Dienst van SURF
© 2025 SURF
Deze aanzet tot basismethodiek is bedoeld als een eerste stap om te komen tot een handelingskader voor de generalisten van WIJeindhoven. De hoop is dat deze aanzet in samenspraak met generalisten, specialisten, bewoners en beleidsmakers uitgroeit tot een volwaardige basismethodiek die de generalist houvast geeft wanneer hij dat nodig heeft, maar die hem niet voorschrijft hoe hij in welke situatie moet handelen. De generalist moet immers maatwerk kunnen leveren en mogen vertrouwen op zijn expertise.
Het is niet vanzelfsprekend dat iedereen participeert in de samenleving of de ondersteuning krijgt die nodig is. Ondanks dat we inmiddels weten dat ogenschijnlijke individuele problemen -zoals armoede, dakloosheid of verslaving- onze maatschappij structurele problemen oplevert. Het straathoekwerk wordt ingezet om deze (groepen) mensen wel te bereiken. Ze vervult een brugfunctie naar reguliere voorzieningen en hulpverlening.Dit is het eerste handboek Straathoekwerk, een outreachende basismethodiek binnen het sociaal werk. Het beschrijft de eigen professionaliteit en de methodiek van het straathoekwerk op handelingsniveau. De doelgroep, de doelen, het methodisch handelen en de randvoorwaarden komen aan de orde. De methodiek wordt wetenschappelijke onderbouwd. Verder bevat het boek handige tools, praktijkvoorbeelden, portretten en casuïstiek.
MULTIFILE
Vaststellen van de centrale elementen van de basismethodiek Generiek Gezinsgericht Werken bij Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam Dit rapport behandelt het onderzoek naar de centrale elementen van Generiek Gezinsgericht Werken (GGW) bij Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam (BJAA). Dit onderzoek is opgezet en uitgevoerd in samenwerking met het lectoraat ‘Implementatie in de jeugdzorg’ van de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Het rapport geeft inzicht in de centrale elementen en activiteiten van de basismethodiek GGW en is relevant voor de professionals die volgens GGW (gaan) werken, trainers en netwerkpartners. Tevens dient dit rapport als uitgangspunt voor verdere implementatie- en onderzoeksactiviteiten. Dit onderzoek heeft plaats kunnen vinden dankzij de hulp van de BJAA medewerkers die aan de wieg van GGW hebben gestaan. Ook BJAA medewerkers die op andere wijze betrokken zijn geweest bij de ontwikkeling en eerste invoering van GGW hebben de tijd genomen mee te werken aan dit onderzoek. Zonder hun input was het niet mogelijk om vast te stellen uit welke elementen en activiteiten de huidige werkwijze bestaat.
Steunend Relationeel Handelen is een basismethodiek die gebruikt wordt in het werkveld van de geestelijke gezondheidszorg, de maatschappelijke opvang, de gehandicaptenzorg en de verpleeghuiszorg. Het is gebaseerd op de principes van relationele zorg. Vanuit het lectoraat doen wij onderzoek naar en ontwikkelen we nieuwe toepassingen. Zo onderbouwen we de methodiek met praktijkonderzoek en inzichten uit de literatuur. Op deze wijze blijft de benadering up-to-date.
In de GGZ wordt in toenemende mate het belang van aandacht voor zingeving benadrukt. In de in dit domein veel gebruikte basismethodiek “Steunend Relationeel Handelen” is zingeving een centrale dimensie. Het is echter de vraag of deze dimensie in de praktijk ook daadwerkelijk het sturende principe voor hulpverlening is. Aandacht voor zingeving kan op gespannen voet staan met het belang van hulpverleningsorganisaties om bij financiers aan te tonen dat bij cliënten haalbare/meetbare doelen gerealiseerd zijn. Het is niet duidelijk of social workers voldoende geschoold zijn om goede aandacht aan zingeving bij cliënten te geven, en of hun beroepsrol en de dynamiek die dat in de relatie met cliënten met zich meebrengt, niet op (te) gespannen voet staat met de kracht van de presentie-achtige benadering die pastores/geestelijk verzorgers doorgaans innemen. In dit onderzoek wordt bij een instelling die het hulpverlenend handelen baseert op de basismethodiek Steunend Relationeel Handelen en die zingeving daarbij als een centrale dimensie beschouwt, in qua zorgintensiteit variërende settings onderzocht hoe zingeving als richtinggevende dimensie voor hulpverlening kan worden ingezet. Daarvoor wordt de methode ‘waarderend onderzoek’ ingezet, waarmee in een eerste ronde aan de hand van analyse van cliëntbesprekingen en voortgangsrapportages, interviews met hulpverleners en cliënten en enquêtes bij cliënten wordt onderzocht op wat voor manieren aandacht aan zingeving wordt gegeven. In focusgroepen met hulpverleners zal worden gereflecteerd op de uitkomsten en zullen vervolgacties worden bedacht, gepland, en uitgevoerd. Daarna wordt op een vergelijkbare manier geëvalueerd of het persoonlijke zingevingsproces van de cliënt in de beginfase voldoende aandacht krijgt, of dit het sturende principe is waar verdere acties uit voortvloeien en of de effecten van deze acties juist ook met het oog op de persoonlijke zingeving geëvalueerd worden. Tenslotte wordt gereflecteerd op de toereikendheid van de competenties van social workers met het oog op zingeving.