Dienst van SURF
© 2025 SURF
© 2025 SURF
Terwijl we inmiddels bij elektriciteit en gas met centrale planning werken, wil de minister de benodigde investeringen in de waterstofinfra juist aan de markt overlaten. Martien Visser waarschuwt voor onbalans in het energiesysteem.
LINK
De laatste maand van het jaar nodigt uit tot introspectie en reflectie. Het wordt tijd voor goede voornemens voor het volgende jaar. Daarmee lijkt het wel wat op een persoonlijke planning & control cyclus.
LINK
Hoewel planningsprocessen zich al langere tijd buiten de formele kaders van Rijk, provincie en gemeente om afspelen, zoals in regionale samenwerking of bij zogenoemde bottom-up planning waarin burgers en bedrijfsleven als initiatiefnemer aan zet zijn, neemt de aandacht hiervoor de laatste jaren enorm toe. Dit stelt andere en nieuwe eisen aan de planningsprofessional. Institutionele benaderingen in planningsonderzoek dragen bij de tegemoetkoming aan deze eisen.
LINK
Vlaanderen voert sinds meer dan vier decennia een autonoom sportbeleid. Dit heeft een impact op hoe het Vlaamse sportlandschap gestructureerd is. In het voorliggende werk staan de organisatie en de planning van de sport en het sportbeleid in Vlaanderen centraal. De krijtlijnen van het speelveld bestaat uit twee delen. In het eerste deel wordt een beeld gegeven van de beleidsruimte. Hier worden eerst ontwikkelingen geschetst inzake sportparticipatie, sportaanbod, sporttewerkstelling, alsook de economische betekenis van sport in Vlaanderen. Vervolgens wordt ingegaan op de organisatie van de sport, met name de omgeving van de sport en de sportsector zelf. Heel wat (sport)actoren en hun onderlinge relaties passeren daarbij de revue. Het tweede deel focust op de beleidsontwikkeling. We beschrijven de evolutie van het sportbeleid in Vlaanderen, het beleidsproces alsook het instrumentarium dat gehanteerd wordt om tot besluitvorming, en beleidsvoering in het algemeen, te komen. Dit boek richt zich tot studenten die inzicht wensen te verwerven in hoe sport(beleid) in Vlaanderen georganiseerd is. Ook beleidsmakers, sportmanagers en andere professionals die interesse hebben voor sport bieden we met dit werk een handig overzicht en interessant naslagwerk. Er wordt in dit boek dan ook de nodige zorg besteed aan figuren waarin concepten en modellen schematisch worden weergegeven.
Vlaanderen voert sinds meer dan vier decennia een autonoom sportbeleid. Dit heeft een impact op hoe het Vlaamse sportlandschap gestructureerd is. In het voorliggende werk staan de organisatie en de planning van de sport en het sportbeleid in Vlaanderen centraal. De krijtlijnen van het speelveld bestaat uit twee delen. In het eerste deel wordt een beeld gegeven van de beleidsruimte. Hier worden eerst ontwikkelingen geschetst inzake sportparticipatie, sportaanbod, sporttewerkstelling, alsook de economische betekenis van sport in Vlaanderen. Vervolgens wordt ingegaan op de organisatie van de sport, met name de omgeving van de sport en de sportsector zelf. Heel wat (sport)actoren en hun onderlinge relaties passeren daarbij de revue. Het tweede deel focust op de beleidsontwikkeling. We beschrijven de evolutie van het sportbeleid in Vlaanderen, het beleidsproces alsook het instrumentarium dat gehanteerd wordt om tot besluitvorming, en beleidsvoering in het algemeen, te komen. Dit boek richt zich tot studenten die inzicht wensen te verwerven in hoe sport(beleid) in Vlaanderen georganiseerd is. Ook beleidsmakers, sportmanagers en andere professionals die interesse hebben voor sport bieden we met dit werk een handig overzicht en interessant naslagwerk. Er wordt in dit boek dan ook de nodige zorg besteed aan figuren waarin concepten en modellen schematisch worden weergegeven.
Purpose The purpose of this paper is to clarify which knowledge, skills and behaviors are used to describe excellent performance in professional communication. As the demand for talented communication professionals increases, organizations and educators need an empirically defined set of performance criteria to guide the development of (potentially) excellent communication professionals (ECPs). This research aimed to render a competence profile which could assist in the development of recruitment, training and development to develop relevant programs for high-potential communication practitioners. Design/methodology/approach This mixed-method research was approached in two phases: first, a series of focus groups (n=16) were held to explore work field perspectives resulting in a concept profile, and second, a series of expert panels (n=30) following the Delphi method were conducted to determine the extent of agreement with the findings. Findings Participants clarified that excellent performance is characterized by competences which transcend normative technical skills or practical communication knowledge. The five domains, 16 item ?SEEDS? competence profile describes that ECPs are distinguished by their compounded ability to be strategic, empathic, expressive, and decisive and to see patterns and interrelationships. Research limitations/implications Although a broad range of relevant professionals were involved in both phases, the study could be considered limited in size and scope. Research was conducted in one national setting therefore further research would be necessary to confirm generalizability of the results to other cultural contexts. Originality/value Although many competence frameworks exist which describe normative performance in this profession, specific criteria which illustrate excellent performance have not yet been identified. This competence profile clarifies characteristics which typify excellent performance in professional communication and can be helpful to educators and employers who wish to identify and create suitable training programs for ECPs.
LINK
Of het nu gaat om de energietransitie, klimaatadaptatie of verdere verdichting in steden: in de ondergrond wordt naar oplossingen gezocht en vaak ook gevonden. Dat is mooi, maar zorg is op zijn plek. Op strategisch ruimtelijk planniveau spelen de potenties en beperkingen vanuit de ondergrond nog nauwelijks een rol in overwegingen. Daardoor kunnen beperkingen in de ondergrond op den duur het realiseren van maatschappelijke doelen belemmeren en worden potenties niet benut. Het pragmatisme op uitvoeringsniveau, waarmee alle wensen nu nog zo goed mogelijk bij elkaar gebracht worden, loopt voor de grote transitieopgaven tegen zijn grenzen aan.
Deze handreiking ‘Triage, Advance Care Planning en symptomatische behandeling bij een ernstig verloop van corona binnen de GGZ-instelling of thuis’ hoort bij de Richtlijn GGZ en corona. Bji het maken van de afweging om een patiënt wel/niet in het ziekenhuis te laten opnemen, dan wel of de patiënt wel/niet naar IC kan gaan gelden deze overwegingen: zie bestand.
Hoofdstuk 3.1: Advance care planning (ACP) is een dynamisch proces van reflectie en dialoog tussen de patiënt, naasten en/of zorgverleners, bedoeld om behandelkeuzes vast te leggen met betrekking tot de toekomstige (palliatieve en levenseinde)zorg en kwaliteit van leven, op basis van de waarden, wensen en voorkeuren van de patiënt en de naasten. ■ Voordelen van ACP zijn: een betere kwaliteit van zorg, meer tevredenheid over de zorg, minder stress of angst bij de betrokkenen, minder belastende en onnodige behandelingen, een betere inschatting van de wenselijkheid van interventies, en versterking van de relatie met naasten. ■ In België zit relevante wetgeving rond ACP vervat in drie wetten, rond patiëntenrechten, palliatieve zorg en euthanasie. In Nederland gaat het om de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO), de euthanasiewet en het Kwaliteitskader palliatieve zorg. ■ Bij ACP is het gebruikelijk dat afspraken die gemaakt worden – bijvoorbeeld rond bepaalde levenseindebeslissingen – in een schriftelijke wilsverklaring en een individueel behandelplan worden vastgelegd. Daarnaast kan de patiënt een vertrouwenspersoon of wettelijk vertegenwoordiger aanstellen, die kan spreken voor de patiënt indien deze wilsonbekwaam wordt. ■ De Toolkit ‘Proactieve palliatieve zorg in de GGZ’ biedt hulpverleners in de ggz handvatten en structuur bij tijdige en goede palliatieve begeleiding. De Toolkit behandelt vijf stappen. ► Tijdige herkenning van een palliatieve zorgbehoefte. ► In kaart brengen van symptomen, problemen en behoeften. ► Proactieve zorgplanning en uitvoering. ► Zorg in de stervensfase. ► Nazorg voor naasten. ■ Het is zaak tijdig ACP-gesprekken te voeren, dus ruim voordat de patiënt is uitbehandeld of bij de laatste behandeloptie is gekomen. Het is belangrijk een ACP-gesprek aan te kondigen, zodat de patiënt zich met de naasten hierop kan voorbereiden. Gesprekken worden bij voorkeur in een voor de patiënt vertrouwde omgeving gevoerd.