Dienst van SURF
© 2025 SURF
De gemeente Deventer en Saxion hebben in 2018 een strategische samenwerkingsovereenkomst getekend voor de periode van 4 jaar. Daarin zijn gezamenlijke ambities geformuleerd op de thema’s ICT, Duurzaamheid en Gezondheid. Hierbinnen is de City Deal Kennis Maken (CDKM) gestart in Deventer. Landelijk doel hiervan is dat onderzoekers, docenten en studenten betrokken worden in het oplossen van stedelijke opgaven: kennisbenutting én het aanbieden van een rijke leeromgeving. Afgelopen maanden is een impuls gegeven aan de samenwerking tussen Deventer en Saxion, o.a. door de inzet van een trainee als kwartiermaker met de zgn. impulsregeling (SIA). Een netwerk is gevormd en er wordt gewerkt aan vragen uit de stad binnen Saxion, met name binnen Stadslab en Smart Solutions Semester. De CDKM Deventer loopt goed en dynamisch, maar er is behoefte aan het uitbouwen en verduurzamen van de ontplooide activiteiten. Zo werken we samen toe naar het op grootschalige wijze studenten, docenten en onderzoekers te betrekken bij maatschappelijke opgaven van de stad. De huidige CDKM-regeling 2019 (SIA) zal worden ingezet om initiatieven die gestart zijn in de afgelopen periode op te schalen en te verduurzamen, met als doelen: 1: Intensiever, groter en actiever netwerk tussen ondernemers, overheid en onderwijs. 2: Meer gerichte en planmatige systematiek voor ophalen en verduidelijken van kennisvragen bij gemeente, bedrijven, instellingen, en inwoners. 3: Optimale benutting van onderwijs voor de beantwoording van stadsvragen, met name door uitbreiding van onderwijsconcepten waarbinnen gewerkt wordt aan deze vragen (Smart Solutions Semester, Stadslab en Serious game in de wijk). De regeling maakt het verder mogelijk constructief voort te bouwen op onze strategische agenda en hier verder uitvoering aan te geven. Door de regeling CDKM 2019 kunnen we een plus creëren op de samenwerking die er al is, en eraan bijdragen dat het werken aan maatschappelijke opgaven het uitgangspunt wordt van het onderwijs binnen Saxion.
Diëtisten signaleren dat het belang van goede voeding en voorkomen van ondervoeding in verpleeg- en verzorgingshuizen onvoldoende op het netvlies staat bij verschillende disciplines. Er is onvoldoende bekend over de omvang van het probleem en de wijze waarop goede voedingszorg georganiseerd kan worden. Goede voeding speelt een belangrijke rol bij het ouder worden: behoud van vitaliteit, voorkomen van complicaties. Bovendien draagt goede voeding bij aan een betere kwaliteit van leven. Juist voor de meest kwetsbare groep ouderen, verpleeghuisbewoners, is goede voedingszorg daarom belangrijk. Betrokken professionals, zoals diëtisten, management, facilitaire dienstverlening, vragen zich echter af hoe zij optimale voedingszorg kunnen leveren. Vragen die zij hebben betreffen enerzijds ondervoedingszorg: hoe ziet optimale ondervoedingszorg eruit, ter behoud van kwaliteit van leven en ter preventie van complicaties, wie zijn daarbij betrokken en wie heeft welke verantwoordelijkheid? Anderzijds zijn er vragen over goede voedingszorg voor alle bewoners: hoe kunnen we de voedingszorg voor onze bewoners optimaal inrichten, wie en wat hebben we daarvoor nodig, welke barrières moeten we nemen om voedingszorg te optimaliseren, en bij wie (en hoe) moeten we die voedingszorg dan beleggen? In deze RAAK subsidieaanvraag zal een consortium bestaande uit de HAN, diëtistennetwerk DGO, vijf verzorgings- en verpleeghuizen, Universiteit Maastricht, AmsterdamUMC en Stuurgroep Ondervoeding zowel ondervoedingszorg als goede voedingszorg belichten. Door middel van kwantitatief onderzoek willen wij een beeld krijgen van de grootte van het probleem van ondervoeding en determinanten die bijdragen aan incidente ondervoeding. Door middel van kwalitatief onderzoek willen we onderzoeken wie betrokken zou moeten zijn bij optimale voedingszorg, wie daarin welke verantwoordelijkheden heeft en waar optimale voedingszorg belegd zou moeten zijn. Door barrières en good practices in kaart te brengen hopen we concrete aanbevelingen te kunnen doen voor het optimaliseren van goede voedingszorg in verpleeghuizen; dit betreft zowel ondervoedingszorg als goede voedingszorg in het algemeen.
Goede voeding speelt een belangrijke rol bij het ouder worden: behoud van vitaliteit, voorkomen van complicaties. Bovendien draagt goede voeding bij aan een betere kwaliteit van leven. Juist voor de meest kwetsbare groep ouderen, verpleeghuisbewoners, is goede voedingszorg daarom belangrijk. Diëtisten, management en facilitaire dienstverlening vragen zich af hoe zij optimale voedingszorg kunnen leveren. Vragen die zij hebben betreffen enerzijds ondervoedingszorg: hoe ziet optimale ondervoedingszorg eruit, wie zijn daarbij betrokken en wie heeft daarin welke verantwoordelijkheid? Anderzijds zijn er vragen over goede voedingszorg voor alle bewoners: hoe kunnen we de voedingszorg voor onze bewoners optimaal inrichten, wie en wat hebben we daarvoor nodig, welke barrières moeten we nemen om voedingszorg te optimaliseren, en bij wie (en hoe) moeten we die voedingszorg dan beleggen? Sinds september 2020 wordt in het RAAK-publiek project “Goede voeding, goede zorg” door de HAN, diëtistennetwerk Geriatrie en Ouderen, diverse verzorgings- en verpleeghuizen, Universiteit Maastricht, AmsterdamUMC en Stuurgroep Ondervoeding zowel het aspect van ondervoeding(szorg) als goede voedingszorg in verpleeghuizen belicht. Door middel van kwantitatief onderzoek brengen wij de grootte van het probleem van ondervoeding en determinanten die bijdragen aan de incidentie van ondervoeding in beeld. Door middel van kwalitatief onderzoek onderzoeken we wie betrokken zou moeten zijn bij optimale voedingszorg, wie daarin welke verantwoordelijkheden heeft en waar optimale voedingszorg belegd zou moeten zijn. Uiteindelijk hopen we door het in kaart brengen van barrières en “good practices” concrete aanbevelingen te kunnen doen voor het optimaliseren van goede voedingszorg in verpleeghuizen; dit betreft zowel ondervoedingszorg als goede voedingszorg in het algemeen. Door Corona blijkt extra inspanning nodig om de onderzoekskwaliteit te kunnen waarborgen. We kunnen het onderzoek niet volgens de oorspronkelijke planning uitvoeren en zijn steeds genoodzaakt aanpassingen te doen. Dit leidt ertoe dat extra uren moeten worden gemaakt door het onderzoeksteam om goede kwaliteit onderzoek te blijven leveren.