Dienst van SURF
© 2025 SURF
Met de verdichtingsopgave waar Amsterdam voor staat van minimaal 50.000 woningen in 2025 is de toename in bouwactiviteiten groot. De ambitie van verdichting staat op gespannen voet met de overlast die bouwprojecten veroorzaken. In stedelijke gebieden heeft drie tot vijf van de tien vrachtwagens een bouwplaats als bestemming en het aantal busjes met personeel en materiaal is nog groter. Hoewel er al veel (technische) oplossingen zijn voor de bouwlogistiek, blijkt door de veelheid aan partijen de optimalisatie van bouwlogistiek vooral een governance- en coördinatievraagstuk. In een Europees onderzoeksproject CIVIC is gewerkt aan een benadering die hierin kan ondersteunen.
Nederlandse gemeenten hebben te maken met een grote bouwopgave. Dit zorgt voor veel voertuigbewegingen van en naar bouwprojecten. In 2021 werd er meer dan 250 miljoen ton bouwmaterialen vervoerd in Nederland. Daarmee is de bouw de grootste vervoerende sector in tonnen. Op de snelwegen transporteert één op de vijf vrachtwagens bouwmaterialen, in steden is dat één op de vier. Ook financieel gezien is de impact groot: de logistieke kosten in de bouwsector bedragen ruim € 6 miljard per jaar. Uiteraard is ook de CO2-uitstoot een belangrijk agendapunt: het aandeel van transport in de totale CO2-uitstoot van de bouwsector bedraagt maar liefst 35%. De vraag doet zich daarom voor: hoe kan de bouwlogistiek beter worden geregeld? De Topsector Logistiek onderzocht het.
Eén van de barrières voor vergaande verduurzaming van de stad is dat betere keuzes vaak om hogere investeringen vragen. De grootste uitdaging lijkt te zijn: hoe maken we business van circulaire economie? Immers, als de circulaire economie goede businesskansen oplevert, zal de toepassing ervan door de markt omarmd worden. In dit projectvoorstel wordt een onderzoek voorgesteld naar het beheer van de openbare ruimte, de toepassing van circulaire principes daarbij en de toepassing daarvan in integrale concepten. Daarbij wordt in fase 1 de casuïstiek van een provinciale weg gebruikt. In fase 2 worden de uitkomsten van fase 1 breder getrokken. Het onderzoek geeft antwoorden op de drie basisvragen: “Hoe kun je een circulair alternatief aanbesteden/uitvragen?”, “Hoe kan een circulaire provinciale weg eruit zien?” en “Wat is de business case, waar zit de waardecreatie?”. Regionale partners willen hier gezamenlijk hun schouders onderzetten. Aan het voorstel zijn twee lectoraten verbonden, één vanuit de bouwlogistiek en het andere lectoraat vanuit businessmodellen en innovatie.
Bouwlogistieke bewegingen leiden tot extra CO2-uitstoot in stedelijke gebieden. Dit is gedeeltelijk het gevolg van inefficiëntie in de bevoorrading van de bouwplaats. Bouw Informatie Modellen (BIM) kunnen bijdragen aan het verbeteren van het bouwproces, omdat afstemming van materialen, diensten en producten in één BIM-model (virtueel) kunnen worden vastgelegd en bijgehouden en omdat de status van de werkelijke bouw (as built) in hetzelfde model kan worden geregistreerd. Doordat alle materialen en hun verwerking aan BIM kunnen worden gekoppeld, is de gedachte dat BIM een cruciale rol kan spelen in de goederenstroom in de leveringsketen en daarmee in een efficiëntere bouwlogistiek. Grote bouwbedrijven omarmen in toenemende mate de toepassing van BIM. Het MKB speelt echter de grootste rol speelt in de leverings- en verwerkingsketen. Voor het laten bijdragen van MKB’ers aan de bouwlogistieke keten is een innovatieve werkwijze als BIM nodig. Echter, BIM is niet gangbaar binnen MKB’ers. BIM sluit juist bij MKB’ers in de bouwlogistiek niet zomaar aan bij de bestaande bedrijfsactiviteiten en bij de bestaande wijze van doorvoeren van veranderingen. Het gebruik van BIM blijft bij MKB-bedrijven zichtbaar achter bij de verwachtingen. Voor het MKB is de kennis van BIM mogelijk te beperkt en zijn de positieve opbrengsten van het werken met BIM onvoldoende duidelijk. Om BIM te kunnen inzetten voor bouwlogistiek is het daarom nodig om inzicht te krijgen in de belemmeringen die MKB’ers ervaren in het gezamenlijke delen en gebruiken van logistieke gegevens in BIM. Als die kennis beschikbaar komt, kan een verdere optimalisatie van de bouwlogistieke keten plaats gaan vinden en kunnen negatieve milieueffecten door suboptimale bouwlogistiek worden gereduceerd.
De bereikbaarheid van de Metropoolregio Amsterdam neemt af door toenemende vervoersstromen. Dit geeft druk op de logistieke kosten en het vestigingsklimaat voor bedrijven in de regio. Food is een belangrijke economische sector voor de regio (3,5 miljard toegevoegde waarde, 31 000 banen in de MRA) én heeft een groot aandeel in het wegvervoer (zo’n 30 % van het wegvervoer is agri-food gerelateerd). Het is dan ook logisch te denken aan logistieke innovaties die de efficientie van food-logistiek in de regio zouden kunnen vergroten om zodoende de logistieke druk te verminderen. Verschillende partijen in de regio denken aan mogelijkheden voor Logistieke Hubs of ontkoppelpunten of ketenregie-oplossingen (zoals ook gepropageerd door de Topsector Logsitiek voor een aantrekkelijk logistiek vestigingsklimaat). Deze innovaties blijven echter vaak uit: enerzijds omdat het bedrijfsleven pas bereid is te innoveren als het systeem vastloopt, anderzijds omdat nog te weinig gedetailleerd informatie beschikbaar is over logistieke stromen van en naar de verschillende bedrijven in de regio waardoor het lastig is de stap van een abstract logistiek ontwerp naar een werkelijke businesscase te maken. Om in de behoefte naar data te voorzien, voert HvA twee projecten waarin data worden verzameld van food-gerelateerde logistieke stromen. Deze KIEM Logistiek is gericht op het vertalen van de aanpak in deze projecten naar een methodiek die herhaalbaar en opschaalbaar is. Dat betekent toepasbaar: • in een ander geografisch gebied; • in een andere sector; • op een ander tijdstip. Op deze manier willen we bijdragen aan behoud van een logistiek aantrekkelijk vestigingsklimaat en een bereikbare regio. Het is de ambitie van de partners in dit project om via dit KIEM-project te zorgen dat wat we nu doen voor de foodsector in vervolgprojecten ook voor bijvoorbeeld bouwlogistiek, afvallogistiek en/of pakketbezorging uit te voeren. Om dit mogelijk te maken, is het nodig gedegen een aanpak en een programma van eisen vast te leggen voor de ontsluiting van deze data zodat ze bruikbaar worden voor bedrijven, overheden en onderzoekers in logstiek ontwerp (innovatie) en besluitvorming. De hoofdvraag van dit onderzoek luidt daarom: Hoe kunnen we logistieke data over goederenstromen (o.a. van voedsel) verzamelen en bruikbaar maken voor bedrijfsleven, overheid en onderzoekers bij het maken van logistieke ontwerpen en besluitvorming? Doelstelling Project / projectdelivarables: • Een methodiek en stappenplan voor dataverzameling; • Een protocol voor het opschonen van data zodat deze bruikbaar worden voor analyse; • Een programma van eisen voor data-ontsluiting zodat deze bruikbaar wordt voor bedrijven, overheden en onderzoekers die logistieke innovaties willen realiseren. Het onderzoek wordt uitgevoerd door Hogeschool van Amsterdam in samenwerking met Wageningen Environmental Research, Vereniging Herstructurering Food Center Amsterdam, SADC, Havenbedrijf Amsterdam en Gemeente Zaanstad.