De Europese Unie heeft zich ten doel gesteld om de gevolgen van klimaatverandering in te perken. Als gevolg daarvan zal de duurzame energieproductie in de komende jaren (naar verwachting) toenemen en de productie van fossiele energie afnemen. De verwachting is dat een groot gedeelte van deze duurzame energieproductie uit intermitterende energiebronnen zal bestaan zoals wind- en zonne-energie, al blijft daarbij het probleem dat energie uit dergelijke bronnen niet altijd geleverd kan worden op het moment dat er vraag naar is. De energiemarkt heeft behoefte aan flexibiliteit en energieopslag kan daarin voorzien. Opslagtechnologieën bieden de mogelijkheid om overproductie van intermitterende bronnen op te slaan en daarmee de vraag naar energie op te vangen op momenten van onderproductie. Om te bepalen welke opslagtechnologie het meest geschikt is voor welke situatie, heeft de Hanzehogeschool Groningen in opdracht van Netbeheer Nederland een opslaglabel ontwikkeld dat dit mogelijk maakt.
De Europese Unie heeft zich ten doel gesteld om de gevolgen van klimaatverandering in te perken. Als gevolg daarvan zal de duurzame energieproductie in de komende jaren (naar verwachting) toenemen en de productie van fossiele energie afnemen. De verwachting is dat een groot gedeelte van deze duurzame energieproductie uit intermitterende energiebronnen zal bestaan zoals wind- en zonne-energie, al blijft daarbij het probleem dat energie uit dergelijke bronnen niet altijd geleverd kan worden op het moment dat er vraag naar is. De energiemarkt heeft behoefte aan flexibiliteit en energieopslag kan daarin voorzien. Opslagtechnologieën bieden de mogelijkheid om overproductie van intermitterende bronnen op te slaan en daarmee de vraag naar energie op te vangen op momenten van onderproductie. Om te bepalen welke opslagtechnologie het meest geschikt is voor welke situatie, heeft de Hanzehogeschool Groningen in opdracht van Netbeheer Nederland een opslaglabel ontwikkeld dat dit mogelijk maakt.
Slaapproblemen zijn een van de meest voorkomende bijkomende klinische aandoeningen bij autisme. Docenten in het Voortgezet Speciaal Onderwijs merken dat veel leerlingen met autisme problemen in de klas laten zien die zij toeschrijven aan deze slaapproblemen. De leerlingen komen te laat op school, zijn vermoeid, maken een sombere indruk en zijn snel geïrriteerd, wat soms uitmondt in verbale of fysieke agressie naar medeleerlingen of leerkrachten. Het schools functioneren heeft er duidelijk onder te lijden: de leerlingen kunnen zich slecht concentreren, slaan informatie minder goed op en krijgen hun taken niet af. In de periodes dat er sprake is van slaapproblemen neemt daarnaast ook het autistisch gedrag toe, waaronder stereotype en dwangmatig gedrag en overgevoeligheid voor omgevingsprikkels. Docenten geven aan behoefte te hebben aan een gedegen wetenschappelijk onderbouwde methode om in hun dagelijkse werk in de klas adequaat op de slaapgerelateerde problemen te kunnen anticiperen. Dit betekent dat zij inzicht moeten hebben in de relatie tussen de problemen die zij in de klas zien en het slaapgedrag thuis, zodat zij zowel in hun pedagogisch optreden als in hun communicatie met ouders gericht actie kunnen ondernemen. Het inzetten van een mobiele applicatie (app) zou hier mogelijk uitkomst kun bieden. Een app die dagelijks monitort op relevante aspecten van slaapgedrag en schoolfunctioneren zou de docent snel en gericht van de benodigde informatie kunnen voorzien om te kunnen handelen. Het huidige voorstel betreft de ontwikkeling en toetsing van een slaapinterventie-programma op basis van een dergelijke app, in co-creatie met de driehoek leerkracht-leerling-ouder. De centrale onderzoeksvraag hierbij is: hoe kan de inzet van een app - waarmee slaapgedrag en schoolfunctioneren dagelijks wordt gemonitord – de docent helpen om samen met leerlingen en ouders het slaapgedrag en het schoolfunctioneren van de leerlingen met een autismespectrumstoornis te verbeteren? In een effectonderzoek wordt uiteindelijk de werkzaamheid van dit slaapprogramma getoetst.