Dienst van SURF
© 2025 SURF
Kleinschalig drijvend bouwen heeft weinig tot geen negatieve invloed op de waterkwaliteit. Sterker nog: vissen, waterplanten en mosselen gedijen goed onder de drijvende constructies. Dat is gebleken uit literatuurstudie en verkennend onderzoek met een speciaal ontwikkelde onderwaterdrone.
Drijvend bouwen geniet in Nederland en internationaal veel aandacht. Gezien de relatief nieuwe ontwikkelingen is er echter nog weinig over de langdurige effecten op bijvoorbeeld waterkwaliteit bekend. Vanwege internationale kansen en kennisvragen is eind 2013 een onderzoek gestart naar de effecten van drijvende woningen op de waterkwaliteit met de focus op mitigerende maatregelen om de ontwikkelingen verder te stimuleren.
In Nederland drijven steeds meer zonnepanelen op het water. Kennis omtrent het effect op de waterkwaliteit van deze zonneparken is echter beperkt. Praktijkmetingen onder de platforms zijn vaak lastig uit te voeren. Er zijn onderwaterdrones ingezet met sensoren en camera’s. Deze praktijkmetingen zijn nodig ter ondersteuning van vergunningverlening en opstellen van richtlijnenvoor ontwerp, implementatie en beheer van drijvende zonnepanelen om een gezond leefmilieu te handhaven en om de duurzame energietransitie te bevorderen. Op de onderzoekslocatie is geen significante impact gemeten op de kwaliteit van het oppervlaktewater.
Klimaatverandering en zeespiegelstijging zet de schaarse ruimte in Nederland verder onder druk. Klimaatrobuuste drijvende ontwikkelingen kunnen hiervoor een oplossing bieden maar kunnen nog niet op de benodigde schaal worden toegepast. Hiervoor is meer kennis nodig over de techniek en governance van drijvend bouwen en ook over de ecologische effecten. Het Floating Future project richt zich op de multidisciplinaire uitdagingen van drijvende bouwen op het vlak van bestuur en regelgeving en technische en ecologische uitdagingen. Hiermee bieden we een klimaatbestendige oplossing voor ruimtegebrek in de Nederlandse delta voor wonen, duurzame energie en logistiek. Dit unieke multidisciplinaire consortium heeft de capaciteit om de resterende barrières te doorbreken.
Achtergrond. Zeespiegelstijging vormt wereldwijd een bedreiging voor laaggelegen kustgebieden. Na 2050 treedt mogelijk een versnelling op, maar onduidelijk is wanneer deze versnelling optreedt en hoe groot de versnelling zal zijn. Het landelijk Kennisprogramma Zeespiegelstijging (KPZ-2020-2026) tracht hierin meer inzicht te krijgen en eerste stappen te zetten in de ontwikkeling van alternatieve waterveiligheidsstrategieën. Vraagarticulatie. In 2020 is een zorgvuldig proces gevolgd voor de vraagarticulatie waaraan onderzoekers, Zeeuwse overheden en enkele maatschappelijke partners hebben deelgenomen. Het proces heeft geresulteerd in de (hoofd)praktijkvraag: “Hoe kan in de ruimtelijke inrichting van land-waterovergangen geanticipeerd worden op verschillende scenario’s voor (versnelde) zeespiegelstijging?” Hoofdvraag en doelstelling. Dit voorstel benadert de ontwikkeling van waterveiligheidsstrategieën als een ruimtelijk vraagstuk waarbij we onderzoek doen naar het verbinden van gebiedsopgaven, toepassing van dijkconcepten gebaseerd op Bouwen met Natuur (BmN), en het ontwikkelen van maatschappelijk draagvlak voor ingrijpende landschapsveranderingen, aan de hand van vier onderzoeksvragen die zich richten op: • Ruimtelijke kwaliteit landschap en samenhang met draagvlak voor ruimtelijke strategieën; • Fysische en ecologische randvoorwaarden voor BmN-oplossingen en inpassing in ruimtelijke strategieën; • Drijvende krachten en barrières voor draagvlak via participatieve ontwerpprocessen; • Richtlijnen voor ontwikkeling van ruimtelijke strategieën, zowel voor het ruimtelijk ontwerp als het ontwerpproces. Methoden. Het onderzoek wordt uitgewerkt voor de Westerschelde waarbij wordt geschakeld tussen twee ruimtelijke schaalniveaus: de Westerschelde (bekken-niveau) en living labs (op drie locaties). Een mix van methoden wordt toegepast waaronder surveys (Public Participation GIS), interviews, GIS-analyses, modellering van BmN meegroei-oplossingen (Delft3D-FM), en evaluatie van het ‘sociaal leerproces’ in research-through-design ontwerpateliers. Resultaat. Het onderzoek resulteert in een methodiek/werkwijze die vanaf 2026 (na afloop van huidige Kennisprogramma Zeespiegelstijging) kan worden toegepast door publieke professionals in (bedijkte) kustgebieden. Consortium. HZ University of Applied Sciences (penvoerder), Wageningen University, NIOZ, Natuurmonumenten, Provincie Zeeland, Rijkswaterstaat Zee en Delta, Waterschap Scheldestromen, Gemeenten Borsele, Hulst, Kapelle, Reimerswaal, Vlissingen. In de livings labs worden lokale stakeholders betrokken.
Dit project bevindt zich op het snijvlak van innovatie en duurzaamheid, met de focus op het stimuleren van hergebruik van drinkcontainers in de sportsector. Door de ontwikkeling van een geavanceerde schoonmaakmachine die speciaal ontworpen is voor bidons en herbruikbare containers, streeft het naar een drastische vermindering van wegwerpplastic. Het onderzoek belicht niet alleen de technische efficiëntie en gebruiksvriendelijkheid van de machine, maar duikt ook diep in de psychologische en gedragsmatige aspecten die van invloed zijn op het gebruik van herbruikbare containers. Het project benadrukt de urgentie van duurzame alternatieven in de sportwereld, waar de consumptie van wegwerpplastich schrikbarend hoog is. Faik Durmus, de drijvende kracht achter dit initiatief, plant bij positieve respons een multidisciplinair team op te bouwen om het concept op te schalen. De samenwerking met potentiële partners zoals de provincie Overijssel en Nederlandse sportclubs, ondersteund door het Saxion Centrum voor Ondernemerschap, is cruciaal voor het realiseren van de beoogde impact. Dit project illustreert hoe gerichte innovatie kan leiden tot significante gedragsverandering en een duurzame sportcultuur.