Nederland raakt langzamerhand vertrouwd met het scheiden van plastic afval. De campagne „Plastic Heroes? maakt burgers bewust van het belang hiervan. „Plastic Heroes? moet ertoe leiden dat eind 2012 42% van al het Nederlandse plastic verpakkingsafval efficiënt wordt gerecycled. Tijdens het WK Voetbal van 2010 in Zuid-Afrika speelde het Nederlands Elftal in een uittenue van volledig gerecycled polyester. De stijlvolle witte shirts en de blauwe broek waren daarmee het meest milieuvriendelijke voetbaltenue uit de historie van het voetbal. Kortom: gerecyclede kunststoffen zijn „hot?. Het Kenniscentrum Design en Technologie van Saxion onderzocht hoe het is gesteld met de kennis en toepassing van gerecyclede kunststoffen in de kunststofverwerkende industrie. Ook werd onderzocht wat dat betekent voor het productontwerpen. Dat gebeurde als onderdeel van het innovatieprogramma „Materialen in Ontwerp?, dat Saxion uitvoert samen met Verenigde Maakindustrie Oost, Industrial Design Centre, D 'Andrea en Evers en Syntens.
MULTIFILE
Nederland raakt langzamerhand vertrouwd met het scheiden van plastic afval. De campagne „Plastic Heroes? maakt burgers bewust van het belang hiervan. „Plastic Heroes? moet ertoe leiden dat eind 2012 42% van al het Nederlandse plastic verpakkingsafval efficiënt wordt gerecycled. Tijdens het WK Voetbal van 2010 in Zuid-Afrika speelde het Nederlands Elftal in een uittenue van volledig gerecycled polyester. De stijlvolle witte shirts en de blauwe broek waren daarmee het meest milieuvriendelijke voetbaltenue uit de historie van het voetbal. Kortom: gerecyclede kunststoffen zijn „hot?. Het Kenniscentrum Design en Technologie van Saxion onderzocht hoe het is gesteld met de kennis en toepassing van gerecyclede kunststoffen in de kunststofverwerkende industrie. Ook werd onderzocht wat dat betekent voor het productontwerpen. Dat gebeurde als onderdeel van het innovatieprogramma „Materialen in Ontwerp?, dat Saxion uitvoert samen met Verenigde Maakindustrie Oost, Industrial Design Centre, D 'Andrea en Evers en Syntens.
MULTIFILE
Full text via link. Artikel uit Topartikelen 2016. In Zuid-Afrika stond ik oog in oog met een prachtig meisje. Zij was net binnengebracht door de politie nadat zij meerdere malen was verkracht door haar biologische vader. De Social Worker stelde ons aan elkaar voor: “This is your baby and this will be your new mommy”. Zachtjes vroeg ik aan haar: “What’s your name?””Sino”, fluisterde ze zacht. Ik pakte Sino bij de hand en samen liepen we naar de kamer waar zij de komende maanden zou gaan slapen. Spullen had ze niet. Haar onschuld en kwetsbaarheid maakten een moedergevoel in mij los. Wij liepen samen verder richting de groep en ik stelde haar voor aan de zorgmoeder die haar zonder al te veel interesse een stoel toewees. Ik zei tegen Sino: “I’ll be your Social Worker this months. Every day we will do some things together. When you have a question or want to tell me something, you can always come to me, okay?” Ze knikte en nam verlegen plaats.
LINK
In veel Afrikaanse landen zien we een inperking van de maatschappelijke ruimte (‘civic space’). Deze ruimte is cruciaal om in democratische staten transparantie, vrijheid van meningsuiting en verantwoording van bestuur te realiseren. In een steeds sterke digitaliserende maatschappij wordt toegang tot digitale middelen een mensenrecht. Daar waar regeringen proberen hun burgers en organisaties dat recht tot digitale informatievoorziening en –uitwisselingen te ontnemen komen de Sustainable Development Goals in het gedrang. Doel African Digital Rights Network (ADRN) wil inzicht verkrijgen in de stakeholders ne technologieën die betrokken zijn net het openen of onderdrukken van de online maatschappelijke ruimte (‘civic space’). Het netwerk beoogt bij te dragen aam empowerment van burgers om hun digitale mensenrechten uit te oefenen. Resultaten ADRN heeft een vergelijkende studie van 10 Afrikaanse landen uitgevoerd naar het gebruik van digitale technologieën voor het openen of onderdrukken van de online maatschappelijke ruimte (‘civic space’). Het project heeft onder andere geleidt tot de volgende publicatie: Mapping the Supply of Surveillance Technologies to Africa: Case Studies from Nigeria, Ghana, Morocco, Malawi, and Zambia Looptijd 01 mei 2020 - 20 april 2021 Aanpak ADRN organiseert een netwerk van onderzoekers, analisten, digitale rechtenorganisaties en activisten om de dynamiek van het openen en onderdrukken van de digitale maatschappelijke ruimte in kaart te brengen. Het netwerk bouwt op een interdisciplinaire onderzoeksaanpak o.l.v. het Institute for Development Studies, een vooraanstaand onderzoeksinstituut. Relevantie van het project Het onderzoek leidt tot aanbevelingen voor o.a. beleidsmakers en maatschappelijke organisaties ter bevordering van de digitale maatschappelijke ruimte. Daarnaast worden digitale tools en trainingsmateriaal gefaciliteerd voor het monitoren van ontwikkelingen en dreigingen van de digitale maatschappelijke ruimte. CofinancieringDit onderzoek wordt gefinancierd door UKRI - GCRF Digital Innovation for Development in Africa (DIDA)Meer weten? UKRI GCRF: African Digital Rights Network Website ADRN
In veel Afrikaanse landen zien we een inperking van de maatschappelijke ruimte (‘civic space’). Deze ruimte is cruciaal om in democratische staten transparantie, vrijheid van meningsuiting en verantwoording van bestuur te realiseren. In een steeds sterke digitaliserende maatschappij wordt toegang tot digitale middelen een mensenrecht. Daar waar regeringen proberen hun burgers en organisaties dat recht tot digitale informatievoorziening en –uitwisselingen te ontnemen komen de Sustainable Development Goals in het gedrang. Doel African Digital Rights Network (ADRN) wil inzicht verkrijgen in de stakeholders ne technologieën die betrokken zijn net het openen of onderdrukken van de online maatschappelijke ruimte (‘civic space’). Het netwerk beoogt bij te dragen aam empowerment van burgers om hun digitale mensenrechten uit te oefenen. Resultaten ADRN heeft een vergelijkende studie van 10 Afrikaanse landen uitgevoerd naar het gebruik van digitale technologieën voor het openen of onderdrukken van de online maatschappelijke ruimte (‘civic space’). Looptijd 01 mei 2020 - 20 april 2021 Aanpak ADRN organiseert een netwerk van onderzoekers, analisten, digitale rechtenorganisaties en activisten om de dynamiek van het openen en onderdrukken van de digitale maatschappelijke ruimte in kaart te brengen. Het netwerk bouwt op een interdisciplinaire onderzoeksaanpak o.l.v. het Institute for Development Studies, een vooraanstaand onderzoeksinstituut. Relevantie van het project Het onderzoek leidt tot aanbevelingen voor o.a. beleidsmakers en maatschappelijke organisaties ter bevordering van de digitale maatschappelijke ruimte. Daarnaast worden digitale tools en trainingsmateriaal gefaciliteerd voor het monitoren van ontwikkelingen en dreigingen van de digitale maatschappelijke ruimte. CofinancieringDit onderzoek wordt gefinancierd door UKRI - GCRF Digital Innovation for Development in Africa (DIDA)Meer weten? UKRI GCRF: African Digital Rights Network Website ADRN
De discussie over de transitie naar een circulair modesysteem richt zich doorgaans op verduurzaming van materialen en productieprocessen. Het is echter van groot belang om de emotionele waarde en culturele betekenis van mode, consumentengedrag en dus de sociale aspecten van duurzaamheid nadrukkelijker te belichten in onderzoek naar verduurzaming van de textiel- en mode-industrie (Walker 2006; Thorpe 2007; Chapman 2009). De verwachting is dat dit doorslaggevende factoren zijn bij de acceptatie van duurzame mode door de consument, maar er is meer onderzoek nodig om hier dieper inzicht in te verkrijgen. Het Nederlandse textielbedrijf Vlisco, dat sinds 1846 stoffen ontwerpt en produceert voor de West-Afrikaanse markt, is een interessante casus in dit kader. De diepgaande verankering van het merk Vlisco in de Afrikaanse cultuur en identiteit demonstreert hoe sterk de ‘emotionele duurzaamheid’ (Chapman 2009) van mode kan zijn. In dit project zullen de reststoffen van Vlisco door middel van ontwerpend onderzoek ‘ge-upcycled’ worden tot nieuwe kwaliteitsproducten, waarbij er een vergelijking zal worden gemaakt tussen de betekenis van duurzaamheid in een Afrikaanse context en in een westerse context. De hypothese is dat de ontwikkeling van meer inzicht in en kennis over ‘emotionele duurzaamheid’ in een Afrikaanse context, aan de hand van de grote emotionele waarde van de Vlisco-stoffen voor Afrikaanse consumenten, een essentiële bijdrage levert aan de westerse discussie over duurzaamheid, en specifiek over nieuwe circulaire design strategieën. De resultaten uit dit onderzoek zullen worden vertaald naar algemeen geldende inzichten en kennis over circulaire mode, die relevant zijn voor de sector als geheel.