Dienst van SURF
© 2025 SURF
In dit essay wil ik aan de hand van de tweede Korintebrief een kort maar krachtig pleidooi voeren voor de herwaardering van het ambt als biechtvader of -moeder. Biecht vraagt om een ambtsverhaal dat correspondeert met de vergeving die daarin wordt uitgesproken. Biecht vraagt om zwakkelingen en dwazen die zelf een levend getuigenis zijn van de verzoening in Christus. Juist de biecht kan in onze tijd een praktijk zijn die een schuldige mensheid hoop kan geven en de eenzaamheid en eindeloosheid van schuld doorbreken. Het is het geschenk van de ruimte van vergeving om het hart te luchten en bevrijd te kunnen leven: ‘rituals that invite us to confess our sins are actually gifts,’ schrijft James K.A. Smith treffend. Het profetische alternatief van verzoening is een geschenk aan deze wereld. Maar hoe moet ambt eruit zien, als het dit verhaal verzoening niet alleen moet vertellen, maar vooral ook leven?
Hoofdzonden zijn van oorsprong religieus geënte leefregels die monniken moesten behoeden voor dwaling, ongeluk en het missen van het gestelde (religieus bepaalde) doel. Hoogmoed, lust, hebzucht, woede, gulzigheid, afgunst, apathie en melancholie zijn daarmee in beginsel indicatoren van een verkeerde levenshouding. Besef hiervan ging gepaard met schuld, maar berouw en vergeving gaven de penitent een nieuwe kans. Tegenwoordig wordt in het begaan van de zonde verlossing gezocht. Het betreft de verlossing van het besef tekort te schieten, van onvermogen en persoonlijk falen. Om aan dit bewustzijn te ontsnappen doen we vaak wat de tragiek van het eigen bestaan juist bevestigt. Uit onderzoek blijkt dat het theologische zondebegrip in een cultuur van narcisme niet meer verwijst naar hetgeen verboden is, maar vooral uitdrukking geeft aan hetgeen wordt gemist [Derckx 2006]. Zonde en schuld zijn daardoor niet langer de twee kanten van eenzelfde medaille. Nee: in een cultuur van narcisme gaan we vanwege een diep besef van persoonlijk tekort, vooral gebukt onder gevoelens van schaamte die de ervaren imperfectie bevestigt. Omdat schaamte in een cultuur van narcisme overheerst, is het van belang dat de relevantie van deze zijnswijze ook binnen het pastorale werkveld wordt erkend. Het is opmerkelijk dat de hoofdzonden, die meestal in verband worden gebracht met schuld en boete, hierbij een belangrijke rol vervullen.
Er is volgens mij alle reden zuinig te zijn op de nog resterende Nederlandse en Europese raffinagecapaciteit. “Daarnaast is het wijs het verbruik te beperken, recycling aan te jagen en de raffinagecapaciteit binnen Europa en Nederland voor de kritische materialen te ontwikkelen of vergroten. Dat vraagt helaas veel duurzame energie, veelal baseload, terwijl ook het milieu aandacht behoeft. Het alternatief, onze afhankelijkheid te laten voortduren, zal op termijn minder aantrekkelijk blijken.”
LINK