Dienst van SURF
© 2025 SURF
Stichting van Schulden naar Kansen (VSNK) heeft in 2015 (toen nog onder de noemer van de Delta Lloyd Foundation) het actieprogramma Van Schulden naar Kansen gelanceerd. De ambitie van dit programma is om in vijf jaar tijd (2016-2020) in doelgebieden waar veel mensen van een laag inkomen leven de financiële zelfredzaamheid van 15% van de desbetreffende huishoudens te vergroten door armoede als gevolg van schulden terug te dringen. Het gaat om doelgebieden in Amsterdam, Arnhem, Rotterdam en Zwolle. In de bijlage in tabel 1 en 2 staan de beoogde aantallen huishoudens per doelgebied en de betreffende postcodes in die gebieden. Wanneer we over een bepaalde buurt spreken (bijv. Amsterdam Nieuw-West), betreft het dus niet het hele stadsdeel maar slechts enkele postcodegebieden uit de genoemde buurt.Stichting VSNK steunt verschillende lokale projecten op het gebied van armoedebestrijding en schuldhulpverlening. De projecten richten zich op mensen met schulden of op mensen met een groot risico op schulden die in armoede leven. Stichting VSNK financiert deze projecten en biedt vrijwillige inzet van haar medewerkers. De projecten worden binnen de lokale infrastructuur gevonden, georganiseerd of versterkt. Dat gebeurt door of in samenwerking met lokale partners die de doelgroep goed kennen en begeleiden. Uitgangspunt is dat elke deelnemer aan een project een huishouden vertegenwoordigt; ontwikkelingen op het gebied van financiële zelfredzaamheid van een deelnemer kunnen dus effect hebben op een heel huishouden. Het lectoraat Armoede Interventies van de Hogeschool van Amsterdam voert een meerjarig onderzoek uit om te bepalen welke effecten de inspanningen in de doelgebieden hebben. Behalve onderzoek op deelnemers- en doelgebiedsniveau wordt er tot en met 2020 continu onderzoek gedaan onder alle gefinancierde projecten op proces en prestaties. Doel van de impactanalyse is het inventariseren van het aantal deelnemers en de bereikte impact van de door Stichting VSNK ondersteunde projecten op de (structurele) financiële zelfredzaamheid van de deelnemers. Het onderzoek wil inzicht geven in het effect van de projecten en kennis genereren over wat wel en wat niet werkt door resultaten van projecten te relateren aan zogeheten WhatWorks principes. Doordat deze inventarisatie elk jaar herhaald wordt, ontstaat een goed beeld van de inhoud en de impact van de verschillende projecten die door Stichting VSNK gesteund worden. De eerste meting in het kader van het actieprogramma Van Schulden naar Kansen vond plaats in januari 2017. Het voorliggende rapport betreft de vierde meting en heeft betrekking op het jaar 2019.
AANLEIDING - Gemeenten en waterschappen hebben de taak om te zorgen voor een klimaatbestendige inrichting van de gebouwde omgeving om schade door hevige neerslag, hitte en droogte zoveel mogelijk te voorkomen. Om die reden zijn en worden zogenaamde groenblauwe oplossingen aangelegd, zoalsinfiltrerende stadsparken, wadi's en raingardens. Er zijn echter veel vragen over het functioneren en de risico’s van deze maatregelen. Inzicht in de kansen en risico’s ontbreekt om het adequaat lange termijn functioneren van groenblauwe oplossingen te garanderen. DOELEN - Professionals van gemeenten en waterschappen hebben behoefte aan meer inzicht in groenblauwe oplossingen, zoals: 1. kansen en risico’s 2. kennis over het lange termijn functioneren; 3. interdisciplinaire samenwerking van organisaties binnen de disciplines water, bodem en groen en 4. actuele richtlijnen voor ontwerp, aanleg en beheer. Op basis hiervan is de volgende onderzoeksvraag geformuleerd voor dit onderzoek: wat zijn de kansen en risico’s bij het lange termijn functioneren van groenblauwe klimaatadaptieve oplossingen?AANPAK - Om dit te onderzoeken hebben we op meer dan zestig locaties metingen gedaan naar het functioneren van groenblauwe oplossingen. Om te voorkomen dat appels met peren werden vergeleken is daarin de focus aangebracht op de wadi als de meest populaire en langst lopende groenblauwe oplossing in Nederland. Deze werden onderzocht op hydraulisch en milieutechnisch functioneren, maar ook op eigenschappen, beleving door omwonenden en beplanting. In zogenaamde ClimateCafés werden verschillende onderzoekinstrumenten en -methodes samen met studenten, onderzoekers en professionals toegepast. De data die daarin werd opgehaald wordt vertaald naar praktische richtlijnen, gevoed met ervaringen en lessen uit interviews met professionals van publieke en private partijen (met verschillende disciplines als water, bodem, groen en stedenbouw).SAMENWERKING - Het consortium dat aan dit onderzoek werkte bestond uit een multidisciplinaire samenwerking tussen hogescholen, gemeenten, waterschappen en provincies met diverse organisaties en bedrijven vanuit het hele land. Het consortium is ontstaan uit het Lectorenplatform Delta en Water en verstevigt de strategische samenwerking tussen praktijk professionals, onderzoek en onderwijs.UITKOMSTEN - In dit onderzoek is naar een aantal eindproducten toegewerkt. Allereerst een open source database op over groenblauwe oplossingen voor inspiratie en onderzoek: Climatescan. Hierin zijn voor alle groenblauwe oplossingen die onderdeel waren van dit onderzoek de belangrijkste eigenschappen en meetresultaten gedeeld ter terugkoppeling aan de praktijk. Ten tweede een opensource database met alle onderzochte locaties en de belangrijkste analyses. Tot slot is naar een inspiratieboek toegewerkt met illustraties van goede en slechte voorbeelden uit de praktijk.
Met het doel om financiële zelfredzaamheid in Nederland te bevorderen, steunt Aegon sinds 2016 verschillende lokale projecten op het gebied van armoedebestrijding en schuldhulpverlening. De projecten richten zich op mensen met schulden of op mensen met een groot risico op schulden die in armoede leven. Aegon financiert deze projecten en biedt vrijwillige inzet van haar medewerkers. De projecten worden binnen de lokale infrastructuur gevonden, georganiseerd of versterkt. Dat gebeurt door of in samenwerking met lokale partners die de doelgroep goed kennen en begeleiden. Aegon sluit hiermee aan bij het actieprogramma Van Schulden naar Kansen dat in 2015 door de Delta Lloyd Foundation is gelanceerd. De Delta Lloyd Foundation ging in 2018 verder onder de naam Stichting van Schulden naar Kansen (VSNK). Per stad is een selectie gemaakt van doelgebieden met de hoogste concentraties huishoudens met een (zeer) laag inkomen. Hierbij is tevens gekeken naar het aantal huishoudens met schulden: de doelgroep waar Van Schulden naar Kansen zich op richt. Op basis hiervan zijn doelgebieden aangewezen. Stichting VSNK richt zich op doelgebieden in Amsterdam, Arnhem, Zwolle en Rotterdam. Met VSNK richt Aegon zich op doelgebieden in Groningen, Leeuwarden en Den Haag. In deze doelgebieden wil Aegon in 2021 het aantal huishoudens met probleemschulden met 6000 gereduceerd hebben. In deze doelgebieden wil Aegon in 2021 het aantal huishoudens met probleemschulden met 6000 gereduceerd hebben. In de bijlage in tabel 1 in de bijlage staan de beoogde aantallen huishoudens per doelgebied en in tabel 2 in de bijlage de betreffende postcodes in die gebieden. Wanneer we in dit rapport over een bepaalde buurt spreken betreft het dus niet het hele stadsdeel maar slechts enkele postcodegebieden uit de genoemde buurt.Van Schulden naar Kansen probeert financiële steun en vrijwillige inzet te verlenen aan projecten in deze doelgebieden of in elk geval de deelnemers uit deze gebieden te rekruteren. Uitgangspunt is dat elke deelnemer aan een project een huishouden vertegenwoordigt; ontwikkelingen op het gebied van financiële zelfredzaamheid van een deelnemer kunnen dus effect hebben op een heel huishouden. Het lectoraat Armoede Interventies van de Hogeschool van Amsterdam voert een meerjarig onderzoek uit om te bepalen welke effecten de inspanningen in de doelgebieden hebben. Behalve onderzoek op deelnemers- en doelgebiedsniveau wordt er tot en met 2020 continu onderzoek gedaan onder alle gefinancierde projecten op proces en prestaties. Doel van de impactanalyse is het inventariseren van het aantal deelnemers en de bereikte impact van de door Aegon ondersteunde projecten op de (structurele) financiële zelfredzaamheid van de deelnemers. Het onderzoek wil bovendien vooral inzicht geven in het effect van de projecten en kennis genereren over wat wel en wat niet werkt door resultaten van projecten te relateren aan de zogeheten WhatWorks principes. Doordat deze inventarisatie elk jaar herhaald wordt, ontstaat een goed beeld van de inhoud en de impact van de verschillende projecten die door Aegon gesteund worden. Het voorliggende rapport betreft de derde meting en heeft betrekking op het jaar 2019.