Dienst van SURF
© 2025 SURF
Lectorale rede aangaande de responsieve regio waarbij de concepten tweede demografische transitie, selectieve krimp, leefbaarheid en veerkracht centraal staan.
Column van lector Sabine Meier in dit themanummer: ‘nieuwe tijden voor architecten en ontwerpers’.In het debat over demografische transitie gaat het nog te weinig over de vraag wat te doen met de overmaat aan ruimte die gaat ontstaan. Hoe gaan we reageren op ‘open plekken’ waarvan de locatie nog niet valt te voorspellen?
The structure and financing of collective long-term care and support in the Netherlands changed dramatically with the introduction of the Social Support Act (WMO) the 1st of January 2015. This act arranged that municipalities assist people to live in their homes for as long as possible by providing various forms of aid and support. This aid and support however, is in addition to the help that people arrange for themselves and / or receive in the form of volunteer aid (mantelzorg) by family, friends and neighbours. Furthermore under this Act people only become eligible for state financed sheltered accommodation in the exceptional case of severe physical or mental illness. The fact that under the new regime of the Social Support Act municipal support is made additional to volunteer aid, it is important to understand what role family, friends and neighbours potentially can play and in fact do play. This is especially important in regions were unbalanced population decline through out-migration of young people, effectively changes social structures and accelerates the ageing of the population. For this reason we designed a limited pilot-study to test the possibilities and the necessity of a broader study focussing on potential and every day practice concerning volunteer aid for elderly in regions characterized by unbalanced population decline. In this pilot study we will focus on a rural municipality in the north of the Netherlands: Oldambt.Within the framework of this pilot-study we focussed on living arrangements and social network of two groups of senior citizens; one group of men and women aged 65-79 and one group aged 80 years and over. Based on demographic data kindly made available by the municipal office of Oldambt, in this paper we will draw a picture of these citizens living in the municipality. Going deeper into the material and the municipality’s structure we will than focus on one of the municipality’s communities, Finsterwolde, with its village, hamlets and surrounding rural area. For the purpose of this pilot-study we constructed a sample of 30 men and women aged 80+-elderly and asked them to fill in a questionnaire. Based on the outcomes of these questionnaires we than had five in-depth interviews with some of them. Finally, on the basis of the gathered material, we will draw some general conclusions while presenting some new questions for further research into the living conditions and social support systems for elderly in a region with unbalanced population decline and accelerated ageing.
De energietransitie is één van de grootste communicatie-uitdagingen van de komende decennia. Bij de energietransitie zijn verschillende belanghebbenden (stakeholders) met soms tegenstrijdige belangen, zoals overheid, organisaties en burgers. Om de energietransitie goed te laten verlopen, moeten deze stakeholders actief bij het proces betrokken worden. Voordat dergelijke participatie-initiatieven succesvol kunnen zijn, is het allereerst belangrijk om de visies van deze verschillende stakeholdergroepen (professionals uit de publieke sector, professionals uit de energiesector, burgers) op de energietransitie in kaart te brengen. Desalniettemin is er nog weinig onderzoek naar communicatie over de energietransitie binnen de Nederlandse communicatiepraktijk. Het netwerk dat wordt opgezet met deze aanvraag biedt de mogelijkheid om verschillende praktijkperspectieven hierover te koppelen aan wetenschappelijk onderzoek. Specifiek brengen we kennis uit communicatieadviesbureaus, energiesector en beroepsvereniging bij elkaar. Een eerste stap naar een gedeelde kennisbank is een survey-onderzoek naar visies op de energietransitie binnen drie stakeholdergroepen: overheid, organisaties en burgers. De resultaten van deze studie zullen laten zien welke aspecten van de energietransitie door welke stakeholders saillant gemaakt worden, en welke aspecten onderbelicht blijven. Deze resultaten bieden vervolgens een aanzet tot optimalisering van communicatie over de energietransitie binnen deze groepen. Met behulp van de netwerkpartners zullen de resultaten vertaald worden in een tool voor communicatieprofessionals. De resultaten en tool zullen breed gedeeld worden onder Nederlandse communicatieprofessionals en bieden daarnaast een mogelijke opstap naar verdieping van samenwerking binnen het netwerk in vervolgprojecten.
ontwerpend onderzoekco-productiekrimpenergietransitieHet project ‘Ontwerpend onderzoek, co-productie in context van krimp’ gaat over het stimuleren van de (mogelijke) rol van ontwerpers in (ruimtelijke) processen van gemeenschappelijk leren, in een context van demografische krimp en duurzame kleinere steden. Het primaire doel van het project is te verkennen welke rol ontwerpers kunnen vervullen in ruimtelijke ontwikkelingsprocessen. Dat gebeurt vanuit de veronderstelling dat de methode van ontwerpend onderzoeken zowel een explorerende (verwerven kennis, inzicht) als een samenbindende (wegen van standpunten, belangen) functie heeft. En dat het daardoor een bruikbaar instrument kan zijn om betrokkenen bij krimpopgaven te helpen om gezamenlijk na te denken over mogelijke oplossingen (of oplossingsrichtingen), dus een combinatie van participeren en collectief leren.
De impact van voedselproductie en -consumptie op het milieu is enorm. Door over te stappen van dierlijke naar plantaardige eiwitten kunnen we niet alleen onze CO2-voetafdruk verkleinen, maar ook onze gezondheid bevorderen en natuurlijke hulpbronnen eerlijker gebruiken. Ondanks deze voordelen blijft het merendeel van de Nederlanders vasthouden aan een dieet met veel dierlijke producten. In de voedingsindustrie worstelen partijen met het ontwikkelen van effectieve communicatiestrategieën om consumenten aan te moedigen meer plantaardig te eten. Vaak worden generieke benaderingen gekozen die weinig impact hebben. Een gerichte aanpak is essentieel: door te begrijpen wat consumenten willen en belangrijk vinden, kunnen boodschappen beter worden afgestemd en wordt de communicatie effectiever. Om deze verandering te bewerkstelligen, bundelen changemakers ProVeg en Snakeware hun krachten met onderzoekers en studenten van NHL Stenden Hogeschool, Universiteit van Groningen en de Hanze Hogeschool om evidence-based persona's te ontwikkelen. Deze persona's, gebaseerd op gedragsmodellen, demografische gegevens, en mediagebruik in Nederland, zullen worden ingezet om consumenten aan te moedigen tot meer plantaardige consumptie. Dit Plant Power Profiling (PPP) instrument is niet alleen waardevol voor beleidsmakers en overheden die de overgang naar plantaardig voedsel willen bevorderen, maar ook voor producenten van plantaardige producten en supermarkten. Het biedt een stevige basis voor effectieve communicatiestrategieën en gerichte campagnes, waardoor de acceptatie en implementatie van plantaardige voedingskeuzes worden bevorderd, ten gunste van het milieu, de volksgezondheid en een eerlijkere verdeling van onze kostbare natuurlijke hulpbronnen.