Dienst van SURF
© 2025 SURF
Het projectplan 'De Belevingswaarde van Musea’ is een aanvraag voor de regeling RAAK-PUBLIEK van het Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA (september 2015).
Er zijn nieuwe materialen gecreëerd door textielresten te mengen met bio-based plastics en deze te bewerken m.b.v. digitale productietechnieken. De nieuwe materialen hebben goede mechanische en functionele eigenschappen, alsmede een hoge belevingswaarde . Tevens zijn de nieuwe materialen biologisch afbreekbaar en kunnen goed gerecycled worden.
Gangbare transformaties van gebouwen zijn vaak ingrijpend, irreversibel en gaan met (zeer) veel materiaalgebruik gepaard. Dit maakt het transformeren van gebouwen duur en tijdrovend en het heeft een onnodig grote milieu-impact. De stelling, van de bij dit RAAK-project BouwTex aangesloten organisaties, is dat met textiel tot andere, lichtere en meer flexibele oplossingen gekomen kan worden.Waarom textiel?Textiel heeft in het verleden in verschillende toepassingen bewezen waarde toe te kunnen voegen aan gebouwen, door ze te beschermen tegen weersinvloeden (tent- en andere afschermconstructies), gebouwprestaties te verbeteren (isolatiewaarde, akoestiek) en de belevingswaarde te vergroten (visueel, vorm). Die potentie van textiel voor gebouwverbetering gaan we benutten in de vraag naar goedkope en snelle transformatie van vastgoed. Textiel is licht in gewicht, makkelijk te vormen, sterk, isolerend, vochtregulerend en kan goed voorzien worden van extra functies. Met name in gebieden met aardbevingsgevaar en gebieden met een (tijdelijke) vraag naar flexibele indeling van ruimtes kan textiel waarde hebben. OnderzoekOktober 2017 is het onderzoek gestart naar de mogelijkheden van textiel voor de bouw in het kader van renovatie en herbestemming van gebouwen. In dit project zullen nieuwe producten voor de bouw worden ontworpen en worden getest om te zien of zij ook voldoen aan de vooraf vast te stellen prestatie-eisen. Er zullen twee concepten worden ontwikkeld om buitenmuren in aardbevingsgebieden te versterken m.b.v. textiel, en er worden twee concepten ontwikkeld voor lichte flexibele binnenwanden. Van deze concepten zullen ook prototypes worden gemaakt die in proefopstellingen zullen worden opgesteld. Textiel leent zich bij uitstek voor het inweven van relevante functies, welke zijn dat? Aan welke eisen vinden wij dat deze nieuwe componenten moeten voldoen? Verder zal verkend worden wat hun potentie is voor de bouw. Nieuwe ketens van bedrijven worden gevormd om de nieuwe materialen en producten te realiseren. Dit onderzoeksproject duurt twee jaar en wordt geleid door het lectoraat Ruimtelijke Transformaties van de Hanzehogeschool Groningen in combinatie met Saxion in Enschede.
‘Renovaties en herbestemming van gebouwen kunnen veel slimmer worden uitgevoerd’ is de stelling van bedrijven die hierbij betrokken zijn. De gangbare transformatie is vaak ingrijpend, irreversibel en gaat met (zeer) veel materiaalgebruik gepaard. Dit maakt het transformeren van gebouwen duur en tijdrovend en het heeft een onnodig grote milieu-impact. De bedrijven willen daarom onderzoeken of met textiel tot andere, lichtere en meer flexibelere oplossingen gekomen kan worden. Textiel heeft in het verleden in verschillende toepassingen bewezen waarde toe te kunnen voegen aan gebouwen, door constructies te versterken (tentdoek), gebouwprestaties te verbeteren (isolatiewaarde, akoestiek) en de belevingswaarde te vergroten (visueel, vorm). Die potentie van textiel voor gebouwverbetering gaan we benutten in de vraag naar goedkope en snelle transformatie van vastgoed. Textiel is licht van gewicht, makkelijk te vormen, sterk, isolerend, vochtregulerend en kan goed voorzien worden van extra functies. Met name in gebieden met aardbevingsgevaar en gebieden met een (tijdelijke) vraag naar flexibele indeling van ruimtes kan textiel een belangrijke bouwwaarde hebben. De doelstelling van het project is om binnen een periode van twee jaar te komen tot vier toepasbare prototypes voor: 1. het constructief versterken van bestaande buitenmuren met textiel, 2. en het realiseren van flexibele binnenmuren met gebruik van textiel Dit doel wordt bereikt door onderzoek dat zich richt op de volgende onderzoeksvraag Hoe kan bij de transformatie van gebouwen textiel worden benut voor het versterken van buitenmuren en de constructie van lichte, flexibele binnenmuren. De Hanzehogeschool Groningen, Saxion, textiel- en bouwbedrijven gaan, samen met architecten en beheerders van vastgoed, deze uitdaging aan. De vier prototypes die tot stand komen kunnen door de betrokken MKB’ers verder ontwikkeld worden tot producten die in de markt gezet kunnen worden. Daarnaast bieden de prototypes casuïstiek voor opleidingen in textiel en bouwkunde.
1. Samenvatting Het voedselbos is een aantrekkelijke propositie voor een circulaire economie, omdat het met het systeem van teelt en bewerking de aanvoer van mest- en grondstoffen en de afvoer van afvalstoffen minimaliseert. Tevens is er een beperking van de inzet van arbeid, met een posi-tief effect op natuur- en belevingswaarden. Doel van deze KIEM aanvraag is het signaleren van de belangrijkste struikelblokken voor landbouwbedrijven om om te schakelen richting voedselbosproductie. Hiertoe onderzoeken we twee boerenbedrijven die hiervoor model staan. 'Voedselbos' is een nieuw fenomeen dat de laatste jaren veel aandacht krijgt. De bedrijven maken deel uit van een netwerk van be-drijven aangesloten bij de Stichting van Akker naar Bos (VANB). Het gemeenschappelijke doel van al deze bedrijven is een transitie van de agrarische sector naar landbouw die natuur integreert in werkwijze en systeem. Opvallend is, dat de kennisbasis onder 'voedselbos' dun is; wat we hebben is vooral de ervaring van een aantal pioniers. Beschikbare literatuur is van populaire aard, met weinig wetenschappelijk fundament. Ook omtrent de positie van starten-de voedselbosondernemers zijn er nog veel vragen. Zij willen een innovatief traject in, maar tegelijk is veel onduidelijk: gedegen informatie over de huidige toestand van de bedrijven, kansen en beperkingen, of de ambities, ontbreekt. In dit korte onderzoek wordt dat voor twee bedrijven als voorbeeld in kaart gebracht. Op basis van het Farming System Model wordt een QuickScan van het bedrijf gedaan, er wordt een kwalitatief interview afgenomen en het bedrijf wordt in foto, diagram en kaart vastgelegd. Op basis daarvan wordt samen met de onderne-mers vastgesteld wat nu eigenlijk de concrete struikelblokken zijn bij de transformatie, en wordt dat vertaald naar de opgave die het netwerk van bedrijven zich stelt. De grotere onderzoeksvraag die daarbij speelt is: Wat is de potentiele betekenis van voed-selbossen in het agrarisch systeem in Nederland?