Dienst van SURF
© 2025 SURF
Hoe kan een uitvoeringsorgaan als UWV communicatie effectief inzetten in de mix van beleidsinstrumenten? Hierover zijn vele onderzoeken en inzichten voorhanden, maar hoe maak je deze toegankelijk voor gebruik in de dagelijkse communicatiepraktijk? Deze vraag stond centraal in het onderzoek dat het Lectoraat Crossmediale Communicatie in het Publieke Domein in samenwerking met UWV heeft uitgevoerd. Het Communicatie Besluitvorming Instrument (ComBi) helpt bij de beleids- en omgevingsanalyse, de doelgoep- en gedragsanalyse en het bepalen van de strategische aanpak in een communicatie-ontwikkelproces. Het Communicatie Besluitvorming Instrument (ComBi 1.0) betreft een hulpmiddel om te komen tot een communicatieplan waar draagvlak voor is bij alle betrokken partijen. Daarnaast helpt het ComBi je om een communicatieplan te maken gericht op gedragsverandering bij de doelgroep. Wat is het doel van het ComBi? Samen met betrokken beleidsmedewerkers en uitvoerders onderzoeken hoe communicatie het beste kan bijdragen aan het behalen van een beleidsdoelstelling. Het instrument geeft inzicht in de complexiteit van invloeden waaraan de doelgroep blootstaat en helpt om aan te wijzen waar communicatie in dit geheel meerwaarde heeft. De uitkomsten zijn direct te verwerken in je communicatieplan of briefing.
'Communicatieplanner' is een op de praktijk gericht boek voor het maken van een communicatieplan. Het biedt een duidelijk handvat en doorloopt stapsgewijs alle onderdelen voor het maken van een helder en doeltreffend communicatieplan. Gestart wordt met het opstellen van een algemeen communicatieplan. Daarna gaat het boek in op specifieke plannen voor interne, marketing- en concerncommunicatie. Nuttig zijn de handige schema's, modellen en praktische tips die u direct kunt toepassen in uw eigen plan. Het boek is geschreven voor en vanuit de praktijk. Al het overbodige is weggelaten. 'Communicatieplanner' is goed te gebruiken in combinatie met een handboek op het gebied van communicatie. U kunt dus meteen aan de slag!
Het 'Communicatie handboek' is al meer dan 10 jaar het bestverkochte standaardwerk op het gebied van communicatie. Het 'Communicatie handboek' geeft een heldere uitleg van de diverse vormen van communicatie. Het besteedt veel aandacht aan identiteit en imago, huisstijl, interne communicatie bij veranderingen, concern- en marketingcommunicatie. Uitgebreid wordt het maken van een communicatieplan beschreven. Verder wordt ingegaan op mediaselectie en het omgaan met de pers.
Het bestaansrecht van alle diersectoren wordt meer dan ooit bepaald door de wijze waarop wij met dieren omgaan. De hernieuwde Wet Dieren (juli 2024), de impasse in het Convenant Dierwaardige Veehouderij, de zienswijzen van Raad voor Dierenaangelegenheden en de maatschappelijke polarisatie rondom het houden van dieren, de inzet voor sport en recreatie of de interactie met wilde dieren, zijn hierin duidelijke signalen. De consequenties en uitdagingen voor de praktijk zijn groot, divers en urgent. Om de lectoren in diergerichte sectoren op het hbo te verenigen, hun expertise te verrijken en hun slagvaardigheid te vergroten willen lectoren van zes hogescholen een lectorenplatform inrichten op Dierwaardigheid in Praktijk (DiP). Het lectorenplatform DiP zoekt hierin samenwerking tussen hogescholen, universiteiten en kennisinstituten op het gebied van dierenwelzijn, smart farming en communicatie. Input en advies wordt geleverd vanuit het werkveld in de vorm van een partnerraad. Het lectorenplatform DiP streeft drie hoofdoelen na, namelijk 1) het opstellen van een onderzoeks- en uitvoeringsagenda, 2) het proactief en toonaangevend zijn in valoriserend praktijkgericht onderzoek gerelateerd aan dierwaardigheid en 3) het zichtbaar maken en valoriseren van resultaten van het praktijkgerichte onderzoek, gerelateerd aan dierwaardigheid. Bovenstaande doelen worden gerealiseerd door per jaar 1) drie platformbijeenkomsten te houden met aangesloten lectoren en kennisinstellingen, 2) twee bijeenkomsten te organiseren met alle betrokken partijen bij lectorenplatform, inclusief de partenraad, en 3) twee doelgroepgerichte kennisdagen te organiseren en één workshop onderzoeks-onderwijs-interactie om curriculumherziening op het thema te stimuleren. Een kernteam bespreekt maandelijks met de aanvragende lectoren de voortgang en monitort de op te leveren resultaten. Om externe zichtbaarheid te creëren wordt er een communicatieplan uitgerold en een online thematisch kennisplatform gelanceerd. Dit draagt bij aan het succes van het lectorenplatform DiP waarbij het streven is om na afloop van de subsidieperiode de activiteiten van consortium zelfstandig voort te zetten.
Voor een geslaagde logopedische behandeling van mensen die stotteren is het van belang dat cliënten thuis regelmatig oefeningen doen. In de praktijk wordt dit vaak niet gedaan. Een belangrijke reden hiervoor is dat oefeningen voor logopedie vaak vermoeiend en niet leuk zijn om te doen. Het huidige project is er op gericht om te onderzoeken op welke manier een digitaal ondersteuningsproduct ingezet kan worden om het oefenen leuker en makkelijker te maken bij logopedie voor mensen die stotteren. In een voortraject is onderzoek gedaan naar de technische en economische haalbaarheid van een digitaal product voor oefeningen gericht op stotteren (MIT19042, 2019). Deze haalbaarheidsstudie heeft onder meer aangetoond dat een digitaal ondersteuningsmiddel niet alleen gericht moet zijn op de therapeutische setting; patiënten/consumenten moeten de tool ook zelfstandig kunnen gebruiken. Het is daarbij van essentieel belang dat de cliënt op het goede moment ondersteuning vraagt van een therapeut. Daarom willen onderzoekers van de Hanzehogeschool Groningen in samenwerking met stottertherapeuten en het bedrijfsleven nu onderzoeken hoe een digitaal product voor oefeningen bij stottertherapie aan tenminste twee doelstellingen kan voldoen: Enerzijds moet het de oefeningen die horen bij stottertherapie aantrekkelijker maken, zodat er thuis regelmatiger geoefend wordt. Anderzijds moet het product cliënten ondersteunen om zelf op het goede moment en op de goede manier hulp in te schakelen van de therapeut. Beoogd wordt om een prototype te ontwikkelen over een deel van de oefeningen die als moeilijk en niet leuk worden ervaren en te testen of de oefeningen hiermee thuis vaker worden uitgevoerd. Daarnaast wordt beoogd om een methode te ontwikkelen en testen waarmee cliënten worden ondersteund om op het goede moment hulp in te schakelen. Aan beide voorwaarden moet worden voldaan voordat een product op de markt gebracht kan worden.
Overgewicht neemt in Nederland sterk toe. Daarom is er in het Nationaal Preventieakkoord een groot aantal maatregelen opgenomen om overgewicht tegen te gaan. Bij preventie en behandeling van overgewicht dienen zorg- en welzijnsprofessionals niet alleen aandacht te hebben voor de voeding, maar ook voor bewegen, gezonde leefstijl en achterliggende problematiek. Doel Structurele aandacht voor voeding, bewegen, gezonde leefstijl en een brede blik op de achterliggende problematiek in het curriculum en samenwerking in de keten bij minimaal vier geneeskunde opleidingen en 20% van de opleidingen tot verpleegkundige (MBO en HBO). Resultaten In 2021 bij vier geneeskunde opleidingen en 20% van de opleidingen verpleegkunde (MBO en HBO) extra, structurele aandacht binnen het curriculum over voeding, bewegen, ontspanning en achterliggende problematiek bij overgewicht. Looptijd 01 juni 2019 - 31 maart 2023 Aanpak 1: Heldere structuur en betrokkenheid van diverse organisaties en communicatieplan. 2: PvA en borgen relevantie, actualiteit, kwaliteit en juistheid informatie in het nieuwe curriculum. 3: Ontwikkelen en inbedden onderwijs voor 4 medische, 5 HBO-V en 9 MBO-V opleidingen.