Dienst van SURF
© 2025 SURF
Recensie van Mertens, J. (2010), Praktijkonderzoek voor bachelors
Recensie van Mertens,J. (2006) Praktijkonderzoek voor bachelors
Engineering students have to learn to create robust solutions in professional contexts where new technologies emerge constantly and sometimes disrupt entire industries. The question rises if universities design curricula that enable engineering students to acquire these cognitive skills. The Cynefin Framework (Kurtz & Snowden, 2003; Snowden & Boone, 2007) can be used to typify four complexity contexts a system or organisation can be found in: chaos, complex, complicated and obvious.The Cynefin framework made it possible to create the research question for a case-study: To what extend does the Business Engineering curriculum enable bachelors to find business solutions in the complexity contexts of the Cynefin framework? The results show that 80% of the methods are suitable for complicated contexts and no distinction is made between contexts. This means students are taught to approach most contexts in the same way and are not made aware of differences between the contexts. Making sense of the methods in the curriculum with the Cynefin framework was insightful and suggestions for improvement and further research could be substantiated
The results will be consensus between departments of physiotherapy universities of allied health care about learning outcomes CommunicationThere is no consensus between Dutch Physiotherapy departments on learning outcome of bachelors
In de lerarenopleiding wordt aandacht besteed aan het ontwikkelen van pedagogisch handelen waarbij aangesloten wordt bij de ‘bekwaamheidseisen voor leraren basisonderwijs’. Het gaat dan om de ontwikkeling van pedagogische kennis en kunde en het stimuleren van bewustwording van het eigen handelen. Het expliciteren van het pedagogisch handelen van leraren is vaak nog lastig en blijft impliciet. Aanstaande leraren lijken zich wel bewust van het belang van hun pedagogische opdracht, maar kunnen hun pedagogisch handelen soms lastig verwoorden, onderbouwen of expliciteren. Zo ook bij het creëren van een oefenplaats voor burgerschapsvorming. Het ontbreekt hen aan taal om situaties te herkennen en hun pedagogisch handelen te duiden, terwijl ze er wel degelijk vorm aan geven. Dit onderzoeksproject heeft als doel om (aanstaande) leraren te ondersteunen bij het expliciteren van hun pedagogische opdracht bij het creëren van een oefenplaats voor burgerschapsvorming. Met behulp van de centrale vraag: “Op welke wijze kunnen alledaagse ervaringen – gericht op pedagogisch handelen bij het creëren van een oefenplaats voor burgerschapsvorming – benut worden om het handelen van (aanstaande) leraren te verstevigen?” wil de postdoc inzicht creëren in: - de manieren om alledaagse pedagogische ervaringen tot uitdrukking te brengen; en - de manier waarop deze ervaringen gebruikt kunnen worden om (aanstaande) leraren te ondersteunen bij de bewustwording van hun pedagogisch handelen en het zodoende te verstevigen. Het startpunt voor bewustwording is het expliciteren van alledaagse pedagogische ervaringen, zogenaamde lived experiences. Deze zijn de basis voor reflectie, dialoog met anderen en daarmee bewustwording. Het delen van verhalen over praktijkervaringen wordt gezien als een belangrijk startpunt bij het ontwikkelen van pedagogisch handelen . Bovenstaande sluit aan bij het instellingsplan 2017-2022 genaamd ‘Le(ra)ren met Lef’ en het onderzoeksprofiel van het onderzoekscentrum. De hbo-postdoc besteedt 50% van haar tijd aan onderzoek, de andere 50% wordt besteed aan het geven van onderwijs.
De managementgame is de populaire benaming voor het ontwerpvak BK6ON5, een verplicht vak voor derdejaars Bachelors van de faculteit Bouwkunde, met ieder jaar zo’n 300-350 studenten. Een rollenspel, waarbij studenten in groepen van 9-10 rollen gedurende 10 weken een gebied analyseren en een ontwikkelingsvisie voor de komende 50 jaar formuleren. Elk jaar wordt een actuele casus waar vraag naar is opgepakt: Herontwikkeling van Blaak (Rotterdam 2013), Pompenburg (Rotterdam 2014), Campus TU (Delft 2015), barrièrewerking A20 (Schiedam 2016), M4H (Schiedam en Rotterdam 2017), Spoorzone (Dordrecht en Zwijndrecht 2018), Alexanderpolder (Rotterdam 2019) en Van A tot Z (Rotterdam 2020). Met deze cases wordt geschiedenis geschreven: toenemende complexiteit en integraliteit, gevolgen van klimaatverandering, economische ontwikkeling, verschuivende politieke verhoudingen, de verschuivingen in sturing op ontwikkeling, een meer circulaire economie en inclusieve samenleving. Het beschrijven van de opeenvolgende processen, de relatie met de gemeente die de opdracht heeft geformuleerd en de impact van de ‘lessons learned’ is de essentie van het voorstel. Het is niet alleen een rijke leeromgeving om te bestuderen, maar de uitkomsten van die studie zijn ook weer zeer bruikbaar voor de gemeente. De beschrijving van de cases en ontwerpoplossingen laat ook zien hoe een vak, gewaardeerd door studenten én professionals, kan worden vormgegeven. Er zit een beproefd didactisch concept achter de managementgame, wat ook op andere scholen, zeker in andere steden maar ook op andere schaal en zelfs context, kan worden toegepast. Die toelichting is een zinvolle kennisdeling in zich zelf, passend in de doelstelling van de City Deal Kennis Maken.