Dienst van SURF
© 2025 SURF
Dit artikel is eerder gepubliccerd in het Nederlands Vlaams Tijdschrift voor Palliatieve Zorg, 2020-16 https://nvtpz.org/ Samenvatting (Nederlands) Het kwaliteitskader Palliatieve zorg beschrijft als standaard: Proactieve zorgplanning wordt tijdig en op passende wijze aan de orde gesteld, bij voorkeur door de hoofdbehandelaar of centrale zorgverlener of door de patiënt en diens naasten. Voor het palliatief adviesteam van een thuiszorgorganisatie in het oosten van Nederland is in drie deelonderzoeken onderzocht hoe verzorgenden en verpleegkundigen (V&V) proactieve zorgplanning in de praktijk vormgeven. In de deelonderzoeken zijn diverse onderzoeksmethoden toegepast: interviews, vragenlijsten en focusgroepen. In totaal hebben 238 V&V deelgenomen: 4 in interviews, 185 door het invullen van een vragenlijst en 49 in focusgroepen. Uit de resultaten blijkt dat V&V afwachtend zijn in het aangaan van gesprekken over wensen en behoeften. Dit gesprek wordt niet structureel gepland bij zorgvragers die in aanmerking komen voor een palliatieve zorgbenadering. Voornamelijk hbo2 -verpleegkundigen spreken vroegtijdig over het lijden (59%) en overlijden (55%) in de toekomst. Mbo3 -verzorgenden niveau 3 stellen deze onderwerpen het minst aan de orde, resp. 11% en 9%. V&V maken tot op heden geen gebruik van gesprekstools, maar alle drie de geselecteerde gesprekshulpen 1) Gesprekswijzer Proactieve zorgplanning, 2) Flowchart en 3) Wensenboekje lijken als set implementeerbaar in de thuiszorgorganisatie. Samenvatting (Engels)2 The quality framework Palliative care describes as standard: Proactive care planning is addressed in a timely and appropriate manner, preferably by the main professional or central care provider or by the patient and his relatives. For the palliative advisory team of a home care organization in the east of the Netherlands, three sub-studies investigated how nurses and certified nurses perform proactive care planning in practice. Various research methods were applied in the sub-studies: interviews, questionnaires and focus groups. A total of 238 nurses and certified nurses participated: 4 in interviews, 185 in a questionnaire and 49 in focus groups. The results show that (certified) nurses are cautious when entering into discussions about wishes and needs. These discussions are not structurally planned by all care recipients who are eligible for a palliative care approach. Especially, bachelor nurses speak early about the suffering (59%) and death (55%) in the future, whereas certified nurses level 3 addressing these subjects the least, resp. 11% and 9%. Up to now, (certified) nurses do not use conversation aids. All three selected conversation aids by this care organization 1) Conversation guide Proactive care planning, 2) Flowchart and 3) Wish booklet seem to be able to implement as a set
MULTIFILE
Inclusief onderwijs streeft ernaar om leerlingen met onderwijszorgbehoeftes in het regulier onderwijs te houden. Om voor deze leerlingen een passend onderwijszorgaanbod te realiseren, is interprofessionele samenwerking tussen de leerkracht en de jeugdhulpverlener nodig. Er is echter nog onvoldoende bekend over interprofessionele samenwerking in het primair onderwijs en wat hierin belemmerend of bevorderend werkt. In deze overzichtsstudie gaan we in op de thema’s die naar voren komen in de literatuur over deze samenwerking. We gebruiken hiervoor drie invalshoeken: het interprofessioneel handelen, het pedagogisch-didactisch handelen en de organisatorische factoren. Op basis van de analyse van 47 studies over interprofessioneel samenwerken hebben we een raamwerk opgesteld met samenhangende thema’s en de daarbij horende knelpunten en succesfactoren. Het raamwerk biedt mogelijkheden om praktijken te onderzoeken en voor onderwijs- en opleidingspraktijk om in kaart te brengen waar de knelpunten en succesfactoren binnen hun eigen samenwerking liggen. Hiermee kan een verbeterplan worden opgesteld.
Met genoegen bieden we hierbij Onderwijsraamwerk palliatieve zorg 2.0 aan. Het Onderwijsraamwerkpalliatieve zorg 2.0 beschrijft de competenties ten behoeve van de palliatieve zorgverlening voorzorgprofessionals op niveau 2 tot en met 8 volgens het Nederlands kwalificatie raamwerk zoals vastgesteld door het Nederlands kwalificatieraamwerk (NLQF). Deze bestaat uit acht niveaus en één instroomniveau. De niveaus worden vastgesteld aan de hand van beschrijvingen van wat iemand weet en kan na voltooiing van het leerproces. Deze beschrijvingen van de niveaus van kennis, vaardigheden en zelfstandigheid en verantwoordelijkheid noemen we leerresultaten. (www.nlqf.nl)
MULTIFILE
Kinderen met motorische beperkingen (bijv. door DCD, hersenbeschadiging of Spina Bifida) ervaren veel belemmeringen in schoolse participatie (schoolse taken), zoals schrijven, taal, rekenen, meespelen, zelfstandig aankleden, knippen, en gymmen. Zij kunnen moeilijker meedoen aan schoolse taken vanwege hun motorische onhandigheid, vaak gekoppeld aan gedragsproblematiek. Het rapport ‘Ketenafspraken zorg in en om school’ beveelt een integrale benadering en samenwerking aan tussen zorg en onderwijs om schoolse participatie van kinderen met een motorische beperking (en andere kinderen) te bevorderen. Het Partnering for Change model (P4C) wordt door deelnemers van de leergemeenschap Kind en Jeugd Zuyd gezien als een raamwerk dat kan helpen bij het vormgeven van de samenwerking tussen zorgprofessionals en leerkrachten. Over de toepasbaarheid van P4C in het Nederlandse onderwijs en de betekenis ervan voor de dagelijkse praktijk is nog weinig bekend. De basisschool de kleine Wereld zou een eerste verkenning willen doen met het P4C model om te bezien hoe hanteerbaar de aanpak is in de praktijk en welke meerwaarde het heeft voor verandering van competenties van zowel leerkrachten als ergotherapeuten en op de schoolse participatie van kinderen met en zonder beperkingen.
Bijna heel Europa heeft te maken met dubbele vergrijzing. Op dit moment anticiperen de Europese gezondheidszorgstelsels en het onderwijs onvoldoende op uitdagingen die hiermee gepaard gaan. In SIENHA zetten zeven Europese hogescholen en universiteiten zich in om integratie en afstemming van preventie en adequate gezondheidszorg te verbeteren via doelbewuste en vooruitziende innovatie van het onderwijs en praktijkgericht onderzoek. Doel SIENHA heeft tot doel gezond ouder worden in de Europese landen te ondersteunen door de ontwikkeling van de bekwaamheden van zorg- en welzijnsprofessionals te verbeteren teneinde: Meer inzicht te krijgen in gezond ouder worden, met aandacht voor alle levensfasen (van kindertijd tot ouderdom). Het inzicht vergroten en de continue ontwikkeling van competenties van studenten, docenten en zorg- en welzijnsprofessionals te ondersteunen om gezond ouder worden in heel Europa te bevorderen. De uitwisseling van kennis in heel Europa ondersteunen om te leren van de beste praktijken in het hoger onderwijs om gezond ouder worden te ontwikkelen. De kennis van burgers en de betrokkenheid van individuen bij de ondersteuning van persoonlijke gezondheid en gezond ouder worden vergroten. Relevantie De uitdagingen in verband met het beheer van vergrijzende samenlevingen moeten dringend worden aangepakt, hetgeen vraagt om doelbewuste en vooruitziende innovatie van onderwijs-, sociale en gezondheidszorgomgevingen die hun professionals toerusten en voorbereiden met capaciteiten die gericht zijn op preventie, gezondheid en welzijn met gebruikmaking van empirisch onderbouwde praktijken. SIENHA wordt mede gefinancierd via het Erasmus+ programma van de Europese Unie. Resultaten Het SIENHA consortium werkt aan de ontwikkeling van drie ‘Intellectuele Uitkomsten’, verzameld in een SIENHA-handboek. In het handboek wordt opgenomen: Raamwerk van competenties voor zorg- en welzijnsprofessionals die werken aan Healthy Ageing op bachelor- en masterniveau Een curriculum voor healthy ageing, bestaande uit vier modules: determining healthy ageing, plan for healthy ageing, implementation of healhty ageing en researching impact of healthy ageing Een praktische toolkit met daarin goede voorbeelden van onderwijs op het gebied van innovatie en implementatie, gebaseerd op recente theoretische inzichten en voorzien van passende werkvormen Looptijd 01 september 2021 - 01 augustus 2023 Aanpak In het project werken docenten, onderwijsvernieuwers en onderzoekers uit zeven Europese landen samen aan de gewenste opbrengsten. Ieder land heeft zijn eigen verantwoordelijkheid. De HU houdt zich voornamelijk bezig met het mede-ontwikkelen van het competentieprofiel voor healthy ageing en het ontwikkelen van de toolkit voor healthy ageing. Hiervoor wordt literatuuronderzoek gebruikt, in combinatie met vragenlijsten en het uitvoeren van interviews.
Bijna heel Europa heeft te maken met dubbele vergrijzing. Op dit moment anticiperen de Europese gezondheidszorgstelsels en het onderwijs onvoldoende op uitdagingen die hiermee gepaard gaan. In SIENHA zetten zeven Europese hogescholen en universiteiten zich in om integratie en afstemming van preventie en adequate gezondheidszorg te verbeteren via doelbewuste en vooruitziende innovatie van het onderwijs en praktijkgericht onderzoek. Doel SIENHA heeft tot doel gezond ouder worden in de Europese landen te ondersteunen door de ontwikkeling van de bekwaamheden van zorg- en welzijnsprofessionals te verbeteren teneinde: Meer inzicht te krijgen in gezond ouder worden, met aandacht voor alle levensfasen (van kindertijd tot ouderdom). Het inzicht vergroten en de continue ontwikkeling van competenties van studenten, docenten en zorg- en welzijnsprofessionals te ondersteunen om gezond ouder worden in heel Europa te bevorderen. De uitwisseling van kennis in heel Europa ondersteunen om te leren van de beste praktijken in het hoger onderwijs om gezond ouder worden te ontwikkelen. De kennis van burgers en de betrokkenheid van individuen bij de ondersteuning van persoonlijke gezondheid en gezond ouder worden vergroten. Relevantie De uitdagingen in verband met het beheer van vergrijzende samenlevingen moeten dringend worden aangepakt, hetgeen vraagt om doelbewuste en vooruitziende innovatie van onderwijs-, sociale en gezondheidszorgomgevingen die hun professionals toerusten en voorbereiden met capaciteiten die gericht zijn op preventie, gezondheid en welzijn met gebruikmaking van empirisch onderbouwde praktijken. SIENHA wordt mede gefinancierd via het Erasmus+ programma van de Europese Unie. Resultaten Het SIENHA consortium werkt aan de ontwikkeling van drie ‘Intellectuele Uitkomsten’, verzameld in een SIENHA-handboek. In het handboek wordt opgenomen: Raamwerk van competenties voor zorg- en welzijnsprofessionals die werken aan Healthy Ageing op bachelor- en masterniveau Een curriculum voor healthy ageing, bestaande uit vier modules: determining healthy ageing, plan for healthy ageing, implementation of healhty ageing en researching impact of healthy ageing Een praktische toolkit met daarin goede voorbeelden van onderwijs op het gebied van innovatie en implementatie, gebaseerd op recente theoretische inzichten en voorzien van passende werkvormen Looptijd 01 september 2021 - 01 augustus 2023 Aanpak In het project werken docenten, onderwijsvernieuwers en onderzoekers uit zeven Europese landen samen aan de gewenste opbrengsten. Ieder land heeft zijn eigen verantwoordelijkheid. De HU houdt zich voornamelijk bezig met het mede-ontwikkelen van het competentieprofiel voor healthy ageing en het ontwikkelen van de toolkit voor healthy ageing. Hiervoor wordt literatuuronderzoek gebruikt, in combinatie met vragenlijsten en het uitvoeren van interviews.