Dienst van SURF
© 2025 SURF
Continuïteit van zorg in de forensische keten heeft al geruime tijd de aandacht. Ondanks vele initiatieven blijven er toch knelpunten bestaan. Voor cliënten is gebrek aan continuïteit niet alleen vervelend, maar kan ook tot vertraging in het zorgtraject of nieuwe delicten leiden. In dit artikel beschrijven we de ervaringen van cliënten met aspecten van (dis)continuïteit in forensische zorg die uit ons onderzoek naar continuïteit van zorg, vanuit het perspectief van professionals en cliënten, naar voren kwamen. Ook geven we door hen aangedragen oplossingsrichtingen.
In het essay ‘Het andere perspectief’ reflecteert ervaringsdeskundige Henrike Kowalk op de onderwijspraktijk bij de opleidingen van HvA Maatschappij en Recht en op haar rol als medewerker bij het lectoraat Outreachend Werken en Innoveren. Zij beschrijft hoe docenten en studenten stoeien met het vinden van aansluiting bij de leefwereld van ervaringsdeskundigen en de inzet van ervaringsdeskundigheid in het hbo.
Deel I In opdracht van de Gemeente Utrecht is onderzocht waarom cliënten in het vrijwillige schuldhulpverleningstraject van de KBU uitvallen. Een van de doelstellingen van het onderzoek is inzicht te verschaffen in de achtergronden van uitval in het minnelijk traject van de Kredietbank Utrecht. Hiervoor is het van belang om een beeld te krijgen van de ervaringen van degenen om wie het in eerste instantie gaat: de uitvallers. Door het perspectief van betrokkenen centraal te stellen in de analyse van de achtergronden van uitval is inzichtelijk gemaakt waarom een aantal schuldenaren geen gebruik weet te maken van het aanbod van de Utrechtse Kredietbank. De volgende onderzoeksvragen zijn beantwoord: - Wat zijn de redenen van uitval onder cliënten in het vrijwillige schuldhulpverleningstraject van de KBU 2009-2010? - Wat zijn de profielen van uitvallers bij de vrijwillige schuldhulpverleningstrajecten van de Kredietbank? Deel II In Utrecht is binnen de schuldhulpverlening een specifiek project opgezet: Voorkom Huisuitzetting! (VH!). Dit project heeft als doel huisuitzetting van sociaal kwetsbaren met een huurschuld te voorkomen. In dit onderzoek schetsen we een beeld van de cliënten, hun ervaringen met het project en inventariseren we wat zij aan begeleiding en ondersteuning nodig hebben. De onderzoeksvraag was: wat zijn de profielen van cliënten van het project Voorkom Huisuitzetting!? - Wie zijn de cliënten, wat zijn hun kenmerken en wat is hun perspectief? - Hoe ervaren de cliënten de geboden hulp in het project VH!? - Wat hebben de cliënten aan begeleiding en ondersteuning nodig?
Het doel van het door Raak Publiek gefinancierde project (2019-2021) Blijf in Beweging ondersteuning Zorgprofessionals (BiBoZ) is om een methode te ontwikkelen waarmee zorgprofessionals, tijdens een consult, hun cliënten op maat kunnen ondersteunen in het bereiken van duurzaam gezond beweeggedrag. Een belangrijke eis is dat de methode leidt tot persoonsgerichte ondersteuning waarbij rekening wordt gehouden met de context van de cliënt. Onder context verstaan we de combinatie van achtergrondkenmerken en het sociaal, psychisch en fysiek functioneren in de eigen leefomgeving. De methode is ontwikkeld vanuit cliëntperspectief en in co-creatie met de doelgroep. Hiervoor zijn ontwerpgericht onderzoekstechnieken gebruikt zoals contextmapping (38 cliënten) en storytelling (11 professionals en 12 cliënten). Met de opbrengsten is in co-creatie met cliënten, professionals, studenten en docentonderzoekers de methode ontwikkeld. Het Behaviour Change Wheel (BCW) gedragsveranderingsraamwerk en informatie uit een systematische review naar effectieve beweeginterventies vormen de theoretische basis van de methode. De methode bestaat uit zes fictieve verhalen en een gespreksondersteuningstool. Als voorbereiding op het consult leest de cliënt de zes verhalen. Op basis van deze voorbereiding vindt het gesprek plaats over gezond bewegen. De professional gebruikt de gespreksondersteuningstool om op de cliënt afgestemde gedragsveranderingstechnieken in te zetten ter bevordering van doelen gericht op gezond bewegen. Cliënt en professional vertalen dit samen naar een actieplan op maat. Om de professional te ondersteunen zijn een handleiding, twee (instructie)filmpjes en een app ontwikkeld. De BiBoZ methode is goed beschreven, theoretisch onderbouwd en getest bij 10 professionals, 8 professionals in opleiding en 25 cliënten. Professionals zijn enthousiast. De volgende stap is het verder integreren van de BiBoZ methode in de werkwijze van beweeg/zorgprofessionals en het implementeren en op effectiviteit evalueren van de methode in de dagelijkse praktijk. Aanpassingen aan de methode op basis van de resultaten van de haalbaarheidsstudie worden tijdens de Top-up subsidie uitgevoerd.
In de maatschappij is steeds meer aandacht voor een gezonde leefstijl. Fysiotherapeuten kunnen een belangrijke rol spelen bij het stimuleren van duurzaam gezond beweeggedrag. Een persoonsgerichte aanpak waarbij de context van cliënten centraal staat is bij het stimuleren van gezond beweeggedrag essentieel. Om fysiotherapeuten te ondersteunen deze persoonsgerichte aanpak tijdens de behandeling toe te passen hebben drie hogescholen met behulp van een RAAK-Publiek subsidie de BiBoZ-methode (Blijf in Beweging ondersteuning Zorgprofessionals) ontwikkeld. De opbrengst van dit project bestaat uit zes beweegprofielen en een beslistool, die beiden vanuit cliëntperspectief en in co-creatie met cliënten en zorgprofessionals zijn ontwikkeld en geëvalueerd. Uit de haalbaarheidsstudie en gesprekken in het werkveld blijkt dat de BiBoZ-methode door fysiotherapeuten en cliënten positief wordt gewaardeerd. Bij de ontwikkeling van de methode lag de nadruk op het niveau van de individuele zorgprofessional en cliënt en nog niet op het organisatieniveau en het gezondheidszorgsysteem waarbinnen de methode geïmplementeerd moet worden. Voor een bredere inzetbaarheid van de methode in de dagelijkse fysiotherapiepraktijk is het nodig om op een systematische manier een generieke implementatiestrategie te ontwikkelen. Daarbij moet rekening worden gehouden met factoren op individueel, organisatie als maatschappelijk niveau zoals de koppeling met een (digitaal) zorgsysteem van de fysiotherapiepraktijk, de grote diversiteit aan praktijkvoeringen en de bekostigingsstructuur. Binnen deze RAAK-mkb aanvraag ‘BiBoZ-in de Dagelijkse FysiotherapiePraktijk’ (BiBoZ-DFP) wordt, in co-creatie met zes fysiotherapiepraktijken, een zorginnovatiebedrijf, cliënten, docentonderzoekers en studenten een implementatiestrategie ontwikkeld en geïmplementeerd. Vervolgens wordt een hybride implementatie-effectonderzoek uitgevoerd om de implementatiestrategie, de implementatie zelf en de effecten van de BiBoZ-methode te evalueren. In het consortium zitten hogescholen, fysiotherapiepraktijken, een zorginnovatiebedrijf (Zorg1), een cliëntenorganisatie (DVN) en een beroepsvereniging (KNGF). Zij worden geadviseerd door een breed samengestelde klankbordgroep. Het uiteindelijke doel is landelijke opschaling van de BiBoZ-methode naar de dagelijkse fysiotherapiepraktijk via het Innovatieplatform Fysiotherapie en het KNGF.
Sinds 1 januari 2019 kunnen mensen met een gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico verwezen worden naar een Gecombineerde Leefstijl Interventie (GLI), die wordt aangeboden door hbo-geregistreerde leefstijlcoaches. De leefstijlcoaches begeleiden hun cliënten over het algemeen tijdens individuele face-to-face contacten en groepssessies. Sommige leefstijlcoaches voegen daar e-coaching aan toe. E-coaching heeft zich als effectieve aanpak bij gedragsverandering bewezen en lijkt ook voor de GLI veelbelovend. Leefstijlcoaches die e-coaching inzetten en vooral ook degenen die dat (nog) niet doen, geven aan dat zij meer gebruik willen maken van de mogelijkheden die e-coaching biedt bij de begeleiding van hun cliënten op het gebied van leefstijl. Maar zij weten niet hoe. In het voorgestelde project iTLC (inzet Technologie voor Leefstijl Coaches) wordt de volgende onderzoeksvraag beantwoord: “Hoe kunnen hbo-geregistreerde leefstijlcoaches gefaciliteerd worden bij de inzet van e-coaching voor de begeleiding van hun cliënten binnen een GLI?” Het beantwoorden van deze vraag resulteert in een methodiek en onderwijsmodule voor (a.s.) hbo-geregistreerde leefstijlcoaches. Deze producten helpen leefstijlcoaches bij het integreren van e-coaching in de begeleiding van hun cliënten richting een verbeterde leefstijl en zelfmanagement en geven antwoord op de ‘Hoe-vraag’.In de aanpak wordt een viertal stappen doorlopen waarbij in de eerste stap in kaart wordt gebracht welke gedragsveranderingstechnieken worden gebruikt in hun huidige begeleiding en de bestaande GLI’s. In de tweede stap wordt het gebruik van e-coaching door leefstijlcoaches en hun cliënten onderzocht, om zicht te krijgen op de ervaringen, wensen en (ondersteunings)behoeften van leefstijlcoaches en cliënten. In derde stap wordt aan de hand van de verzamelde gegevens in co-creatie met een stakeholdersgroep de methodiek en onderwijsmodule ontwikkeld. Ten slotte wordt geëvalueerd of de eindproducten leefstijlcoaches meer in staat stelt om e-coaching toe te passen en worden ervaringen van leefstijlcoaches in kaart gebracht. In deze evaluatie wordt ook verkend hoe de eindproducten binnen de GLI geïntegreerd kunnen worden.