Dienst van SURF
© 2025 SURF
In LO Magazine 2 2021 schreven we over de mogelijkheden en de complexiteit van een Dynamische Schooldag. We gaven toen aan dat we een volgorde zien in de inzet van een school ten aanzien van goed leren bewegen en regelmatig bewegen tijdens de schooldag: eerst uitstekende lessen bewegingsonderwijs, dan de focus op een schoolplein waar alle kinderen aan bod komen en zich veilig voelen en daarna aandacht voor de andere aspecten van een dynamische schooldag. In dit topic (LO5) staan meerdere artikelen over het buitenspelen op het schoolplein, hoe dit te organiseren en te begeleiden. Dit artikel gaat over het belang van een Dynamische Schooldag, met daarin specifieke aandacht voor de roostering van het buitenspelen.
MULTIFILE
De zoekopdracht ‘bewegend leren’ levert in Google 400.000 hits op. De zoekopdracht dynamische schooldag’ laat 29.000 hits zien. Dat is veel voor begrippen die we pas zeven jaar kennen. Op de Nederlandse Onderwijs Tentoonstelling (NOT) 2023 waren meer dan 100 bedrijven aanwezig die aangaven iets te doen met bewegend leren. Hoe verhouden de concepten dynamische schooldag en bewegend leren zich tot elkaar? Hoe ontwikkelen we kwaliteitsbesef voor deze concepten? Want nieuw of hip is niet automatisch zinnig of effectief.
MULTIFILE
De laatste jaren is er meer aandacht voor het dynamischer maken van de schooldag. Dagen waarop meer wordt bewogen en minder gezeten. In binnen- en buitenland zijn er meerdere beweegprogramma’s voor scholen ontwikkeld. Uit onderzoek blijkt dat de resultaten daarvan wisselend zijn. Wat opvalt is dat er - naast verschil in kwaliteit van het onderzoek - nauwelijks aandacht besteed wordt aan factoren die de implementatie van een beweegprogramma succesvol maken (Cassar e.a., 2019). In dit artikel gaan we in op de mogelijkheden en de complexiteit van het realiseren van een dynamische schooldag.
Vanuit het basisonderwijs is de behoefte groot om meer vanuit een whole-child approach de schooldag in te richten, waarbij er niet alleen focus is op de cognitieve ontwikkeling, maar een bredere focus op welbevinden van kinderen. Die behoefte is gegroeid door de lockdowns in 2020 en 2021. Leerkrachten geven aan dat zij meer kinderen in de klas hebben die problemen in hun gedrag laten zien, zowel in de omgang met volwassenen en met andere kinderen, als verminderde taakgerichtheid in de klas. Enkele groepsleerkrachten en vakleerkrachten bewegingsonderwijs experimenteren daarom met het meer dynamisch inrichten van de schooldag, waarbij er regelmatig een afwisseling is van zittend leren en (gezamenlijke) beweegmomenten. Maar vervolgens ervaren groepsleerkrachten problemen in tijd, ruimte, materiaal, betrokkenheid van kinderen en aanpak bij de voorbereiding en organisatie van een beweegmoment. Daarnaast ondervinden de groepsleerkrachten en vakleerkrachten weerstand bij collega’s (“onrust in de klas”), directie en ouders (“wordt er nog wel geleerd op school?”) in het vormgeven, implementeren en borgen van een meer dynamische schooldag. In dit project ontwerpen de deelnemende scholen aan de hand van een basis onderwijsinnovatie Dynamische Schooldag, een Dynamische Schooldag op maat, passend bij hun context. Het onderzoeksplan heeft als basis een hybride effect-implementatie trial, wat betekent dat we het proces van de implementatie en het effect evalueren. De onderzoeksvragen zijn: 1) In hoeverre lukt het schoolteams om een op maat gemaakte Dynamische Schooldag toe te passen en wat zijn faciliterende en belemmerende factoren in het implementatieproces (procesevaluatie)? En 2) Wat is het effect van een dynamische schooldag op het welbevinden van 8-12 jarige leerlingen, het gedrag in de klas (taakgerichtheid, sfeer en sociale omgang) en hun zit- en beweeggedrag?
Van alle leeftijdscategorieën zitten jongeren, met gemiddeld 10,6 uur per dag, het meest. Een groot deel daarvan zitten ze - letterlijk- op school. Leerlingen willen graag meer bewegen tijdens de schooldag, maar zien weinig aanleiding daarvoor. Docenten geven aan daar weinig ruimte voor te hebben in de les. Tijdens de COVID-19 lockdown is veel ervaring opgedaan met beweegchallenges vanuit de gymles op afstand. Binnen dit project gaan docenten, leerlingen en een app-ontwikkelaar samen de mogelijkheden verkennen om de ervaringen met beweegchallenges in te zetten voor het dynamischer maken van de schooldag ondersteund door digitale technologie. Tijdens een dynamische schooldag wordt langdurig zittend leren, regelmatig onderbroken voor een bewegingstussendoortje. Omdat het voor het slagen van een (gezondheids)interventie belangrijk is om de doelgroep mee te nemen in het ontwikkelproces, zal binnen dit project een participatieve aanpak worden gebruikt. Afzonderlijk van elkaar zullen LO-docenten en leerlingen input leveren op randvoorwaarden waaraan een interventie ondersteund door digitale technologie en gericht op een dynamischere schooldag volgens hen aan moet voldoen. De app-ontwikkelaar is expert op het gebied van digitale technologie en zal mee denken over de haalbaarheid van de de geschetste randvoorwaarden. Vervolgens maken docenten, leerlingen en de app-ontwikkelaar samen een selectie van een breed gedragen set van randvoorwaarden. Aan dit project werken voortgezet onderwijs scholen mee uit zowel Amsterdam als Groningen.
Lectorenplatform Sport en Bewegen Er zijn mooie stappen gezet in de eerste fase van het lectorenplatform Sport en Bewegen. Hierbij fungeerde het platform als een pilotproject voor de platformregeling van regie-orgaan SIA. In de eerste fase is het ons gelukt om onderling te verbinden en elkaar beter te leren kennen. Met de platformregeling II willen wij meer maatschappelijke impact genereren. Dit willen wij doen door in te zetten op drie kerndoelen; positioneren om te programmeren en te valoriseren. Meer concreet willen we in de komende twee jaar we de volgende drie ambities realiseren: (i) Versterking van de positie van het HBO sport- en beweegonderzoek (positioneren); (ii) Versterken van inhoudelijke samenwerking en voorbereiden van een gemeenschappelijke onderzoeksaanvraag (programmeren); (iii) De kennisdeling en implementatie van onderzoeksresultaten (valoriseren). Het lectorenplatform Sport en Bewegen kent een open karakter. De kern van het lectorenplatform wordt gevormd door lectoren die werkzaam zijn bij de acht sporthogescholen die Nederland kent (verenigd in het HSO (Hogescholen Sport Overleg)). Binnen deze acht hogescholen worden bachelor en HBO masterprogramma’s aangeboden gericht op sport en bewegen. Het lectorenplatform Sport en Bewegen sluit sterk aan bij twee van de tien thema’s zoals geformuleerd in de “Strategische onderzoeksagenda HBO” te weten: 1) gezondheid: zorg en vitaliteit en 2) onderwijs en talentontwikkeling. Daarnaast bestaat er binnen het veld Sport en Bewegen ook een Nederlandse Kennisagenda Sport en Bewegen (2016) en een NWA route Sport en Bewegen. Duurzame samenwerking, ook na afloop van een eventuele subsidie, vinden we enerzijds op inhoudelijk niveau door in te zetten op een gezamenlijk onderzoeksprogramma (wellicht Sprong) en anderzijds op strategisch niveau, door een structurele samenwerking te realiseren met het Topteam Sport en Kenniscentrum Sport.