Dienst van SURF
© 2025 SURF
Het huidige financieelmonetair systeem is structureel instabiel en valt ten prooi aan overregulering. Daarnaast werkt het duurzaam heidsambities zoals de energie transitie tegen. De opkomst van digitale technologieën als internet, blockchain, smart contracts en big data maken het mogelijk om het systeem fundamenteel anders in te richten. Een publiek digitaal geldstelsel vormt een antwoord op de belangrijkste problemen. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/martijnjeroenvanderlinden/
Het romantische beeld van de kunstenaar-bohemien, dat in de 19de eeuw werd geconcipieerd en aan de basis ligt van het autonome kunstenaarschap, heeft de laatste decennia zijn verbeeldingskracht verloren. Onderzoeksrapporten en boeken die ingaan op de beroepspraktijk van beeldend kunstenaars signaleren ‘cross-overs’ (Markusen, Gilmore e.a., 2006) of schetsen een beeld van de kunstenaar als ‘artiste pluriel’ (Bureau, Perrenoud, e.a., 2009). Dat kunstenaars hun artistieke praktijk vaak combineren met andere werkzaamheden zoals doceren of met een baantje in de horeca, is een oud gegeven. Aangezien slechts een kleine groep van zijn of haar beeldende werk kan leven, dienen andere inkomenstenbronnen te worden aangesproken. Wat nieuw zou zijn is echter dat kunstenaars vanaf het postindustriële tijdperk steeds vaker een alternatief beroepsinkomen vinden in de culturele en de creatieve industrie. Van belang is dat ze niet toevallig terecht komen in deze laatste, sterk groeiende bedrijfstak. Ze zouden daar worden aangesproken op hun artistieke en creatieve capaciteiten. De centrale hypothese van dit onderzoek luidt dan ook dat een microsociologisch fenomeen, met name de hybridisering van een beroepspraktijk, in de pas loopt met een macrosociologisch/economisch fenomeen, te weten de opkomst van de cultuur- en creatieve industrie
Deze lectorale rede gaat over digitalisering en wordt uitgesproken door iemand met een ingenieurstitel. Toch is het geen technisch verhaal. Centraal in deze rede en in het onderzoek van het lectoraat, staat de overheid. De overheid is gewoon, maar ook bijzonder. Ze heeft speciale taken en verantwoordelijkheden, wat bijvoorbeeld eisen stelt aan de transparantie, zorgvuldigheid en het draagvlak van haar werkwijze. Toegevoegd is een samenvatting van het verkennend onderzoek, daterend van februari 2012
MULTIFILE
De toename en verspreiding van fake nieuws is een thema dat internationaal veel aandacht krijgt. Online informatiemanipulatie zou de verkiezingen in maar liefst 18 landen negatief beïnvloed hebben. In welke mate laten we ons beïnvloeden door desinformatie en welke strategieën helpen om weerbaarder te worden? Binnen academische kringen heerst er verdeeldheid over het effect van gemanipuleerde informatie op het gedrag. Wel heerst er consensus over het feit dat het bevorderen van digitale geletterdheid cruciaal is om de weerbaarheid tegen desinformatie te verhogen. In Nederland hebben journalistiek-educatieve organisaties DROG en het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid afgelopen jaren een innovatief educatief aanbod voor diverse doelgroepen ontwikkeld gericht op het bevorderen van die digitale weerbaarheid. Zo is o.a. een game ontwikkeld, waarbij jongeren bewust fake nieuws maken om zo de werkingsmechanismen ervan te doorgronden. De game leunt op de inoculatie theorie (McGuire, 1961a, 1961b), die ervan uitgaat dat de toediening van het (nepnieuws)virus resulteert in meer antistoffen, en dus hogere weerbaarheid. Recent onderzoek door Roozenbeek en Van der Linden (2019) geeft bewijslast voor deze theorie en wijst op de positieve effecten van gamificatie. Gesteund door inzichten uit de gedragswetenschappen willen we in dit project nader onderzoeken welke interventies effectief zijn voor het verhogen van de digitale weerbaarheid tegen desinformatie bij jongeren tussen de 15 en 18 jaar. Deze doelgroep opgegroeid in het digitale tijdperk zou namelijk steeds meer moeite hebben om echt van nep te onderscheiden (Wineburg, S., McGrew, S., Breakstone, Joel and Ortega, T, 2016). Op basis van real life casestudies van DROG en het Instituut voor Beeld en Geluid zullen we een drietal interventie-strategieën testen bij de doelgroep jongeren (leeftijd 15 jaar tot 18) om zo meer gefundeerde inzichten te genereren over de effectiviteit van het aanbod en inzichten te genereren over het mogelijk verbeteren en aanscherpen daarvan.
De Nederlandse dienstenexport neemt al jaren toe en is daarmee een belangrijke pijler voor de Nederlandse economie. De productiviteit van de Nederlandse dienstenexport zou toe kunnen nemen als deze structureler van aard zou zijn. Helaas is maar 29% van de dienstenexporteurs in staat structureel op een internationale markt stand te houden (Internationaliseringsmonitor CBS, 2019). Het ontbreken van een fysiek product maakt het lastig vertrouwen en daarmee een duurzame relatie te creëren. De COVID19-pandemie heeft ervoor gezorgd dat het zo belangrijke fysieke contact vrijwel niet meer mogelijk is met als gevolg een sterke toename van digitalisering van deze processen. Dit heeft grote impact gehad op het internationaal opererende mkb in de dienstensector. Uit zowel (diepte)interviews als een survey is gebleken dat deze digitalisering de grootste impact heeft op het creëren van vertrouwen en daarmee het op kunnen bouwen van een structurele relatie. Zeker gezien het feit dat men in een internationale setting te maken heeft met verschillende culturen. Zowel de geïnterviewden als 91% van de respondenten van onze survey geven aan dat deze digitalisering van blijvende aard is. De bedrijven zullen hierop moeten acteren. Generieke modellen ten aanzien van het internationaliseren van diensten en relatiemanagement zijn vanuit de wetenschap gegeven maar in het bijzonder is er voor mkb-ondernemingen geen model en/of KSF/KPI-tool beschikbaar die praktische hulp kan bieden bij het, vanuit een digitale setting, toetreden tot een internationale markt en structureel op deze markt te blijven opereren. Dit project moet leiden tot kennis en inzicht rondom de toegenomen digitalisering van het dienstverlenend mkb en de wijze waarop relatiemanagement hierin vorm krijgt in een internationale setting. Het eindproduct van het onderzoek is een toolbox die het mkb met internationale aspiraties inzicht en handvatten geeft in het proces en de samenstelling van een samenhangende strategie bij de internationalisering van diensten.
Fitphone is een onderzoeksprojecttraject van Herm Kisjes (Fontys Hogeschool Mens en Gezondheid) die een aanpak beoogt te ontwikkelen voor (mentale) gezondheidsproblemen als gevolg van overmatig en/of ongezond smartphonegebruik. Het gebruik van de smartphone heeft naast veel voordelen in ons dagelijks leven ook nadelen. Deze nadelen, die zich manifesteren als stressklachten, slaapproblemen, negatief zelfbeeld, stemmingsklachten, angstklachten, aandachts- en concentratieproblemen en verwaarlozing van dagelijkse bezigheden (Busch & McCarthy, 2021; Cheung et al., 2019; Gligor & Mozoș, 2018; Wilmer et al.,2017), zijn geassocieerd met een toename van psychische klachten bij jongeren in Nederland (Stevens et al., 2023: CBS, 2021; Dopmeijer et al., 2020: Van Huisseling et al., 2017). Jongeren zijn ‘verslavingsgevoelig’ door een nog niet volledig ontwikkeld brein. Impulsiviteit en gevoeligheid voor beloningen op korte termijn spelen een grote rol (Crone, 2018). Bij het gebruik van smartphone bestaat er een reciproke relatie tussen mentale klachten en het smartphonegebruik. Smartphone wordt gebruikt als coping om stress te verminderen maar omgekeerd neemt stress ook toe bij meer smartphonegebruik (Calis & Kisjes, 2013; Samaha & Hawi, 2016; Wunsch, Kasten & Fuchs, 2017; Van Deursen et al., 2015). Samenvattend is er een sterke behoefte aan interventies om, in dit digitale tijdperk, gezond gedrag onder jongeren te bevorderen bij het maken van hun keuzes in smartphonegebruik. Het is van belang dat jongvolwassenen leren regie te nemen over de smartphone in plaats van omgekeerd. Hiervoor wordt een preventieprogramma ontwikkeld bij jongvolwassenen bij Fontys Hogeschool en VIGO (GGZ) met persoonsgerichte, preventieve ondersteuning, samen met jongeren, voor het bevorderen van ‘gezond’ smartphonegebruik.