Dienst van SURF
© 2025 SURF
This white paper is the result of a research project by Hogeschool Utrecht, Floryn, Researchable, and De Volksbank in the period November 2021-November 2022. The research project was a KIEM project1 granted by the Taskforce for Applied Research SIA. The goal of the research project was to identify the aspects that play a role in the implementation of the explainability of artificial intelligence (AI) systems in the Dutch financial sector. In this white paper, we present a checklist of the aspects that we derived from this research. The checklist contains checkpoints and related questions that need consideration to make explainability-related choices in different stages of the AI lifecycle. The goal of the checklist is to give designers and developers of AI systems a tool to ensure the AI system will give proper and meaningful explanations to each stakeholder.
MULTIFILE
‘Hulpmiddelen en checklists bij DichtErBij’ behoort bij de reader bij de pilotfase van het project DichtErBij
from Narcis: "What is known and objective Medication discrepancies are common at hospital discharge, and medication reconciliation is widely endorsed as a preventive strategy. However, implementation is difficult for instance due to the unreliability of patients medication histories. In the Netherlands, community pharmacies are well-informed about their patients’ pre-admission medication status which enables thorough post-discharge reconciliation. Our aim was to study the frequency and nature of medication discrepancies, missing patient's knowledge and administrative problems at admission to primary care. Methods A cross-sectional study was conducted in pharmacies belonging to the Utrecht Pharmacy Practice network for Education and Research in the Netherlands. Structured checklists were used to evaluate all discharge prescriptions presented by adult patients discharged from the hospital to their own home during the study period. The primary outcome was all possible problems with continuity of care, defined as (i) the number and type of medication discrepancies, (ii) administrative problems and (iii) the necessity for patient education. Results and discussion In forty-four pharmacies, checklists were completed for 403 patients. Most discharge prescriptions (92%) led to one or more problems with continuity of care (n = 1154, mean 2·9 ± 2·0), divided into medication discrepancies (31%), administrative problems (34%) and necessity for further education (35%). Medication discrepancies (n = 356) resulted mainly from missing pre-admission medication (n = 106) and dose regimen changes (n = 55) on the discharge prescription. Administrative problems (n = 392) originated mainly from administrative incompleteness (n = 177), for example missing reimbursement authorization forms, or supply issues (n = 150), for example insufficient pharmacy stock. The patients’ lack of medication knowledge post-discharge was illustrated by the high need for patient education (n = 406). What is new and conclusion Community pharmacists are still confronted with problems due to inadequate documentation at discharge which can inflict harm to patients if not properly addressed. To reduce these problems, a rigorous implementation of the medication reconciliation process at all transition points, standardized electronic transfer of all medication-related information and interdisciplinary collaboration are crucial."
LINK
Aanleiding De geestelijke gezondheidszorg (GGZ) staat voor een grote opgave: er moet fors bezuinigd worden terwijl de kwaliteit van de zorg gehandhaafd moet blijven. Inzet van beeldcommunicatie kan hieraan een bijdrage leveren. Zorgverleners zijn echter niet of nauwelijks getraind op beeldcommunicatie. Ze zijn juist geoefend om subtiele signalen te interpreteren die via beeldcommunicatie niet of veel moeilijker waarneembaar zijn. Doelstelling De ambitie van het project is om GGZ-zorgverleners te ondersteunen bij het effectief inpassen van beeldbellen in de eigen zorgverlening. Daarvoor moeten de volgende drie doelen bereikt worden. 1. het verkrijgen van kennis en inzichten over de vraag waarom het (intensiever) inzetten van beeldbellen voor de GGZ-zorgverleners nu zo moeilijk is; 2. het omzetten van deze kennis en inzichten in producten die recht doen aan de complexiteit van de GGZ-problematiek en daarnaast praktisch toepasbaar zijn voor de drukbezette professional; 3. het verrijken van de opleidingen Verpleegkunde van deelnemende hogescholen Windesheim en Hanzehogeschool Groningen met modules en minoren waarin de verworven kennis en producten zijn geïntegreerd. De onderzoekers verzamelen data via diepte-interviews. Zij analyseren deze data met behulp van de affinity-diagrammingmethode. De resultaten van de analyses worden in workshops gedeeld met de GGZ-medewerkers en getoetst, om kennisuitwisseling en nadere vraagarticulatie te bevorderen. Beoogde resultaten De zorgverleners hebben behoefte aan praktische informatie en handvatten. De beoogde resultaten van het project zijn in eerste instantie een praktijkverhalenboek, video testimonials en checklists. Vervolgens kan daarop een e-learningmodule of MOOC en een serious game worden gebaseerd. Deze hulpmiddelen krijgen ook een plaats in het onderwijs van de verpleegkundeopleidingen van de deelnemende hogescholen.
Het verantwoord houden van (jonge) dieren hoort bij een duurzame, gezonde en welzijnsvriendelijke melkveehouderij. Melkveehouders zijn zich hiervan bewust en willen goed voor jonge kalveren zorgen. Meer kennis en praktische handvatten om de infectiedruk laag te houden en weerstand van de kalveren te verhogen zijn wenselijk. Er is veel (wetenschappelijk) onderzoek gedaan naar factoren die een rol spelen bij de opfok van kalveren. Met dit project willen wij de wetenschappelijke kennis verbinden met ‘hoe het werkt in de praktijk’. De hoofdvraag is ‘Hoe kan een veehouder de risico’s op infectie en uiteindelijk het ziek worden van het kalf in de eerste levensweken zo laag mogelijk houden?’ Met dit project willen we inzicht creëren in: • De infectiedruk en het verloop van de infectiedruk rondom het jonge kalf onder Nederlandse omstandigheden; • Factoren (w.o. managementfactoren, huisvesting en klimaat) die correleren met de infectiedruk rondom het jonge kalf; • Factoren (w.o. managementfactoren) die correleren met de weerstand van het jonge kalf • Oorzaken van infecties bij jonge kalveren (van geboorte tot 2 weken leeftijd) op Nederlandse melkveebedrijven; • De relatie tussen de infectiedruk en groei en gezondheid van jonge kalveren op Nederlandse melkveebedrijven; Ook worden er in dit project praktische systemen of tools ontwikkeld die de veehouder en zijn adviseurs helpen bij het gezond houden van jonge kalveren: • Systemen voor het inzichtelijk maken van kritische factoren voor het ontstaan van infecties in het jonge kalf; • Hulpmiddelen om de kans op infecties in het kalf te verlagen en daarmee diergezondheid en -welzijn te verbeteren; • Hulpmiddelen om werkzaamheden volgens planning en protocollen tijdig en goed uit te voeren; • Hulpmiddelen om de groei- en gezondheid van kalveren te monitoren. Ook wordt in dit project gewerkt aan kennisopbouw en -overdracht naar (toekomstige) veehouders en adviseurs doormiddel van participerend onderzoek, themadagen / workshops en artikelen in vakbladen.
Het doel van serious games is anders dan puur entertainment. Door gebruik te maken van gamificationelementen is het idee om gebruikers op een leuke en uitdagende manier nieuwe vaardigheden te leren of aan te zetten tot gedragsverandering. In veel sectoren is een leven lang leren en ontwikkelen inmiddels een integraal onderdeel geworden en serious games zijn dan ook bijna overal wel terug te vinden. Met deze brede toepassingen is de effectiviteit van serious games echter een veel besproken vraagstuk. Ook binnen de gezondheidszorg zijn serious games sterk in opkomst en door nieuwe technologieën als virtual reality in te zetten kunnen levensechte situaties worden nagebootst en dienen als oefen- en trainingsomgeving voor zorgprofessionals. De kern van dit project draait dan ook om de vraag hoe serious games kunnen worden geëvalueerd in termen van opgedane kennis, vaardigheden of gedragsverandering van zorgprofessionals. In het verlengde hiervan ligt de vraag hoe tijdens het ontwikkelen van serious games al rekening gehouden kan worden met de toekomstige evaluatie ervan. Hoe zouden meetmethoden kunnen worden ingebouwd in de game zelf, welke data moet er worden verzameld, en hoe kan die verzameld worden? Binnen dit project zal met een scoping review bestaande literatuur worden onderzocht op effectiviteitsstudies om zo een overzicht te maken van gebruikte methoden en technieken en te inventariseren welke data hierbij gebruikt worden. Resultaten hiervan zullen worden omgezet in methoden voor evaluatie van serious games voor zorgprofessionals en ontwerpcriteria ten behoeve van het evalueren van beoogde leereffecten hiervan. Uiteindelijk zullen de ontwerpcriteria als proof-of-concept in het ontwikkeltraject van een serious game worden toegepast. Dit project creëert hiermee inzicht in hoe serious games voor zorgprofessionals goed geëvalueerd kunnen worden op leereffecten en hoe hier tijdens het ontwikkelproces al rekening mee gehouden kan worden.