Dienst van SURF
© 2025 SURF
Beschrijving hoe volwassenen die gedialyseerd worden fietsen tijdens hun dialyse ervaren, zodat potentiële bevorderende en belemmerende factoren konden worden geïdentificeerd.
LINK
Intradialytic hypotension (IDH) is considered to be a frequent complication of hemodialysis (HD) and is associated with symptom burden, increased incidence of access failure, cardiovascular events, and higher mortality. This systematic literature review aims to analyse studies that investigated the prevalence of IDH. A complicating factor herein is that many different definitions of IDH are used in literature.Methods: A systematic literature search from databases, Medline, Cinahl, EMBASE, and the Cochrane library to identify studies reporting on the actual prevalence of IDH was conducted. Studies were categorized by the type of definition used for the prevalence of IDH. A meta-analysis of the prevalence of IDH was performed.Results: In a meta-analysis comprising 4 studies including 1,694 patients and 4 studies including 13,189 patients, the prevalence of HD sessions complicated by IDH was 10.1 and 11.6% for the European Best Practice Guideline (EBPG) definition and the Nadir <90 definition, respectively. The proportion of patients with frequent IDH could not reliably be established because of the wide range in cutoff values that were used to identify patients with frequent IDH. There was a large variety in the prevalence of symptoms and interventions. Major risk factors associated with IDH across studies were diabetes, a higher interdialytic weight gain, female gender, and lower body weight.Conclusion: Our meta-analysis suggests that the prevalence of IDH is lower than 12% for both the EBPG and the Nadir <90 definition which is much lower than stated in most reviews.
LINK
Klinisch redeneren helpt verpleegkundigen om hun handelen te onderbouwen en de kwaliteit van zorg te verbeteren. Verschillende studies tonen aan dat je het klinisch redeneervermogen bij verpleegkundigen kunt vergroten als je er een speciale methodiek voor introduceert. De SBAR-methode is zo’n methodiek. Op de dia-lyseafdeling van het Slingeland Ziekenhuis en het Gelre Ziekenhuis werd het effect van deze methode onderzocht.
MULTIFILE
nierfunctievervanging moeten kiezen. Patiënten die voor de keuze voor een vorm van nierfunctievervanging staan moeten kiezen tussen dialyse (met verschillende opties) en de verschillende vormen van transplantatie, allen met verschillende effecten op levenskwaliteit en overleving. Deze effecten zijn sterk afhankelijk van de uitgangssituatie van de ontvanger. Zo is bij voorbeeld de wachttijd op een nier van een overleden donor sterk afhankelijk van leeftijd en bloedgroep van de patiënt. Op dit moment zijn er geen goede manieren om de gevolgen van deze beslissingen toegepast voor de uitgangsituatie van de individuele patiënt inzichtelijk te maken. Toch is het naar onze opvatting nodig om goede en zo concreet mogelijke informatie over de kansen en risico’s van de verschillende behandelopties aan te bieden om de gedeelde besluitvorming op een solide basis te kunnen doorvoeren. Met dit project willen wij met gebruik van beschikbare gegevens over de overleving van dialyse en transplantatie patiënten, de wachttijden voor een orgaan van een overleden donor en de effecten van de verschillende behandelingen op de levenskwaliteit een keuzehulp ontwikkelen die in de spreekkamer in de 2e en 3e lijn gebruikt kan worden. Tevens kan deze tool ook gebruikt worden om voor een potentiele levende donor de voordelen van de transplantatie met een nier van een levende donor voor een concrete ontvanger inzichtelijk te maken. Dit project bouwt voort op de verschillende keuzehulpen die er bestaan binnen de nefrologie (consultkaarten/ nierwijzer) en is aanvullend hierop vanwege de kwantitatieve data die gebruikt wordt om op individueel niveau uitkomsten te voorspellen.
Ruim 10% van de Nederlandse bevolking heeft chronische nierschade. Jaarlijks komen er zo’n 2.000 patiënten met nierfalen bij. Bij terminaal nierfalen is uiteindelijk nierfunctie vervangende therapie noodzakelijk (1, 2). Nierfalen en nierfunctievervangende therapie hebben grote invloed op de voedingstoestand van de patiënt wat leidt tot ondervoeding wat zich uit in verlies van spiermassa, spierkracht, verminderde zelfredzaamheid, verminderd fysiek functioneren, hogere mortaliteit, meer ziekenhuis opnames en een lagere kwaliteit van leven (3). Gezien deze associatie kan een interventie die het verlies van spiermassa kan voorkomen, grote impact hebben voor nierpatiënten. Echter is er nog geen informatie over de voedselinname van de Nederlandse hemodialysepatiënt. Dit belemmert de diëtetiek in het optimaal behandelen van hemodialysepatiënten. In samenwerking met het kennisnetwerk Diëtisten Nierziekten Nederland (DNN) en MKB hebben wij de volgende vragen gedefinieerd: 1) Wat is de huidige dagelijkse inname van macro- en micronutriënten van hemodialysepatiënten en 2) Bestaan er effectieve interventies op het gebeid van voeding en beweging om spiermassa verlies te voorkomen en/of te behandelen? Samenvattend bestaat dit voorstel uit de volgende activiteiten: Werkpakket 1: Landelijk multicenter studie naar de huidige inname van macro- en micronutriënten van hemodialysepatiënten, Werkpakket 2: Formeren van (inter)nationaal netwerk van professionals en wetenschappers die zich focussen op de rol van voeding en beweging bij nierziekten aangevuld met patiënten perspectief vanuit de patiëntenverenigingen, Werkpakket 3: Systematic review naar effectieve voedings- en beweeginterventies bij patiënten met nierfalen en Werkpakket 4: Het schrijven van een projectvoorstel dat de behoefte, rol en implementatie van eiwitrijke voeding en beweging onderzoekt op het behoud en/of verbeteren van spiermassa, fysiek functioneren en kwaliteit van leven van mensen met een nierziekte.