Dienst van SURF
© 2025 SURF
Dit is de eerste podcast in een serie in het kader van het 10-jarig bestaan van het Kennisnetwerk Krimp Noord-Nederland (KKNN). Professor Leo van Wissen, Hoogleraar Economische Demografie aan de Rijksuniversiteit Groningen, voormalig directeur van het NIDI (Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut) en medeoprichter van het KKNN, in gesprek met Elly van der Klauw (projectleider KKNN) en Marijn Molema (Programmanager Leefbaarheid bij het Fries Sociaal Planbureau en Bijzonder Hoogleraar Regionale Vitaliteit en Dynamiek aan de Rijksuniversiteit Groningen) over de start van het KKNN en de demografische veranderingen sindsdien.Deze zomer publiceerde Van Wissen met het NIDI een rapport over de demografische ontwikkeling van Nederland tot 2050 publ.nidi.nl/output/2020/nidi-c…-2050-in-beeld.pdf.
LINK
Lectorale rede aangaande de responsieve regio waarbij de concepten tweede demografische transitie, selectieve krimp, leefbaarheid en veerkracht centraal staan.
Demand Driven Care plays a key role in the modernization of the Dutch health care system. This modernization is needed because a) clients needs for care increases quantitatively as well as in diversity, b) the financial means for collective services are inadequate, c) the accessibility of health care will depend on clients own responsibility, and d) shortage of professional care givers is foreseen. In the Netherlands, the need for professional care givers increases with an average of 2% every year. Demand Driven Care is an instrument for liberalization of public activities. The Faculty Chair Demand Driven Care focuses on those activities that will contribute to sufficient care supply. Within the program of the chair, activities are executed under the theme of Integrated Care, Substitution, Patient Centred Care, and Home Care Technology with an emphasis on gerontechnology. The Faculty Chair wants to contribute to a better integration and coherence in care. So that clients live and function independently as long as possible and are able to enhance their self management. In addition, health care professionals should be aware of demand driven processes and should have a demand driven attitude towards clients.
Er vindt een grootschalige technologische transformatie plaats, waarbij gebouwen en gebouwonderdelen steeds ‘slimmer’ gemaakt kunnen worden. Echter, deze technologische vooruitgang gaat gepaard met een verandering, niet alleen in de manier waarop gebouwen functioneren, maar ook in de manier waarop deze ontwikkeld en gebouwd worden. Naast grote technologische veranderingen vinden er ook invloedrijke maatschappelijke veranderingen plaats, vergrijzing en een grotere grijze druk zijn daar twee van. Dit project wil een interactief bouwdeel ontwikkelen wat mensen met dementie helpt langer zelfstandig thuis te wonen. Hiervoor is het ondersteunen van de zelfstandigheid belangrijk voor de quality of life van deze groep. De te ontwikkelen interactieve woonkamer heeft als doel om te ondersteunen en stimuleren bij ADL, mobiliteit en oriëntatie. Deze interactieve woonkamer wordt ontwikkeld door verschillende MKB partijen die technologie hebben die op een of andere manier een bijdrage kan leveren aan het bovenstaande doel. Daarnaast zijn de HAN, HvA en TU/e betrokken als kennispartners bij het project. Het doel is om een aanpak voor de ontwikkeling van interactieve bouwonderdelen en één innovatieve en interactieve ruimte (de interactieve woonkamer) in twee living labs te testen. Het eerste living lab zal als technische test dienen waarin het eerste prototype verbeterd kan worden. Het tweede living lab zal zijn in DrieGasthuizenGroep, waar een tweede prototype geïnstalleerd wordt en waar de reactie, acceptatie en effect op bewoners, zorg en mantelzorg bekeken kan worden. Deze publieke partner wordt betrokken bij het gehele design proces, zodat de input en behoeften van deze verschillende stakeholders al vroeg in het proces ingebracht worden. Dit iteratieve proces zal uiteindelijk niet alleen leiden tot een interactieve woonkamer die beter bij de behoefte van de gebruiker aansluit, maar ook tot een betere acceptatie bij implementatie in de praktijk.
Aangejaagd door hogere klanteisen, het snelle tempo van technologische ontwikkelingen en demografische verschuivingen en daaruit voortvloeiende toenemende personeelstekorten, staan mkb-bedrijven voor de uitdaging om te investeren in adaptiviteit en leervermogen van hun medewerkers. Mkb-bedrijven en hun medewerkers zullen steeds slimmer gebruik moeten maken van nieuwe technologie en zichzelf continu moeten doorontwikkelen. Vooral voor de groep praktisch opgeleide medewerkers ligt er een uitdaging om ze proactief te stimuleren en een cultuur te creëren waarin leren en ontwikkelen een vanzelfsprekend onderdeel is van het werk en waarbij de diversiteit aan menselijk kapitaal optimaal wordt benut (SER, 2021). In zo’n werkomgeving ontstaan steeds meer creatieve samenwerkingsprocessen tussen een verscheidenheid aan mensen binnen de organisatie, tussen bedrijven onderling en met onderwijsinstellingen. Veel mkb-bedrijven onderschrijven de noodzaak van zo’n leercultuur. Echter, deze bedrijven ervaren dat het hen zelf onvoldoende lukt om een leercultuur van de grond te krijgen. Het is lastig voor mkb-bedrijven om inzicht te krijgen in de eigen leercultuur en te achterhalen welke interventies passen om deze cultuur concreet te verbeteren. In dit project onderzoeken we samen met tien mkb-bedrijven hun leercultuur door middel van een gevalideerde leercultuurscan en door het toepassen en monitoren van passende interventies. We monitoren deze interventies op basis van de ‘realistic evaluation’ benadering en trachten daarmee te achterhalen welke interventies in de mkb-praktijk effectief zijn. Op basis van de onderzoeksresultaten ontwikkelen we een toolbox met een set van interventies voor de mkb-praktijk. Om dit te realiseren werken we intensief samen met kennispartners Hogeschool Saxion, Hogeschool Rotterdam en Universiteit Twente. Verder bestaat het consortium uit brancheorganisatie Bouwend Nederland, Stichting OOM (scholingsadviesbureau van sociale partners in de Metaalbewerking), Regio Zwolle – programma Human Capital Agenda, Centre of Expertise TechYourFuture, VNO-NCW en arbeidsmarktregio Zwolle. De effectieve interventies voor een leercultuur leiden tot (praktische) kennisontwikkeling voor mkb-bedrijven, onderwijs en wetenschap.
ontwerpend onderzoekco-productiekrimpenergietransitieHet project ‘Ontwerpend onderzoek, co-productie in context van krimp’ gaat over het stimuleren van de (mogelijke) rol van ontwerpers in (ruimtelijke) processen van gemeenschappelijk leren, in een context van demografische krimp en duurzame kleinere steden. Het primaire doel van het project is te verkennen welke rol ontwerpers kunnen vervullen in ruimtelijke ontwikkelingsprocessen. Dat gebeurt vanuit de veronderstelling dat de methode van ontwerpend onderzoeken zowel een explorerende (verwerven kennis, inzicht) als een samenbindende (wegen van standpunten, belangen) functie heeft. En dat het daardoor een bruikbaar instrument kan zijn om betrokkenen bij krimpopgaven te helpen om gezamenlijk na te denken over mogelijke oplossingen (of oplossingsrichtingen), dus een combinatie van participeren en collectief leren.