Dienst van SURF
© 2025 SURF
Het bevorderen van sociale cohesie tussen bewoners van de wijk Paddepoel is een van de doelen van het project Co-creatie in de wijk Paddepoel (Groningen). Twee wijkbewoonsters dragen op een bijzondere manier hieraan bij met hun buurtinitiatief Bindmiddel Buur voor Buur. In deze publicatie worden de aanpak en de leervaringen van beide initiatiefneemsters beschreven. Ook wordt een korte schets gegeven van de context waarin buurtinitiatieven bijdragen aan sociale cohesie in de buurt
Met de tool ‘Opvoeden in de buurt’ (bestaande uit een kaartspelvariant, powerpointvariant en website met o.a. de producten en instructiefilmpjes) kunnen ouders, leerkrachten, buurtwerkers en andere opvoeders aan de hand van 24 praatplaten de dialoog aangaan over pedagogisch handelen bij situaties met kinderen in de buurt. De praatplaten zijn ontwikkeld op basis van onderzoek naar manieren om positieve en veilige opgroei-omgeving in buurten te stimuleren (Rumping, 2022).
MULTIFILE
Wat gebeurt er als een kunstinstelling de dialoog wil aangaan met de buurt? Janna Michael observeerde een jaar lang de artistieke interventies van hetInstituut voor Avantgardistische Recreatie WORM in de Rotterdamse buurt Cool-Zuid. Ze beschrijft in dit artikel drie casussen en gaat in op de kenmerken vandialogische kunst.Het Instituut voor Avantgardistische Recreatie WORM (WORM) zoekt een betekenisvolle verbinding en dialogische relatie met de buurt, de inwoners van Cool-Zuid in Rotterdam. WORM-medewerkers zien de snelle verandering die de buurt ondergaat door gentrificatie en verkennen daarom WORM’s positie en haar potentiële rol in de buurt. Ze zet in op het bijdragen aan sociale inclusie en diversiteit in Cool-Zuid. Tegelijkertijd is WORM geen klassiek buurtcentrum, maar een kunstinstituut dat innovatieve en creatieve processen ondersteunt. Ze ontwikkelt artistieke praktijken die buurtbewoners betrekken en die hiermee bijdragen aan een nieuwe positie van WORM.In dit artikel verken ik de ontwikkeling van deze nieuwe relatie en haar dialogische karakter door in te zoomen op verscheidene artistieke interventiesin en om WORM. Ik zal op basis van interviews, observaties en digitale documentatie beschrijven hoe deze praktijken gedurende één jaar zijn geëvolueerd. De analyse richt zich op drie casussen: Issue Wrestling, Eten en ontmoeten in Cool en een hoorspel van een lokale dj en kapper, Haar en Hem. Deze casussen verschillen qua betrokken kunstenaar, proces en doelgroep en vormeneen nog incompleet verhaal over WORM en haar positie in de buurt. Ik verkendeze interventies als voorbeelden van een dialogische relatie tussen artiesten publiek of deelnemers. Daarbij ontleen ik ideeën aan dialogische kunst(Kester, 2005) en in bredere zin aan dialogische relaties zoals Bisschop Boele inde inleiding van dit themanummer formuleert. Om juist de context waarindialogische kunst plaatsvindt te begrijpen, bestudeer ik niet alleen kunstpraktijken zelf, maar bekijk ik deze ook vanuit WORM als organisatie. Hiermee kom ik tot een voorlopig antwoord op de volgende vragen: hoe is derelatie tussen WORM en de buurt zich aan het ontwikkelen? en wat kenmerkteen dialogische relatie tussen kunstinstituut en buurtbewoners?
MULTIFILE
De doelstelling van de gymles op het voortgezet onderwijs is dat jongeren deelname bekwaam worden gemaakt om nu en in de toekomst deel te nemen aan een beweegcultuur. Welke beweegcultuur (bijv. sportvereniging, sportschool of bewegen in de openbare ruimte) passend is, is afhankelijk van welke beweegidentiteit een jongere ontwikkelt. Ondanks dat alle jongeren gymles krijgen op school, voldoet slechts 50% van de jongeren aan de beweegrichtlijn van 60 minuten per dag en dus neemt de helft van de jongeren niet op regelmatige basis deel aan een beweegcultuur. Het curriculum van de gymles is van oudsher voornamelijk sport georiënteerd, wat niet voor alle jongeren aansluit bij hun beweegbehoeften. Ook de naschoolse initiatieven vanuit gemeentes zijn veelal gericht op doorstroming naar een sport(vereniging). Uit het vraagarticulatie traject blijkt dat docenten Lichamelijke Opvoeding in grote steden niet goed weten om te gaan met de toenemende diversiteit van jongeren in hun gymles, terwijl de kwetsbaarheid van jongeren groter is dan in andere lessen, omdat leerlingen samen omkleden, schaarsere kleding dragen, in de etalage (kunnen) staan tijdens het bewegen en fouten direct zichtbaar zijn. De diversiteit (bijv. cultureel of gender) tussen leerlingen en het verschil tussen de school en de thuis/straatcultuur maken de gymlessen een complexe context. Ook blijkt dat zij leerlingen in de les hebben die niet gemotiveerd zijn tijdens de gymles, maar wel deelnemen aan een andersoortig beweegaanbod vanuit een buurtinitiatief, zoals Favelastreet. Daarom onderzoeken we in dit RAAK-PUBLIEK project wat de achterliggende mechanismen van de succesvolle buurtinitiatieven zijn en hoe die te benutten in de gymles. Dit om zo recht te doen aan jongeren met diverse achtergronden, mogelijkheden en identiteiten in de gymles. Het onderzoek doen we samen met jongeren, hun ouders, docenten LO, initiatiefnemers van andersoortig beweegaanbod (buurtinitiatieven) en andere partners in Amsterdam, Den Haag en Eindhoven.