Dienst van SURF
© 2025 SURF
In 24 praktijkverhalen en 9 Ziens- en werkwijzers wil hij voor aankomende vakgenoten het werkterrein van het communicatievak verduidelijken. Saillante momenten uit zijn veertigjarige loopbaan in de public relations worden beschreven : van crisiscommunicatie bij een Libische vliegtuigkaping en stakeholdermanagement in Rusland tot en met de sponsoring van de Groningse cultuurwereld. Recensie voor blad C, vakblad van Logeion, 2015.
Met meer dan 70.000 exemplaren is dit het best verkochte basisboek in het vakgebied. Succesvolle communicatie betekent gerichte keuzes maken. Dit basisboek geeft antwoord op communicatievragen die in veel organisaties spelen. Wat is de identiteit en het imago? Hoe bereikt u uw doelgroep? Wat zijn mogelijkheden om onderscheidend te communiceren? Wat is de rol van de interne communicatie bij veranderingstrajecten? Kenmerkend is de geïntegreerde aanpak van de communicatie. Daarbij maken we onderscheid in concern-, marketing- en interne communicatie. Ingewikkelde theorieën worden zeer helder vertaald naar de dagelijkse praktijk. Erg concreet is de uitgebreide uitleg over hoe u het communicatieplan opstelt. Door de vele adviezen en checklists kunt u met dit boek direct aan de slag om de in en externe communicatie beter vorm en inhoud te geven.
Hoe kan een uitvoeringsorgaan als UWV communicatie effectief inzetten in de mix van beleidsinstrumenten? Hierover zijn vele onderzoeken en inzichten voorhanden, maar hoe maak je deze toegankelijk voor gebruik in de dagelijkse communicatiepraktijk? Deze vraag stond centraal in het onderzoek dat het Lectoraat Crossmediale Communicatie in het Publieke Domein in samenwerking met UWV heeft uitgevoerd. Het Communicatie Besluitvorming Instrument (ComBi) helpt bij de beleids- en omgevingsanalyse, de doelgoep- en gedragsanalyse en het bepalen van de strategische aanpak in een communicatie-ontwikkelproces. Het Communicatie Besluitvorming Instrument (ComBi 1.0) betreft een hulpmiddel om te komen tot een communicatieplan waar draagvlak voor is bij alle betrokken partijen. Daarnaast helpt het ComBi je om een communicatieplan te maken gericht op gedragsverandering bij de doelgroep. Wat is het doel van het ComBi? Samen met betrokken beleidsmedewerkers en uitvoerders onderzoeken hoe communicatie het beste kan bijdragen aan het behalen van een beleidsdoelstelling. Het instrument geeft inzicht in de complexiteit van invloeden waaraan de doelgroep blootstaat en helpt om aan te wijzen waar communicatie in dit geheel meerwaarde heeft. De uitkomsten zijn direct te verwerken in je communicatieplan of briefing.
In tijden van toenemende culturele diversiteit en arbeidsonzekerheid hebben jongeren in Nederlandse en Duitse stadswijken grote behoefte aan richting met betrekking tot hun toekomstige leven. Ouders en leraren lijken zelf vaak te worden overweldigd door de snel veranderende wereld waarin ze leven. Naast deze veranderingen neemt het gebruik van sociale media sterk toe, waardoor de al bestaande generatiekloof nog groter wordt. Deze ontwikkelingen hebben grote gevolgen voor de levensloopperspectieven van jongeren en leiden er vaak toe dat ze meer dan ooit richting zoeken bij hun leeftijdgenoten. In plaats van dit te zien als een problematische situatie, is dit project erop gericht de netwerken van jongeren te gebruiken als bron voor verbetering van de stadswijken. Het basisidee is jonge adolescenten (in de leeftijd van 12-14 jaar) te empoweren via bepaalde leeftijdgenoten die al gerespecteerd, verantwoordelijk en stabiel in het leven staan. Deze ‘homies’ (vier Nederlandse en vier Duitse jongeren) worden getraind en begeleid door experts op het gebied van oplossingsgericht denken en inspirerende communicatie. Daarna gaan de homies aan de slag in hun eigen wijk, waar ze drie maanden actief zullen zijn. De meeste communicatie met hun leeftijdgenoten zal verlopen via mobiele communicatie en sociale medianetwerken. In het begeleidende onderzoek wordt een analyse gemaakt van de leefsituatie van jongeren in de geselecteerde wijken voor en na de tussenkomst van de homies. De homies houden zelf een (mobiel) dagboek bij dat inzicht zal bieden in hoe zij zelf de veranderingen bij de jongeren in hun wijk zien.
Mensen die moeite hebben met lezen en schrijven (laaggeletterden) zijn ondervertegenwoordigd in onderzoek, waardoor een belangrijke onderzoekspopulatie ontbreekt. Dit is een probleem, omdat zorgbeleid dan onvoldoende op hun behoeften wordt aangepast. Laaggeletterden hebben vaak een lage sociaal economische positie (SEP). Mensen met een lage SEP leven gemiddeld 4 jaar korter en 15 jaar in minder goed ervaren gezondheid vergeleken met mensen met een hoge SEP. Om laaggeletterden te betrekken in onderzoek, is het o.a. nodig om onderzoek toegankelijker te maken. Dit project draagt hieraan bij door de ontwikkeling van een toolbox voor toegankelijke (proefpersonen)informatie (pif) en toestemmingsverklaringen. We ontwikkelen in co-creatie met de doelgroep toegankelijke audiovisuele materialen die breed ingezet kunnen worden door (gezondheids)onderzoekers van (zorggerelateerde) instanties/bedrijven én kennisinstellingen voor de werving voor en informatieverstrekking over onderzoek. In de multidisciplinaire samenwerking met onze partners YURR.studio, Pharos, Stichting ABC, Stichting Crowdience, de HAN-Sterkplaats en de Academische Werkplaats Sterker op eigen benen (AW-SOEB) van Radboudumc stellen we de behoeften van de doelgroep centraal. Middels creatieve sessies en gebruikerservaringen wordt in een iteratief ontwerpende onderzoeksaanpak toegewerkt naar diverse ontwerpen van informatiebrieven en toestemmingsverklaringen, waarbij de visuele communicatie dragend is. Het ontwikkelproces biedt kennisontwikkeling en hands-on praktijkvoorbeelden voor designers en grafisch vormgevers in het toegankelijk maken van informatie. Als laaggeletterden beter bereikt worden d.m.v. de pif-toolbox, kunnen de inzichten van deze groep worden meegenomen. Dit zorgt voor een minder scheef beeld in onderzoek, waardoor (gezondheids)beleid zich beter kan richten op kwetsbare doelgroepen. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan het verkleinen van gezondheidsverschillen.
Kinderen met een autismespectrumstoornis (ASS) komen te vaak in de problemen in het onderwijs, waarbij een deel van de kinderen zelfs uit het onderwijs valt. Dit heeft mogelijkerwijs te maken met twee duidelijke knelpunten van het beleid van passend onderwijs. Ten eerste is passend onderwijs nog te veel een bestuurlijk construct en nauwelijks op het handelingsniveau van professionals gericht. Ten tweede vormen de grenzen van onderwijs en de jeugdhulpverlening nog te veel een belemmering om met vereende kracht leerlingen op maat te ondersteunen. Het op maat ondersteunen vraagt om een versteviging van vaardigheden van leerkrachten en jeugdhulpverleners om het welbevinden en leergedrag van ASS-leerlingen te stimuleren. Daarbij kunnen professionals elkaars expertise beter benutten om op deze manier samen in de klas op een talentgerichte wijze het welbevinden en leergedrag van leerlingen met ASS te ondersteunen. Het doel van deze aanvraag is het ontwikkelen van een bruikbaar prototype van een professionaliseringsaanbod voor leerkrachten en jeugdhulpverleners dat de vaardigheden die deze professionals in de klas nodig hebben versterkt, zodat leerlingen met ASS op een passende wijze ondersteund worden in hun leergedrag en welbevinden. Het consortium –bestaande uit leerkrachten uit het (speciaal) primair onderwijs, jeugdhulpverleners, gedragsdeskundigen – managers en onderzoekers, brengt via een ontwerponderzoek de behoeftes en benodigde vaardigheden in kaart en ontwikkelt ontwerpprincipes en een concept professionaliseringsaanbod. Dit concept is de basis van een professionaliseringsaanbod waarmee een bredere groep leerkrachten en jeugdhulpverleners tools krijgt om leerlingen met ASS effectief te ondersteunen. Het doel van deze aanvraag is in lijn met het landelijk beleid rondom passend onderwijs en de nationale wetenschapsagenda bij het thema ‘Jeugd in ontwikkeling, opvoeding en onderwijs’. Verbetering van het handelen van leerkrachten en jeugdhulpverleners in een integrale aanpak zorgt voor betere schoolresultaten, minder schooluitval en een betere communicatie tussen leerkrachten en hulpverleners en draagt bij aan een inclusieve maatschappij.