Dienst van SURF
© 2025 SURF
Toetsen is een vak apart en niet elke goede opleider is direct ook een goede beoordelaar. Toetsen en leren zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en voor het verkrijgen van beter onderwijs zullen onderwijs en toetsing steeds beter geïntegreerd en op elkaar afgestemd dienen te worden. Professionalisering van de beoordelaars is daarvoor noodzakelijk. Het onderzoek dat in dit rapport beschreven wordt, wil antwoord geven op de vraag of er inderdaad verschil in interventies waar te nemen is tijdens het criteriumgericht interview (CGI) tussen de verschillende groepen van assessoren (ongetraind, getraind en expert), en op de vraag of er verschillende professionele niveaus van criteriumgericht beoordelen zijn te beschrijven in de vorm van een kwaliteitsrubriek (rubric) criteriumgericht beoordelen? Dit leidt tot de onderstaande onderzoeksvragen: 1. Is er verschil te observeren bij de 3 onderzoeksgroepen (ongetraind, getraind en expert) in het gebruik van de interventies die de assessoren bij het criteriumgericht beoordelen hanteren tijdens de afname van het CGI? Het onderzoek richt zich vooral op de eerste vijf onderdelen van het assessorenprofiel. 2. Als blijkt dat er verschil is in de hantering van de onderdelen van het assessorenprofiel, zijn er dan patronen waar te nemen in de interventies die de assessoren gebruiken? 3. Is er een kwaliteitsrubriek criteriumgericht beoordelen te beschrijven waarin de drie verschillende professionele niveaus (ongetraind, getraind en gecertificeerd) qua interventies met betrekking tot criteriumgericht beoordelen zichtbaar zijn. Om de onderzoekvragen te kunnen beantwoorden is het noodzakelijk om de assessoren te observeren bij het afnemen van assessments. De onderzoeker heeft daarom gekozen voor observaties van ongetrainde, getrainde en expert assessoren. Dit was mogelijk doordat de onderzoeker vanuit haar assessorentrainingspraktijk direct toegang heeft tot het observeren van alle drie de onderzoeksgroepen ongetraind – ervaren - expert. De observaties waren deels ‘live’ en deels observaties van op DVD opgenomen assessments. De methode van onderzoek is kwalitatief. Gekozen is voor de observatie als waarnemingstechniek om via de directe waarneming (zien en horen) de gedragsinterventies die de assessor pleegt tijdens het criteriumgericht interview (CGI) te observeren en te analyseren. Dit gebeurt in de natuurlijke context van de assessmentafname. De onderzoeker gebruikt het assessorenprofiel als kijkkader om de CGI-gesprekken en DVD’s te analyseren. Op basis van de observaties die in het kader van dit onderzoek zijn uitgevoerd, kunnen drie prototypische assessorenprofielen beschreven worden, die onderling verschillen in de mate waarin ze systematisch gebruik maken van gesprekstechnieken, in staat zijn om tot objectieve en transparante oordelen te komen, zich bewust zijn van de kwaliteit van hun handelen en gericht zijn op het verbeteren daarvan. Het gaat hier om prototypische beschrijvingen: individuele assessoren kunnen ook zonder formele training tot de categorie expert assessor horen, en assessoren kunnen kenmerken uit verschillende prototypen hebben
Competentie-ontwikkeling is gebaseerd op het doorontwikkelen van bestaande competenties. Voor beginnende leraren is de bestaande opvatting over de rol van de leraar de beginsituatie. De wijze waarop studenten van de lerarenopleiding hun opleidingsschool percipiëren is van invloed op de mate waarin zij traditionele of meer ontwikkelingsgerichte competenties ontwikkelen.
In juni 2006 kwamen sleutelfiguren van hogescholen en universiteiten in een expertmeeting bijeen om ervaringen uit te wisselen over het beoordelen 1 van (competenties van) docenten. Deelnemers bogen zich over ‘good practices’ uit zowel hbo als wo. In dit artikel worden de portfoliobeoordelingsprocedures van vier van deze voorbeeldinstellingen beschreven en vergeleken aan de hand van relevante topics. Vervolgens worden de beoordelingsprocedures zelf beoordeeld aan de hand van kwaliteitscriteria. Er wordt afgesloten met conclusies en aanbevelingen. Met dit artikel hopen we onze ervaringen gesystematiseerd toegankelijk te maken voor andere ho-instellingen. We hopen tevens een bijdrage te leveren aan de discussie over het ontwikkelen en beoordelen van docentcompetenties en aan de verdere kwaliteitsverbetering van portfoliobeoordeling.