Dienst van SURF
© 2025 SURF
Met de huidige maatschappelijke uitdagingen, zoals klimaat en transities op het gebied van de vermindering van beschikbare ruimte voor stedelijk goederenvervoer en de sterke groei in e-commerce wordt het steeds belangrijker om logistiek mee te nemen in het ruimtelijk ontwerp van een gebied. Hierdoor kan efficiënte bevoorrading worden gerealiseerd en overlast worden beperkt. Ook kan zo worden aangesloten bij stedelijke ambities omtrent schone en slimme stadslogistiek. Toch wordt logistiek vaak niet of beperkt meegenomen in de ruimtelijke planning bij het (her-)ontwikkelen van gebieden. Door vroegtijdig na te denken over hoe het logistieke systeem eruit moet zien kan in het stedelijke ontwerp rekening worden gehouden met het ruimtegebruik van logistiek. Dit kan inefficiënte inpassing achteraf voorkomen. Om een hulpmiddel te bieden voor steden is daartoe een methode ontwikkeld die een basis vormt voor het nadenken over hoe logistiek kan worden geïntegreerd in de ruimte bij nieuwe gebiedsontwikkelingen. Stadslogistiek kenmerkt zich door de grote diversiteit van stromen waarin elk logistiek segment (afval, bouw, express en pakket, facilitair, etc.) om een eigen aanpak vraagt. Om die reden is het uitgangspunt van de methode om eerst grip te verkrijgen op het verwachte aantal voertuigen per stadslogistiek segment voordat wordt gekeken naar welke logistieke oplossingen passend zijn. Op basis van de samenstelling van het nieuw te ontwikkelen gebied (type en grootte bedrijven, functies en aantal huishoudens) en de geobserveerde voertuigen in andere gebieden wordt daar een inschatting van gegeven. Vanuit hier kan met maatwerk een mix van logistieke oplossingen worden opgesteld dat aansluit bij het type logistiek en de kenmerken en plannen voor en rond het gebied. Stedenbouwkundige ontwerpers kunnen dit vervolgens meenemen, zodat logistiek een slim en integraal onderdeel wordt van het ontwerp.
Deze rapportage is onderdeel van het LEVV-LOGIC project (2016-2018) waarinonderzoek gedaan wordt naar de inzet van lichte elektrische vrachtvoertuigen (LEVVs) voor stadslogistiek. Steeds meerbedrijven wilLEVVsontwikkelen of gebruiken voor het vervoer van goederen in steden. Echter, ditgaat gepaard met onzekerheid, onder andere door een gebrek aan eenduidig mobiliteitsbeleid omtrent de voertuigen. De voertuigen vallen momenteel vaak buitenfiets-, elektrisch vervoer-en goederenvervoerbeleid. Doel van deze rapportage is enerzijds om bedrijven te informeren over huidige en aankomende gemeentelijke beleidsmaatregelen die van invloed zijn op de inzet van LEVVsen anderzijds om gemeenten te motiveren via mobiliteitsbeleid in te spelen op de ontwikkelingenmet LEVVs.---This report is part of the LEVV-LOGIC project (2016-2018) which exploresthe use of light electric freight vehicles (LEFV) for city logistics. An increasing number of organisations wantsto develop oruse LEFVs for freight distribution in cities. However, thisis associated with uncertainty, as there areno clear mobility policiesfor thesevehicles. The vehicles are not explicitly part of local or national cycle-, electric transport-or freight policies. The aim of this report is first, to inform companies about current and future policy measures that influence the use of LEFVs and second, to encourage policy makers to respond to the development of LEFVs.
De rol van conflict en strijd bij de aanpak van belangrijke maatschappelijke vraagstukken: weinig politicologen zullen het belang ervan onderschatten. Conflict is immers een uitdrukking van betrokkenheid, terwijl strijd een productieve botsing is over wat de beste aanpak is: twee voorwaarden om verder te komen bij taaie uitdagingen. Media genieten er bovendien van en stimuleren conflict gretig. Toch vindt er in Nederland ongelooflijk veel sturing zonder stemverheffing plaats. En worden er liever Olifantenpaadjes gezocht dan structurele vragen gesteld. Een vorm van pragmatische slimheid of een gemiste kans?
LINK
Mobiliteitshubs in of aan de rand van de stad voor goederen- en personenvervoer worden vaak genoemd als sleutel tot een succesvolle transitie naar een autovrije stad of zero-emissie zone. In dat kader zijn bij verschillende steden hubs geplaatst met uiteenlopende functies en specificaties. Onder ondernemers, van ontwikkelaars tot aanbieders van vervoersconcepten, heerst echter onzekerheid over het succes van deze hubs. Waardoor wordt het veronderstelde succes beïnvloed? Is het de locatie, de parkeergelegenheid, de connectie met andere hubs of zijn bijvoorbeeld de faciliteiten of het aanbod aan voldoende en geschikte LEV’s doorslaggevend voor het succes van een mobiliteitshub? De consortiumpartners zijn ieder op een eigenwijze en met specifieke activiteiten betrokken bij de ontwikkeling van hubs. Vanuit kennis en ervaring bieden zij samen een breed pakket aan diensten en producten die nauw verbonden zijn met het ontwerp, de bouw en de faciliteiten van hubs. Juist vanuit deze actieve rol ondervinden zij onzekerheid en onduidelijkheid met betrekking tot de eisen die aan een succesvolle hub verbonden zijn. Dit onderzoek is een verkenning van de kritische succesfactoren van hubs. De onderzoeksvraag is: welke kritische succes factoren moeten in elk geval aanwezig voor het optimale succes van een mobiliteitshub c.q. deze te laten voldoen aan de behoefte van gebruikers, en welke rol spelen LEV’s hierin? Kennis en ervaringen van betrokken partners zal leiden tot een selectie aan KSFs die vermoedelijk bijdragen aan het succes van hubs. Met veldonderzoek, interviews, desk research en analyse zal vervolgens duidelijk worden welke factoren inderdaad doorslaggevend zijn. Dit resultaat wordt verwerkt tot een toolkit voor ontwikkelaars en andere betrokken bedrijven die een leidraad zal bieden voor de cruciale keuzes voor de opzet van hubs.