Dienst van SURF
© 2025 SURF
Jongeren zijn de vergeten groep van de coronacrisis. Zij zitten in een fase waarin zij de wereld ontdekken, zich losmaken van hun opvoeders en een eigen identiteit ontwikkelen. Dat alles wordt gedwarsboomd door de coronacrisis. Hoe zijn jongerenwerkers voor ze opgekomen?
MULTIFILE
Het beleidsideaal van hybridisering in het sociaal domein staat voor een situatie waarin professionals en informele partijen steeds meer onderling verweven raken in hun ondersteuning van kwetsbare huishoudens. Informele en formele partijen zouden in dat ideaal steeds nauwer met elkaar optrekken en taken uitwisselen, en op basis van gelijke waardeoriëntaties komen tot een ‘coproductie’ van ondersteuning. Hybridisering is een belangrijk streven in de gebieden waarin het wijkteamonderzoek van de werkplaats Sociaal Domein (2016-2018) is uitgevoerd. Met dit onderzoek werpen wij licht op de invulling van dat beleidsideaal in de praktijk, door te bestuderen of en hoe professionals uit wijkteams samenwerken met uiteenlopende informele partijen. In deze rapportage wordt verslag gedaan van de bevindingen van het deelonderzoek dat binnen dit project is uitgevoerd in Oud Noord (Amsterdam Noord). Voor dit onderzoek zijn diepte-interviews afgenomen met professionals van Samen Doen teams, activeringsteams, de Ouder- en Kind Teams en de wijkzorgnetwerken in Oud Noord. Daarnaast zijn diepte interviews afgenomen met ‘Informele partijen’. ‘Informele partijen’ worden in dit onderzoek opgevat als een brede categorie van diverse spelers; uiteenlopend van sociale netwerken, vrijwilligers, actieve buurtbewoners, verenigingen, sociaal ondernemers en ervaringswerkers. Onze conclusie is dat in Oud Noord eerder sprake is co-existentie dan van hybridisering. Formele en informele partijen benadrukken vooral het verschil tussen henzelf en de andere partij in hun manier van omgaan met bewoners. Informele partijen stellen zich in dit gebied vaak op aan de kant van de bewoner, als belangenbehartiger van de bewoner ten opzichte van de formele partijen. Ze beschouwen zichzelf als een essentiële schakel om formele voorzieningen voor bewoners toegankelijk te maken. Die rol lijkt ontstaan in reactie op het lage vertrouwen dat verschillende groepen bewoners hebben richting het formele domein.
Meer dan 10% van de studenten geneeskunde, social work en verpleegkunde heeft ervaring met een chronische lichamelijke ziekte of psychisch lijden. Hoe kunnen we de kennis uit deze ervaringen gebruiken in ons onderwijs? Dat is de ontwikkelvraag die centraal staat in dit project en die we in co-creatie met deze studenten willen beantwoorden.
Influenza A virussen veroorzaken virusinfecties bij mensen en dieren. Influenza is bij het grote publiek beter bekend onder de naam griep. Deze influenza infecties hebben een negatieve impact op zowel de economie, de volksgezondheid, diergezondheid, als het dierenwelzijn van met name commercieel gehouden varkens en kippen. Influenzavirussen zijn bovendien potentieel zoönotische virussen, waarbij kruisbesmettingen tussen diersoorten en mensen in verschillende richtingen kunnen optreden. Sinds de coronapandemie is er enerzijds groeiend besef in onze samenleving van deze zoönoserisico’s en de verbondenheid tussen de gezondheid van mens en dier, maar anderzijds ook een grote bezorgdheid bij varkenshouders over de consequenties van het delen van data over de aanwezigheid van potentieel zoönotische virussen binnen hun varkensbedrijf. Het huidige kabinet heeft onlangs de wens uitgesproken om de ‘algemene zoönosegeletterdheid’ te verhogen. Het doel van dit project is een interactieve moleculair epidemiologische diagnostiekmethode te ontwikkelen voor het opsporen van Influenza A virussen bij varkens. Met behulp van deze methode kan de aanwezigheid van varkensinfluenza op een bedrijf op een snelle en adequate manier inzichtelijk worden gemaakt, waardoor betere handelingsperspectieven ontstaan. Daarnaast wordt met de belangenbehartigers van de varkenshouderijen onderzocht hoe deze informatie op een vertrouwelijke manier beschikbaar gemaakt kan worden voor de infectieziektebestrijding in Nederland. Dit MOEDIG project geeft daarbij gehoor aan de oproep van het kabinet voor meer ‘zoönosegeletterdheid’ en beperkende maatregelen tegen de persistente circulatie van zoönotische virussen op commerciële veehouderijen. Het consortium van dit MOEDIG project, onder leiding van Avans Hogeschool, bestaat uit Royal GD, Provincie Noord-Brabant, GGD Hart van Brabant, Universiteit Utrecht, De Varkenspraktijk en de Producentenorganisatie Varkenshouderij hebben alle expertise en ambitie om dit project succesvol uit te voeren, waarbij we gebruik maken van een uitgebreid collectief netwerk.
Verpleegkundigen werken midden in een breed scala aan maatschappelijke en professionele debatten over onder meer zeggenschap, arbeidsmarktkrapte, functiedifferentiatie en persoonsgerichte zorg. Tegelijkertijd zijn verpleegkundigen de ideale woordvoerder, vertaler en vertolker van het verpleegkundige vak én belangenbehartiger voor waardevolle zorg. Dit vraagt om verpleegkundig opinieleiderschap, om het zorgbeleid en de publieke opinie te beïnvloeden.