Dienst van SURF
© 2025 SURF
This paper explores the creation and use of a long-term global tourism transport model for private and public sector tourism policy makers. Given that technology is unlikely to reduce tourism transport's impact on climate change sufficiently to avoid serious dangers, behavioural change is necessary. The model presented here helps policy makers and the tourism sector evaluate behavioural change measures. Such tools to assess long-term (up to a century) policy impacts do not currently exist. Projecting behavioural change over such long periods is difficult with contemporary economic modelling. This paper's model is founded in psychological economics theory and mechanisms at work in product diffusion. It describes the tourism system based on identifiable mechanisms and not on statistical relations with only current validity. It delivers global numbers of trips and distances travelled per transport mode as a function of transport cost, travel time, population and income distribution. The model is based on theories including product innovation theory (Bass model) and prospect theory (psychological value). It has been successfully calibrated to tourism development between 1900 and 2005 and tested against future low and high growth economic and demographic scenario combinations. Implications for tourism travel and climate change are discussed.
LINK
To achieve emission reduction targets and to improve local air quality of cities, the uptake of Electric Freight Vehicles (EFV) is essential. Knowledge concerning why companies do adopt EFV is lacking. Research about the diffusion of innovations and the market of EFV shows that frontrunner companies with an innovative or early adopting mindset are adopting (or willing to adopt) EFV. Increase in demand of EFV by such companies can help take a step forward towards mass production of EFV and eventually reduction in purchase cost of EFV. The main objective of this paper is to get insights into the decision-making attributes of frontrunner companies. A qualitative approach was used and 14 interviews were conducted among frontrunner companies delivering goods in the city of Amsterdam. Results show that innovators and early adopters are all motivated by socially or environmentally positive effects of EFV. Strategic motives played a role for all companies who already adopted EFV. All companies wanted to adopt EFV but technical limitations, due specialrequirements for the goods transported, are a reason to not adopt EFV. Getting insights into the preferences of frontrunner companies, the (local) authorities can adjust their policy, schemes and sustainability campaigns to attract more companies adopting EFV. Manufacturing companies can use the insights from this research to adapt their vehicle technology to answer needs of the potential customer for faster adoption rate.
Op 1 januari 2007 is officieel bij de faculteit Economie en Management (FEM) van Hogeschool Utrecht het kenniscentrum InnBus van start gegaan. InnBus kan gezien worden als een faculteitsbreed kenniscentrum1 waarbinnen alle lectoraten worden ondergebracht. De naam InnBus staat daarbij voor Innovatie en Business. Bij de inrichting van dit kenniscentrum naar domeinen voor de lectoraten is op een specifieke wijze aansluiting gezocht bij bestaande, algemeen geaccepteerde indelingen naar de Business-deelvakgebieden: Finance; Accountancy; Organisatie & Strategie; Informatiekunde; Marketing. Door hergroepering, splitsing en het uitlichten van International Business is een centrum in ontwikkeling ontstaan, waarbinnen in de nabije toekomst zes lectoraten functioneren. De achterliggende gedachte is het positioneren van de faculteit Economie en Management als kennisonderneming met taken op het gebied van kennisontwikkeling en kennisspreiding, gericht op de versterking van het innoverende vermogen van bedrijven en instellingen in de regio. De daarbij geformuleerde randvoorwaarden luiden: Te ontwikkelen kennis ontstaat vanuit aangetoonde maatschappelijke behoeften; De nieuwe kennis is gericht op professionalisering van de beroepspraktijk; De kennisontwikkeling voldoet aan methodische vereisten. Kort samengevat: binnen het faculteitsbrede kenniscentrum wordt bedrijfeconomisch relevant toegepast onderzoek gedaan, gericht op bedrijven en instellingen in de regio. De keuze voor de regio heeft tot gevolg dat er een zekere voorkeur voor branches of sectoren ontstaat. Kennisspreiding binnen de FEM-organisatie ontstaat door zowel docenten als studenten bij de uitvoering van dit onderzoek te betrekken en op onderzoek gebaseerde curricula verder te ontwikkelen. Sinds 1 januari 2007 heb ik de eervolle taak om samen met mijn medewerkers het proces van kennisontwikkeling en kennisspreiding gestalte te geven binnen het vakgebied van de kenniskring Lectoraat Marketing, Marktonderzoek en Innovatie. In deze openbare les wil ik aangeven wat dit voor ons inhoudt door allereerst aandacht te besteden aan de begrippen innovatie en innoveren en daarna de koppeling te leggen met het vakgebied Marketing en Marktonderzoek.