Dienst van SURF
© 2025 SURF
Deze leidraad is voortgekomen uit ons afstudeerproject voor de opleiding Logopedie te Hogeschool Utrecht. Aan de hand van de leidraad willen wij logopedisten in Nederland op weg helpen met het toepassen van dynamisch testen in de praktijk. Zoals de titel weergeeft is de leidraad gericht op dynamisch testen bij kinderen met spraak- en/of taalproblemen. U vindt informatie over de term dynamisch testen, de verschillende methodes en natuurlijk hoe dynamisch testen toegepast kan worden. Om u een duidelijk beeld te geven zijn er voorbeeldcasussen uitgewerkt met betrekking tot spraak- en/of taalproblemen. In deze casussen zijn bestaande taaltesten gebruikt. Hiermee hopen wij de drempel om dynamisch testen toe te passen te verlagen.
Uit de scriptie: "Managementsamenvatting In dit document wordt er een toelichting gegeven over de ontwikkeling en implementatie van een nieuw software test proces binnen de organisatie van Conclusion ICT Projects. Er gaat teveel kostbare tijd verloren aan de revisie van opgeleverde software. De tijd die achteraf gebruikt wordt voor het “repareren” van de opgeleverde software, kan niet doorberekend worden aan de klant. Dit zal altijd ten koste gaan van de winst die geboekt wordt op projecten. Ondanks voorgaande onderzoeken was er nog geen goed ontwikkeld test proces wat aansloot bij de wensen van de organisatie. Er wordt binnen de organisatie gewerkt met verschillende project methodieken. Daarnaast worden er verschillende software applicaties ontwikkeld die elk hun eigen doel hebben. Door deze verschillende factoren is het lastig om een goed en universeel test proces te ontwerpen en te implementeren. Door een goed test proces te ontwikkelen en de goede software hiervoor te gebruiken, zal de opgeleverde software van betere kwaliteit zijn en dus minder revisie tijd vergen. Naast de implementatie van de software, zal er tevens een meer Visual Studio gerichte aanpak gehanteerd gaan worden binnen de verschillende projecten. Er zal meer informatie voor alle betrokkenen vastgelegd worden in Visual Studio. Dit houdt in dat er vanaf de start van het project, informatie over de wensen van de klant en de technische uitwerking hiervan, vastgelegd worden in Visual Studio. De reden hiervoor is dat er rekening gehouden zal moeten worden met het testen van de software en deze vastgelegde informatie hiervoor van zeer groot belang is. Er zit een grote administratieve kant aan een project. Door het aanpassen van de software van Visual Studio naar de wensen vanuit de organisatie kan er beter in de informatie behoefte voorzien worden. Dit leidt tot beheersbare projecten waarin rekening gehouden wordt met het testen van de op te leveren software. Er zijn een groot aantal factoren die hierbij meespelen. Zo zal er gelet moeten worden op het draagvlak en de acceptatie onder de medewerkers. Niet in de eerste plaats voor het gebruik en toepassing van de software, maar zeer zeker ook voor het gebruik van de nieuwe processen. Door de ontwikkel processen te onderzoeken en te luisteren naar de medewerkers, zijn processen ontworpen die goed aansluiten op de verschillende project aanpakken die gehanteerd worden binnen de organisatie van Conclusion ICT Projects. Deze processen houden vanaf het begin van een project al rekening met de test fase. Het uiteindelijke resultaat van het invoeren van de nieuwe processen en de implementatie van nieuwe test software, is dat projecten beheersbaarder zijn en beter op kwaliteit gericht zijn. Dit resulteert in kwalitatief betere software applicaties. Een neveneffect is dat de opdrachtgevers/klanten kwalitatief beter applicatie opgeleverd krijgen, dit zal er voor zorgen dat klanten meer vertrouwen zullen krijgen in Conclusion ICT Projects."
Vaktherapie werkt aan tekorten/problemen met betrekking tot vier kerngebieden:zelfbeeld, emoties, cognitie en interactie. De vaktherapie richt zich op het opheffen of verminderen van tekorten met betrekking tot dynamisch criminogene factoren, anders gezegd: op risicofactoren uit de SAVRY (12‐18 jarigen) die een relatie hebben met de vier kerngebieden: ? voor het kerngebied zelfbeeld betreft dit de risicofactoren omgang met delinquente leeftijdsgenoten en negatieve opvattingen; ? voor het kerngebied emotie gaat het om de risicofactoren ervaren stress en copingvaardigheden, riskant gedrag/impulsiviteit en problemen bij omgaan met boosheid; ? voor het kerngebied interactie betreft het de risicofactoren omgang met delinquente leeftijdsgenoten, afwijzing door leeftijdsgenoten en gebrek aan berouw/empathie; ? voor het kerngebeid cognitie tenslotte gaat het om de risicofactoren afwijzing door leeftijdsgenoten, negatieve opvattingen en aandachtstekort hyperactiviteitprobleem
Voor een geslaagde logopedische behandeling van mensen die stotteren is het van belang dat cliënten thuis regelmatig oefeningen doen. In de praktijk wordt dit vaak niet gedaan. Een belangrijke reden hiervoor is dat oefeningen voor logopedie vaak vermoeiend en niet leuk zijn om te doen. Het huidige project is er op gericht om te onderzoeken op welke manier een digitaal ondersteuningsproduct ingezet kan worden om het oefenen leuker en makkelijker te maken bij logopedie voor mensen die stotteren. In een voortraject is onderzoek gedaan naar de technische en economische haalbaarheid van een digitaal product voor oefeningen gericht op stotteren (MIT19042, 2019). Deze haalbaarheidsstudie heeft onder meer aangetoond dat een digitaal ondersteuningsmiddel niet alleen gericht moet zijn op de therapeutische setting; patiënten/consumenten moeten de tool ook zelfstandig kunnen gebruiken. Het is daarbij van essentieel belang dat de cliënt op het goede moment ondersteuning vraagt van een therapeut. Daarom willen onderzoekers van de Hanzehogeschool Groningen in samenwerking met stottertherapeuten en het bedrijfsleven nu onderzoeken hoe een digitaal product voor oefeningen bij stottertherapie aan tenminste twee doelstellingen kan voldoen: Enerzijds moet het de oefeningen die horen bij stottertherapie aantrekkelijker maken, zodat er thuis regelmatiger geoefend wordt. Anderzijds moet het product cliënten ondersteunen om zelf op het goede moment en op de goede manier hulp in te schakelen van de therapeut. Beoogd wordt om een prototype te ontwikkelen over een deel van de oefeningen die als moeilijk en niet leuk worden ervaren en te testen of de oefeningen hiermee thuis vaker worden uitgevoerd. Daarnaast wordt beoogd om een methode te ontwikkelen en testen waarmee cliënten worden ondersteund om op het goede moment hulp in te schakelen. Aan beide voorwaarden moet worden voldaan voordat een product op de markt gebracht kan worden.
Het landelijk gebied staat voor ingrijpende veranderingen. In 2050 zal het een geheel ander aanzien hebben. Keuzes van nu, bepalen hoe het toekomstige landschap eruit zal zien. De Europese Commissie en het Rijk zetten hierin de toon waarbij provincies de cruciale uitvoerende regio’s gaan worden. Binnen dit dynamische kader moeten op gebiedsniveau maatwerkoplossingen worden gevonden waarbij publiek/private belanghebbenden samenwerken. Een van de grote landbouw-uitdagingen is de opgave om emissies te reduceren en integraal te verduurzamen. Er is onderzoek nodig om kringlopen (beter) te sluiten, reststromen te verwaarden en onze natuurlijke leefomgeving te beschermen. Uitstoot van CO2, stikstof en methaan heeft aantoonbare schadelijke gevolgen voor onze kwetsbare natuur en het milieu. Hoewel de landbouwsector thans negatief bijdraagt aan de staat van ons milieu kan zij tegelijkertijd ook onderdeel worden van voorgestane oplossingen. Door nabewerkingen van meststromen, kunnen kostbare nutriënten worden teruggewonnen en duurzaam biogas/groengas worden geproduceerd. Aeres, Saxion en VHL (SPRONG-groep), bedrijven en (semi-publieke) overheden kiezen voor een gezamenlijke profilering gericht op een Emissiearme Landbouw en MEstverwaarding iN een gebiedsgerichte contexT (ELEMENT). Het ELEMENT-programma biedt (agrarische) ondernemers uit de mestverwaardingsketen kennis over het hergebruik van meststoffen (verwaarding), sluiten van nutriëntenkringlopen, CO2-neutrale (voedsel)productie, samenwerkingsconcepten voor de optimalisatie van (individuele) bedrijfsresultaten en nieuwe handelingsperspectieven door best practices, business cases en fysieke (mestvergistings en mestverwaardings)installaties te ontwikkelen en te testen. Bovendien worden voornoemde handelingsperspectieven duurzaam verbonden én ingepast in het landelijk/provinciaal geformuleerde gebiedsbeleid en gestelde doelen. Het ELEMENT-programma levert waardevolle bijdragen aan maatschappelijke opgaven in de Sustainable Development Goals, missies van het Horizon Europe-programma gericht op ‘adaption to climate change’, het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) gericht op milieubescherming, levendige plattelandsgebieden, toekomstbestendigheid van de agrarische sector en aan de missies van de KIA-LWV, KIA-Energietransitie & Duurzaamheid én KIA-Sleuteltechnologieën. Het ELEMENT- programma onderscheidt zich door de actuele integrale aanpak voor nieuwe gebiedsgerichte (landbouw)concepten.
Het onderzoeksvoorstel richt zich op het verkennen en verbeteren van de veerkracht van Generatie Z (Gen Z) medewerkers binnen de hospitalitysector. Dit onderzoek is gemotiveerd door de waargenomen mentale gezondheidsproblemen waarmee Gen Z te maken heeft, zoals hoge niveaus van stress, angst en burn-out, vooral in dynamische omgevingen zoals de hospitalitysector. Deze uitdagingen beïnvloeden niet alleen het welzijn van individuen, maar verergeren ook problemen zoals hoog personeelsverloop, ziekteverzuim en verminderde betrokkenheid, wat de dienstverlening en efficiëntie in de sector onder druk zet. Het onderzoek heeft tot doel veerkracht opnieuw te definiëren in de context van de hospitalitysector. Het onderzoek zal onderzoeken hoe individuele, organisatorische en maatschappelijke factoren veerkracht beïnvloeden en zal manieren verkennen waarop hotels actief kunnen bijdragen aan het versterken van de veerkracht van hun (jonge) medewerkers. De aanpak omvat een Design-Based Research (DBR) methodologie, die samenwerking tussen academici en de industrie benadrukt om praktische, op bewijs gebaseerde interventies te ontwikkelen. Het onderzoek zal in fasen worden uitgevoerd, te beginnen met een conceptuele studie om een basisbegrip van veerkracht vast te stellen, gevolgd door een uitgebreide analyse door middel van enquêtes en interviews, en uiteindelijk uitmondend in de ontwikkeling en het testen van strategieën om veerkracht op te bouwen. Het uiteindelijke doel is om een genuanceerd kader voor veerkracht te ontwikkelen dat niet alleen het welzijn van individuele medewerkers verbetert, maar ook bijdraagt aan de algehele duurzaamheid en het succes van de hospitalitysector. Het onderzoek zal naar verwachting bruikbare inzichten opleveren voor hotelmanagers en opleiders, zodat zij Gen Z-medewerkers beter kunnen ondersteunen en hun betrokkenheid en retentie binnen de sector kunnen verbeteren.