benodigde transitie naar een circulaire economie. Het voorziet daarmee in een behoefte van onze studenten, die vragen om meer literatuur over circulaire economie. Daarnaast is het boek ook bedoeld voor docenten en professionals. In de diverse hoofdstukken laten de auteurs zien dat de transitie naar een circulaire economie meer is dan het sluiten van grondstofkringlopen. Zij betogen dat een circulair economisch model niet verenigbaar is met het huidige economische systeem gericht op onstuitbare groei en financiële winstmaximalisatie. De transitie naar een echt circulaire economie vergt een grotere transformatie van de maatschappij als geheel: van een competitieve naar een meer coöperatieve samenleving, van een individualistische naar een netwerksamenleving en van het loslaten van ingesleten consumptiepatronen zoals de wens tot steeds meer bezit. Dat er hierin al iets aan het veranderen is in de maatschappij is zichtbaar: een bijvoorbeeld is de razendsnelle en succesvolle opkomst van servicegerichte bedrijvigheid, zoals bijvoorbeeld Swapfiets, waarbij studenten voor een vast per maand altijd een werkende fiets ter beschikking hebben
LINK
Gemeente Zandvoort en de organisatie van de Dutch Grand Prix (DGP) hebben Breda University of Applied Sciences (BUas) gevraagd om de economische, sociale en maatschappelijke impact van het evenement Dutch Grand Prix 2023 en haar side events (onder de noemer Zandvoort Racefestival) te onderzoeken.Het onderzoek is uitgevoerd middels online en/of face-to-face afgenomen gestructureerde vragenlijsten onder 726 bezoekers van het circuit, 286 bezoekers aan het dorp Zandvoort, 108 ondernemers van Zandvoort en 3418 bewoners van Zandvoort (736), Bloemendaal (37), Haarlem (2322), Haarlemmermeer (162), Heemstede (59) en Noordwijk (102). Daarnaast is aanvullende informatie opgevraagd bij de organisatie van de Dutch Grand Prix, Stichting Zandvoort Beyond, Zandvoort Marketing en Gemeente Zandvoort.Voor het berekenen van de economische impact is gebruik gemaakt van de richtlijnen zoals deze opgesteld zijn door de Werkgroep Evaluatie Sportevenementen (WESP). Er is inzicht verkregen in de additionele bestedingen van DGP-bezoekers en de DGP-organisatie.In de berekening van economische impact is niet gecorrigeerd voor verdringingseffecten. Sponsoractivaties (zoals afhuur van gelegenheden in Zandvoort, inhuur personeel, verzorgen eten en drinken voor genodigden) zijn niet in kaart gebracht. Bestedingen van bezoekers die niet het circuit maar wel het dorp hebben bezocht tijdens het raceweekend zijn eveneens niet meegenomen in de berekening van de economische impact. Het winstcijfer van de DGP-organisatie wordt niet gedeeld en is ook niet meegenomen in de berekening van de economische impact.
Een onderzoek naar de economische- en werkgelegenheidseffecten van investeringen in het stadsrandgebied, alsmede de mogelijkheden hoe deze effecten te realiseren. Het belang van stadsrandgebieden neemt toe. Veel gemeenten zijn bezig met het benoemen van projecten in het stadsrandgebied met bijbehorende investeringen. Dat roept de vraag op naar een preciezere duiding van de effecten die deze investeringen hebben. Er is veel onderzoek bekend waaruit blijkt dat de aanwezigheid en een goede bereikbaarheid van groen nabij de woonomgeving positieve welvaartseffecten kent. De vraag is echter of de potentieel positieve effecten beter te duiden zijn in economische zin. Die vraag vormde de aanleiding voor dit rapport dat in opdracht van de gemeente Enschede is geschreven. Daarbij beschouwen we als stadsrandgebied het gebied dat zich rondom en aangrenzend aan de stad bevindt en dat voor langzaam verkeer (wandelaar en fietser) goed bereikbaar is vanuit aanliggende wijken. De stadsrand is daarmee geen scherpe grens maar een zone die wel enkele kilometers breed kan zijn. Het gehele buitengebied van de gemeente Enschede kan worden beschouwd als stadsrandgebied.
MULTIFILE
De behoefte aan woningbouw staat helder op het Haagse netvlies. Beleidsmatig gaat de voorkeur daarbij vooralsnog uit naar binnenstedelijke locaties, bijvoorbeeld in de vorm van transformatie van (voormalige) werklocaties. Een onderbelicht aspect is echter dat er ook voor werken nog steeds ruimte nodig is. Deels voor de bedrijvigheid die door woningbouw verdreven wordt, maar ook vanwege eigen dynamiek en veranderende locatiefactoren van verschillende economische sectoren die samenhangt met bijvoorbeeld het toenemend belang van logistieke dienstverlening en het nieuwe werken. In dit project willen we die ontwikkelingen op een rij zetten in een verklarende analyse over de afgelopen 20 jaar en richten we ons op twee basisvragen: waar verdwijnt werken en waar verschijnt het? De eerste vraag moet duidelijk maken waar werklocaties nu omgezet worden in andere functies zoals wonen en om hoeveel areaal dat gaat. Dit brengt de transformatiepotentie van huidige werklocaties in beeld en geeft tevens zicht op de potentiële vervangingsvraag voor werklocaties. Voor de tweede vraag gaan we na hoeveel ruimte de afgelopen 20 jaar voor werken is vrijgemaakt. Voor welke sectoren was dat? Welke locatiefactoren waren dominant? Deze analyse verklaart veranderingen in de ruimtelijke wensen voor werklocaties. De resultaten zijn belangrijke input voor het regionaal-economisch beleid van rijk en regionale overheden. Ecorys/MRDH zijn geïnteresseerd in de succesfactoren voor de herbestemming van bedrijventerreinen, terwijl PBL wil weten hoe de ruimtevraag voor werken zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld en hoe op basis daarvan uitspraken over omvang en locaties voor de toekomstige ruimtebehoefte kunnen worden gedaan.