Dienst van SURF
© 2025 SURF
© 2025 SURF
Research finds that the global market value of cargo bikes will hit 2.4 billion euros by 2031. Analysts with Future Market Insights assessing the growth of cargo bikes have placed the parcel courier industry as a key buyer of electric cargo bikes, forecasting that 43 per cent of sales could go to this industry. This growth is driven by city logistics trends, particularly as studies emerge showing the high efficiency and cost saving of the cargo bike versus the delivery van. It will not solely be direct incentives that drive uptake, however. The policy that restricts motoring and emissions is expected to be a key driver for businesses that seek profitability, with three-wheeled electric cargo bikes making up nearly half the market. The advance of e-bike technology has seen a strong rise in market share for assisted cargo bikes, now accounting for a 73 per cent market share. Potentially limiting the growth is the legislation governing the output and range of electric cargo bikes (FMI, 2021).To deal with the issues of faster delivery, clean delivery (low/zero emission) and less space in dense cities, the light electric freight vehicle (LEFV) can be–and is used more and more as–an innovative solution. The way logistics in urban areas is organized is being challenged, as the global growth of cities leads to more jobs, more businesses and more residents. As a result, companies, workers, residents and visitors demand more goods and produce more waste. More space for logistics activities in and around cities is at odds with the growing need for accommodation for people living and working in cities. Book: Innovations in Transport: Success, Failure and Societal Impacts
Elke periode kent zijn eigen revolutie en elke revolutie brengt zijn eigen organisatorische model met zich mee. We bevinden ons nu in de 4e industri¨ele revolutie, waar het internet van dingen ons verbindt met autonome embedded systemen. Deze systemen zijn actief in de virtuele ’cyber’ wereld, alsook in de echte ’fysieke’ wereld om ons heen. Deze zogenoemde ’Cyber-Fysieke’ Systemen volgen daarmee een modern organisatorisch model, namelijk zelfmanagement, en zijn dan ook in staat zelf proactieve acties te ondernemen. Dit proefschrift belicht productiesystemen vanuit het Cyber-Fysieke perspectief. De productiesystemen zijn hier herconfigureerbaar, autonoom en zeer flexibel. Dit kan enkel worden bereikt door het ontwikkelen van nieuwe methodes en het toepassen van nieuwe technologie¨en die flexibiliteit verder bevorderen. Echter, effici¨entie is ook van belang, bijvoorbeeld door productassemblage zo flexibel te maken dat het daardoor kosteneffici¨ent is om de productie van diverse producten met een lage oplage, zogenaamde high-mix, low volume producten, te automatiseren. De mogelijkheid om zo flexibel te kunnen produceren moet bereikt worden door de creatie van nieuwe methoden en middelen, waarbij nieuwe technologie¨en worden gecombineerd; een belangrijk aspect hierbij is dat dit toepasbaar getest moet worden door gebruik van simulatoren en speciaal hiervoor ontwikkelde productiesystemen. Dit onderzoek zal beginnen met het introduceren van het concept achter de bijbehorende productiemethodologie, welke Grid Manufacturing is genoemd. Grid Manufacturing wordt uitgevoerd door autonome entiteiten (agenten) die zowel de productiesystemen zelf, als de producten representeren. Producten leven dan al in de virtuele cyber wereld voordat zij daadwerkelijk zijn gebouwd, en zijn zich bewust uit welke onderdelen zij gemaakt moeten worden. De producten communiceren en overleggen met de autonome herconfigureerbare productiesystemen, de zogenaamde equiplets. Deze equiplets leveren generieke diensten aan een grote diversiteit aan producten, die hierdoor op elk moment geproduceerd kunnen worden. Het onderzoek focust hierbij specifiek op de equiplets en de technische uitdagingen om dynamisch geautomatiseerde productie mogelijk te maken. Om Grid Manufacturing mogelijk te maken is er een set van technologische uitdagingen onderzocht. De achtergrond, onderzoeksaanpak en concepten zijn dan ook de eerste drie inleidende hoofdstukken. Daarna begint het onderzoek met Hoofdstuk 4 Object Awareness. Dit hoofdstuk beschrijft een dynamische manier waarop informatie uit verschillende autonome systemen gecombineerd wordt om objecten te herkennen, lokaliseren en daarmee te kunnen manipuleren. Hoofdstuk 5 Herconfiguratie beschrijft hoe producten communiceren met de equiplets en welke achterliggende systemen ervoor zorgen dat, ondanks | Dutch Summary 232 dat het product niet bekend is met de hardware van de equiplet, deze toch in staat is acties uit te voeren. Tevens beschrijft het hoofdstuk hoe de equiplets omgaan met verschillende hardwareconfiguraties en ondanks de aanpassingen zichzelf toch kunnen besturen. De equiplet kan dan ook aangepast worden zonder dat deze opnieuw geprogrammeerd hoeft te worden. In Hoofdstuk 6 Architectuur wordt vervolgens dieper ingegaan op de bovenliggende architectuur van de equiplets. Hier worden prestaties gecombineerd met flexibiliteit, waarvoor een hybride architectuur is ontwikkeld die het grid van equiplets controleert door het gebruik van twee platformen: Multi-Agent System (MAS) en Robot Operating System (ROS). Nadat de architectuur is vastgesteld, wordt er in Hoofdstuk 7 onderzocht hoe deze veilig ingezet kan worden. Hierbij wordt een controlesysteem ingevoerd dat het systeemgedrag bepaalt, waarmee het gedrag van de equiplets transparant wordt gemaakt. Tevens zal een simulatie met input van de sensoren uit de fysieke wereld ’live’ controleren of alle bewegingen veilig uitgevoerd kunnen worden. Nadat de basisfunctionaliteit van het Grid nu compleet is, wordt in Hoofdstuk 8 Validatie en Utilisatie gekeken naar hoe Grid Manufacturing gebruikt kan worden en welke nieuwe mogelijkheden deze kan opleveren. Zo wordt er besproken hoe zowel een hi¨erarchische als een heterarchische aanpak, waar alle systemen gelijk zijn, gebruikt kan worden. Daarnaast laat het hoofdstuk o.a. aan de hand van enkele voorbeelden en simulaties zien welke effecten herconfiguratie kan hebben, en welke voordelen deze aanpak zoal kan bieden.. Het proefschrift laat zien hoe met technische middelen geautomatiseerde flexibiliteit mogelijk wordt gemaakt. Hoewel het gehele concept nog volwassen zal moeten worden, worden er enkele aspecten getoond die op de korte termijn toepasbaar zijn in de industrie. Enkele voorbeelden hiervan zijn: (1) het combineren van gegevens uit diverse (autonome) bronnen voor 6D-lokalisatie; (2) een data-gedreven systeem, de zogeheten hardware-abstractielaag, die herconfigureerbare systemen controleert en de mogelijkheid biedt om deze productiesystemen aan te passen zonder deze te hoeven herprogrammeren; en (3) het gebruik van Cyber-Fysieke systemen om de veiligheid te verhogen.
MULTIFILE
Within our research on robotic gas detection, we have focused on making a prototype based on Boston Dynamics SPOT, because it takes a lot of difficulties out of prototyping. For instance, it has its own obstacle avoidance algorithm, good drivers are available for ROS2, and SPOT is meant for outdoor navigation. Being a legged robot means that it can easily traverse curbs, shrubberies, unstable soil and even stairs. For this document, we are going to use the insights that we used when looking for a solution for SPOT.
MULTIFILE
The aim of this research/project is to investigate and analyze the opportunities and challenges of implementing AI technologies in general and in the transport and logistics sectors. Also, the potential impacts of AI at sectoral, regional, and societal scales that can be identified and chan- neled, in the field of transport and logistics sectors, are investigated. Special attention will be given to the importance and significance of AI adoption in the development of sustainable transport and logistics activities using intelligent and autonomous transport and cleaner transport modalities. The emphasis here is therefore on the pursuit of ‘zero emissions’ in transport and logistics at the urban/city and regional levels.Another goal of this study is to examine a new path for follow-up research topics related to the economic and societal impacts of AI technology and the adoption of AI systems at organizational and sectoral levels.This report is based on an exploratory/descriptive analysis and focuses mainly on the examination of existing literature and (empirical) scientific research publica- tions, previous and ongoing AI initiatives and projects (use cases), policy documents, etc., especially in the fields of transport and logistics in the Netherlands. It presents and discusses many aspects of existing challenges and opportunities that face organizations, activities, and individuals when adopting AI technology and systems.
The increasing use of AI in industry and society not only expects but demands that we build human-centred competencies into our AI education programmes. The computing education community needs to adapt, and while the adoption of standalone ethics modules into AI programmes or the inclusion of ethical content into traditional applied AI modules is progressing, it is not enough. To foster student competencies to create AI innovations that respect and support the protection of individual rights and society, a novel ground-up approach is needed. This panel presents on one such approach, the development of a Human-Centred AI Masters (HCAIM) as well as the insights and lessons learned from the process. In particular, we discuss the design decisions that have led to the multi-institutional master’s programme. Moreover, this panel allows for discussion on pedagogical and methodological approaches, content knowledge areas and the delivery of such a novel programme, along with challenges faced, to inform and learn from other educators that are considering developing such programmes.
Dit proefschrift heeft als onderwerp de toepassing van agenttechnologie in productie en productondersteuning. Onder een agent verstaan we in deze context een autonoom opererende software entiteit die gemaakt is om een zeker doel te realiseren en daartoe met de omgeving comuniceert en zelfstandig acties kan uitvoeren. In moderne productiesystemen streeft men ernaar om de tijd van ontwerp tot productie zo kort mogelijk te houden en de productie af te stemmen op de wensen van de individuele eindgebruiker. Vooral dit laatste streven past niet in het concept van massaproductie. Een methode moet gezocht worden om kleine hoeveelheden of zelfs unieke producten tegen een lage kostprijs te fabriceren. Om dit te verwezenlijken zijn voor dit onderzoek speciale goedkope productieplatforms ontwikkeld. Deze hercongureerbare productiemachines noemen we equiplets. Een verzameling van deze equiplets in een gridopstelling geplaatst en gekoppeld met een snelle netwerkverbinding is in staat om een aantal verschillende producten tegelijk te produceren. Dit noemen we exibele parallelle productie. Voor de softwareinfrastructuur is agenttechnologie toegepast. Twee typen agenten spelen hierin een hoofdrol. Een productagent is verantwoordelijk voor de totstandkoming van een enkel product. De productiemachines worden voorgesteld door zogenoemde equipletagenten. De productagent weet wat er moet gebeuren voor het maken van een product terwijl de equipletagent weet hoe een of meer productiestappen moeten worden uitgevoerd. Het hier voorgesteld concept verschilt in veel opzichten van standaard massaproductie. Elk product in wording volgt zijn eigen, mogelijk unieke pad langs de equiplets, de productie wordt per product gescheduled en niet per batch en er is geen sprake van een productielijn. Dit proefschrift stelt de softwarearchitectuur voor en beschrijft oplossingen voor de routeplanning waarbij het aantal wisselingen tussen equiplets geminimaliseerd is, een scheduling die gebaseerd is op schedulingschema's zoals toegepast in real-time operating systems en een op autonome voertuigen gebaseerd transportsysteem. Bij al deze oplossingen speelt de productagent een belangrijke rol. (uit de samenvatting van het proefschrift) SIKS Dissertation Series No. 2014-31 The research reported in this thesis has been carried out under the auspices of SIKS, the Dutch Research School for Information and Knowledge Systems.
In the autumn of 2020, an autonomous and electric delivery robot was deployed on the BUas campus for the distribution of goods. In addition to the actual field test of the robot, we conducted research into various aspects of autonomous delivery robots. In this contribution we discuss the test with the autonomous delivery robot itself, the adjustments we had to make because the campus was very quiet due to COVID-19 and therefore there was less to transport for the robot, and the perception of people. with regard to the delivery robot, on the possible future areas of application and on the learning experiences we have gained in the tests.