Dienst van SURF
© 2025 SURF
Background:An eHealth tool that coaches employees through the process of reflection has the potential to support employees with moderate levels of stress to increase their capacity for resilience. Most eHealth tools that include self-tracking summarize the collected data for the users. However, users need to gain a deeper understanding of the data and decide upon the next step to take through self-reflection.Objective:In this study, we aimed to examine the perceived effectiveness of the guidance offered by an automated e-Coach during employees’ self-reflection process in gaining insights into their situation and on their perceived stress and resilience capacities and the usefulness of the design elements of the e-Coach during this process.Methods:Of the 28 participants, 14 (50%) completed the 6-week BringBalance program that allowed participants to perform reflection via four phases: identification, strategy generation, experimentation, and evaluation. Data collection consisted of log data, ecological momentary assessment (EMA) questionnaires for reflection provided by the e-Coach, in-depth interviews, and a pre- and posttest survey (including the Brief Resilience Scale and the Perceived Stress Scale). The posttest survey also asked about the utility of the elements of the e-Coach for reflection. A mixed methods approach was followed.Results:Pre- and posttest scores on perceived stress and resilience were not much different among completers (no statistical test performed). The automated e-Coach did enable users to gain an understanding of factors that influenced their stress levels and capacity for resilience (identification phase) and to learn the principles of useful strategies to improve their capacity for resilience (strategy generation phase). Design elements of the e-Coach reduced the reflection process into smaller steps to re-evaluate situations and helped them to observe a trend (identification phase). However, users experienced difficulties integrating the chosen strategies into their daily life (experimentation phase). Moreover, the identified events related to stress and resilience were too specific through the guidance offered by the e-Coach (identification phase), and the events did not recur, which consequently left users unable to sufficiently practice (strategy generation phase), experiment (experimentation phase), and evaluate (evaluation phase) the techniques during meaningful events.Conclusions:Participants were able to perform self-reflection under the guidance of the automated e-Coach, which often led toward gaining new insights. To improve the reflection process, more guidance should be offered by the e-Coach that would aid employees to identify events that recur in daily life. Future research could study the effects of the suggested improvements on the quality of reflection via an automated e-Coach.
Development of an online education program for students sports studies on e-health to optimise lifestyle coaching
Among runners, there is a high drop-out rate due to injuries and loss of motivation. These runners often lack personalized guidance and support. While there is much potential for sports apps to act as (e-)coaches to help these runners to avoid injuries, set goals, and maintain good intentions, most available running apps primarily focus on persuasive design features like monitoring, they offer few or no features that support personalized guidance (e.g., personalized training schemes). Therefore, we give a detailed description of the working mechanism of Inspirun e-Coach app and on how this app uses a personalized coaching approach with automatic adaptation of training schemes based on biofeedback and GPS-data. We also share insights into how end-users experience this working mechanism. The primary conclusion of this study is that the working mechanism (if provided with accurate data) automatically adapts training sessions to the runners’ physical workload and stimulates runners’ goal perception, motivation, and experienced personalization. With this mechanism, we attempted to make optimal use of the potential of wearable technology to support the large group of novice or less experienced runners and that by providing insight in our working mechanisms, it can be applied in other technologies, wearables, and types of sports.
In het project `Creëer een positieve talentspiraal' hebben de leerkrachten innovatieve handvatten gekregen om een positieve talentspiraal te creëren om kinderen met Autisme Spectrum Stoornis (ASS) effectief te kunnen ondersteunen bij het zelfstandig werken, zodat deze leerlingen het optimale uit zichzelf halen en mee kunnen komen met de rest van de klas. Kern is dat de leerkracht leert de verborgen talenten boven te halen bij de leerling met ASS en tegelijkertijd het talent bij zichzelf ontwikkelt om de leerling met ASS adequaat te kunnen coachen. Daartoe is in het project gewerkt met interactiestrategieën die een positieve talentspiraal op gang brengen. Het project heeft producten opgeleverd waarmee leerkracht leerlingen met ASS kunnen ondersteunen: 1) een animatie met uitleg van de strategieën; 2) good practice video-voorbeelden van talentvolle interacties; 3) activeringskaarten met vragen die leerkrachten aan zichzelf kunnen stellen om talenvolle interacties te creëren. Via diverse kanalen zijn deze producten beschikbaar gemaakt voor het onderwijs- en onderzoeksveld, o.a. via www.hanze.nl/autisme. De producten zijn los te gebruiken, maar worden krachtiger als ze geïntegreerd worden aangeboden in een (e-based) trainingsmodule gericht op het stimuleren van talentvolle interacties met kinderen met ASS, zodat (aanstaande) leerkrachten deze producten actiever en geïntegreerd gaan gebruiken om hun eigen lespraktijk te verbeteren.www.hanze.nl/autisme. In het kader van eerder onderzoek is een e-learning-platform ontwikkeld waarmee leerkrachten via e-coaching kunnen professionaliseren wat betreft het gebruik van interactiestrategieën in de klas. Dit platform wordt aangeboden via de Pedagogische Academie en is makkelijk te vinden voor leerkrachten. Met de top-up-aanvraag wordt het mogelijk om een geïntegreerde aanbod te ontwikkelen in de vorm van een training waarmee leerkrachten zelfstandig aan de slag kunnen gaan. Deze module kan in de toekomst een onderdeel worden van het e-learning-platform waardoor het tevens een grotere doelgroep bereikt.
De toestroom van mensen met een gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico naar de Gecombineerde Leefstijl Interventie (GLI) komt op gang; inmiddels zijn bijna 40.000 mensen aangehaakt. Een kwart hiervan bevindt zich in de onderhoudsfase. Dit is de laatste fase van een tweejarige GLI, waarin HBO-geregistreerde leefstijlcoaches sturen op het behoud van gezond gedrag. Ze voeren hiertoe face-to-face gesprekken, groepsgesprekken of zetten e-coaching in. Het RAAK-project ‘inzet Technologie voor Leefstijl Coaches (iTLC) heeft laten zien dat e-coaching via het digitale platform eCoachGids een prettig hulpmiddel kan zijn tijdens het GLI-begeleidingstraject. Op dit moment mist de eCoachGids specifieke aandacht voor blijvende gedragsverandering. GLI-aanbieders geven aan tools te missen om hun cliënten juist in de onderhoudsfase passend te ondersteunen. Het project ‘Gezond Verder’ speelt in op die behoefte en beantwoordt de onderzoeksvraag: ‘Wat is de optimale inhoud en bruikbaarheid van een digitaal ondersteuningsplatform voor GLI-aanbieders om volwassenen te ondersteunen bij een blijvend gezonde leefstijl?’ Het project resulteert in een doorontwikkeling van de bestaande eCoachGids op basis van nieuwe kennis over wensen, behoeften en passende gedragsveranderingsmethoden in de onderhoudsfase van de GLI. Hiertoe wordt een cohort van GLI-deelnemers opgericht om de gezondheidsstatus ook na de GLI te kunnen monitoren. Vanuit dit cohort worden specifieke wensen en behoeften opgehaald over ondersteuning bij blijvende gedragsverandering; ook de begeleidende GLI-aanbieders worden bevraagd. Vervolgens worden de opgehaalde wensen en behoeften gekoppeld aan een passend theoretisch raamwerk om behoud van gedrag te kunnen realiseren. We inventariseren bestaande tools die aansluiten bij het geïdentificeerde raamwerk. Tenslotte zal de laatste fase van het project zich richten op de ontwikkeling en het testen van nieuwe tools die het bestaande ondersteuningsplatform kunnen verrijken, specifiek voor de laatste fase van de GLI. Gedurende het hele project is aandacht voor kenniscirculatie binnen vier deelnemende Hogescholen, twee SPRONG-initiatieven, vijf participerende praktijkpartners, drie beroepsverenigingen en eindgebruikers van de GLI.
Sinds 1 januari 2019 kunnen mensen met een gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico verwezen worden naar een Gecombineerde Leefstijl Interventie (GLI), die wordt aangeboden door hbo-geregistreerde leefstijlcoaches. De leefstijlcoaches begeleiden hun cliënten over het algemeen tijdens individuele face-to-face contacten en groepssessies. Sommige leefstijlcoaches voegen daar e-coaching aan toe. E-coaching heeft zich als effectieve aanpak bij gedragsverandering bewezen en lijkt ook voor de GLI veelbelovend. Leefstijlcoaches die e-coaching inzetten en vooral ook degenen die dat (nog) niet doen, geven aan dat zij meer gebruik willen maken van de mogelijkheden die e-coaching biedt bij de begeleiding van hun cliënten op het gebied van leefstijl. Maar zij weten niet hoe. In het voorgestelde project iTLC (inzet Technologie voor Leefstijl Coaches) wordt de volgende onderzoeksvraag beantwoord: “Hoe kunnen hbo-geregistreerde leefstijlcoaches gefaciliteerd worden bij de inzet van e-coaching voor de begeleiding van hun cliënten binnen een GLI?” Het beantwoorden van deze vraag resulteert in een methodiek en onderwijsmodule voor (a.s.) hbo-geregistreerde leefstijlcoaches. Deze producten helpen leefstijlcoaches bij het integreren van e-coaching in de begeleiding van hun cliënten richting een verbeterde leefstijl en zelfmanagement en geven antwoord op de ‘Hoe-vraag’.In de aanpak wordt een viertal stappen doorlopen waarbij in de eerste stap in kaart wordt gebracht welke gedragsveranderingstechnieken worden gebruikt in hun huidige begeleiding en de bestaande GLI’s. In de tweede stap wordt het gebruik van e-coaching door leefstijlcoaches en hun cliënten onderzocht, om zicht te krijgen op de ervaringen, wensen en (ondersteunings)behoeften van leefstijlcoaches en cliënten. In derde stap wordt aan de hand van de verzamelde gegevens in co-creatie met een stakeholdersgroep de methodiek en onderwijsmodule ontwikkeld. Ten slotte wordt geëvalueerd of de eindproducten leefstijlcoaches meer in staat stelt om e-coaching toe te passen en worden ervaringen van leefstijlcoaches in kaart gebracht. In deze evaluatie wordt ook verkend hoe de eindproducten binnen de GLI geïntegreerd kunnen worden.