Dienst van SURF
© 2025 SURF
De afgelopen tien jaar zijn op tal van plaatsen in Drenthe prachtige beelden verrezen. Ze zijn nu grotendeels te vinden in deze fraai verzorgde uitgave in samenwerking met het Centrum Beeldende Kunst Drenthe.
Schooluitval komt veelvuldig voor bij leerlingen met Autisme Spectrum Stoornis (ASS) omdat het aanbod en didactiek van het reguliere onderwijs slecht bij deze groep aansluit. Ook kunstonderwijs zoals dat aan veel PO en VO scholen wordt gegeven, lijkt slecht te passen, omdat de nadruk hierbij vaak ligt op zelfexpressie en het verbeelden van gevoelens. Daardoor wordt er een beroep gedaan op precies die vaardigheden die bij leerlingen met ASS vaak minder goed zijn ontwikkeld, waardoor zij niet mee kunnen komen tijdens deze lessen. Onderwijs- en zorgorganisaties die (uitgevallen) leerlingen met ASS ondersteunen, zoeken dan ook naar mogelijkheden om voor hen een meer passend lesaanbod te kunnen bieden. Onderwijs in artssciences, dat op het snijvlak van kunst, we-tenschap en techniek opereert, zou zo’n mogelijkheid kunnen zijn omdat het meer uitgaat van een oplossingsgerichte, systematische en technisch georiënteerde manieren van denken en werken. Daarom willen twee bedrijven, één actief in de zorg voor jongeren met ASS, één gespecialiseerd in artssciences, samen met het lectoraat Kunsteducatie van de AHK een lesontwerp ontwikkelen en testen voor, en met jongeren met ASS. Het doel van het project is om te onderzoeken of en hoe artssciences het kunstonderwijs beter aan kan laten sluiten bij de mogelijkheden en wensen van (uitgevallen) jongeren met ASS. We willen nagaan hoe zij dit artssciences lestraject ervaren en of het hen een ander beeld geeft van wat kunst is en kan zijn én of dit lestraject de jongeren meer zelfvertrouwen geeft en een positieve (hernieuwde) kennismaking zijn met leren. Dit sluit aan bij het thema Gezondheid & Zorg van het missiegedreven innovatiebeleid en specifiek missie III die zich richt op het meer naar wens en vermogen laten meedoen in de samenleving van mensen met een beperking.
266 woorden Op school kan de situatie zich voordoen dat de leerkracht onvoldoende tegemoet kan komen aan de extra ondersteuning die leerlingen met autisme nodig hebben. De klas kan te groot zijn, de leerkracht kan handelingsverlegen zijn, etc.. In dit projectplan wordt onderbouwd wat de relevantie is voor de dagelijkse praktijk van de leerkracht en de leerling met autisme en daaraan gerelateerde problemen. Tevens wordt onderbouwd waarom beeldende therapie theoretisch en empirisch kan bijdragen als creatieve oplossing voor kinderen met aan autisme gerelateerde problemen die in de klas extra aandacht vragen. Deze kinderen hebben een andere manier van informatie verwerken, kunnen zich vaak verbaal moeilijk uiten en hebben vaak sociale problemen. Deze kinderen lopen risico op verslavingsproblematiek (33%) en eenzaamheid, angst en depressie op volwassen leeftijd (80%). Kunstvormen in een leeromgeving bieden andere mogelijkheden voor kinderen om zich te uiten en om samen te werken. In dit projectplan wordt beschreven waarom het zinvol is te onderzoeken wat de effectiviteit is van beeldende therapie voor kinderen met autisme in primair (speciaal) onderwijs, ter preventie van risicogedrag. Het behandelprogramma ‘Zelf in beeld, beeldende therapie voor kinderen met autisme (bijlage 1) lijkt veelbelovende resultaten op te leveren (Schweizer, 2020). Om een indruk van de resultaten van praktijkgericht onderzoek naar ‘Zelf in beeld’ te krijgen kunt u de korte animatie bekijken (3 min): https://youtu.be/cVAAzRHZnb0 In dit vervolgproject wordt verkend in hoeverre ‘Zelf in beeld’ van toegevoegde waarde van kan zijn voor kind, leerkracht en ouders, binnen de setting van Speciaal Onderwijs. Dit project heeft een innovatief karakter omdat er een nieuwe vorm van (preventief) werken binnen passend onderwijs wordt toegepast en onderzocht.
Kunstenaars en andere ‘creatieven’ vinden steeds moeilijker betaalbare werkruimte. Atelierstichtingen en broedplaatsorganisaties zitten klem tussen oplopende kosten, teruglopende subsidies en de structureel zwak-ke inkomenspositie van de hurende kunstenaars. Een manifest van Platform BK, dat beeldend kunstenaars vertegenwoordigt, en de KunstenBond agendeert dit vraagstuk. Een bijkomend probleem vormt de hoogspan-ning op de vastgoedmarkt, waardoor panden zeer gewild zijn bij projectontwikkelaars en gemeenten geneigd zijn om voor de panden die zij aan deze organisaties verhuren andere draagkrachtigere huurders te zoeken. Medewerkers en management van broedplaatsorganisaties staan voor de uitdaging om hun businesscase maatschappelijk en financieel te verduurzamen. Dit vraagt om nieuwe waardeproposities en herpositionering ten opzichte van de gemeente en andere publieke en private stakeholders. Ook het profiel van de broed-plaatsprofessional verandert. Ontwikkelaars van broedplaatsen zijn veelal geleidelijk in hun organiseren-de/coördinerende rol gegroeid. Het speelveld van stedelijke (gebieds)ontwikkeling waarop zij opereren is echter dynamisch. De broedplaatsprofessional krijgt steeds nadrukkelijker de positie van stedelijke kwartiermaker: een nieuwe, hybride rol op het snijvlak van vastgoed, cultuur, welzijn en ruimtelijk(-economisch)e ontwikkeling. Dit project beoogt broedplaatsorganisaties te voeden met (bedrijfs-)strategieën om hun businessmodel toe-komstbestendig te maken en deze te vertalen naar benodigde competenties voor de betrokken professionals. Alleen zo kunnen zij blijven bijdragen aan de politiek gewenste levendige en veelkleurige stad, waar mensen graag wonen en bedrijven zich graag vestigen. Veel onderzoek onderbouwt dat steden die investeren in cultuur economisch beter presteren. Daarbij gaat het niet alleen om toptheaters en –musea maar juist ook om innova-tie en creativiteit ‘van onderop’. Fontys Hogescholen gaat deze problematiek onderzoeken met inzet van een breed consortium creatieve ver-zamelgebouwen, netwerk- en kennispartners. Gezamenlijk vertegenwoordigen deze organisaties ruim 300 ate-liergebouwen/broedplaatsen, 4.700 werkruimten en honderdveertig professionals. De broedplaatsenproble-matiek speelt bovendien in vrijwel alle G40-steden, hetgeen de resultaten van dit project potentieel relevant maakt voor honderden professionals bij gemeenten, woningcorporaties en andere vastgoedeigenaren.