Dienst van SURF
© 2025 SURF
De Cyber Resilience Act, versterkt de regels voor cybersecurity van producten met digitale elementen. Deze verordening is gericht op het verbeteren van de cyberveiligheid en veerkracht in de EU door gemeenschappelijke normen vast te stellen voor producten met digitale elementen, zoals verplichte incidentrapporten en automatische beveiligingsupdates.Binnen het project Cybersecurity Noord-Nederland is deze beslisboom en het digitale stappenplan ontwikkeld door een afstudeerstudent, zodat het voor organisaties makkelijker te bepalen is of zij moeten voldoen aan de Cyber Resillience Act.Disclaimer:De afstudeeropdracht wordt uitgevoerd door een vierdejaarsstudent in het kader van zijn/haar afstuderen bij het Instituut voor Rechtenstudies. De student levert een juridisch beroepsproduct op en doet daartoe onderzoek. De student wordt tijdens de uitvoering van zijn/haar afstudeeropdracht begeleid door een afstudeercoach. De inspanningen van de student en de afstudeercoach zijn erop gericht om een zo goed mogelijk beroepsproduct op te leveren. Dit moet opgevat worden als een product van een (vierdejaars)student en niet van een juridische professional. Mocht ondanks de geleverde inspanningen de informatie of de inhoud van het beroepsproduct onvolledig en/of onjuist zijn, dan kunnen de Hanzehogeschool Groningen, het Instituut voor Rechtenstudies, individuele medewerkers en de student daarvoor geen aansprakelijkheid aanvaarden.
Drie onderzoekers (twee kunstlectoren en een hoogleraar) werden uitgenodigd een reflectie te bieden op de tentoonstelling Dwell, act, transform van het lectoraat Image in Context van Academie Minerva. Peter Sonderen (ArtEZ) brengt de noodzaak van het present zijn van het onderzoekproces als overdrachtsvorm onder de aandacht. Sara Strandvad (RUG) ziet in de tentoonstelling vooral een mogelijkheid om het beeldende van het artistieke onderzoek naar de voorgrond te halen. Ruth Benschop (Hogeschool Zuyd) vraagt zich af hoe een tentoonstelling van artistiek onderzoek een andere toeschouwer kan produceren dan een tentoonstelling van kunst.De reflecties maken duidelijk dat de transformatie van kunsttentoonstelling naar kunstonderzoek-tentoonstelling ingewikkeld is. Deels omdat de tentoonstelling van de bezoeker onmiddellijk een reeds gecodeerde reactie oproept die in de praktijk van het kijken zelf gedeconstrueerd zal moeten worden. Deels omdat we nieuwe concepten nodig hebben om tot nieuwe tentoonstellingspraktijken te komen, waarbij een heroriënteren op de diversiteit van bestaande tentoonstellingspraktijken noodzakelijk zal zijn. En deels omdat we nog niet genoeg weten hoe we via beelden processen kunnen communiceren zonder aanvullende tekstuele uitleg.De belangrijkste vraag voor ons als curatoren van de tentoonstelling is daarbij de vraag naar de relatie tussen de onderzoeker en zijn publiek. Hoe kan een tentoonstelling zelf een middel worden waarmee de onderzoeker in gesprek komt met zijn omgeving? En welke complementaire performatieve overdrachtsvormen kunnen daarbij behulpzaam zijn?
Het is aangetoond dat mensen die een depressie hebben (gehad) baat hebben bij gedragsactivatie. Studenten en docenten van de Hogeschool van Amsterdam (HVA) werkten daarom de afgelopen jaren aan eenzelfmanagementapplicatie voor mensen met een depressie, in samenwerking met hulpverleners en patiënten van de afdeling stemmingsstoornissen van het Academisch Medisch Centrum (AMC) van de Universiteit van Amsterdam. De app I-ACT spoort cliënten aan tot het ondernemen van dagelijkse, voor de cliënt betekenisvolle, activiteiten. Hij is geschikt voor een iPhone of iPad en gratis te downloaden in de App Store. Men werkt nu aan een Androïd-versie dienaar verwachting in juni 2017 verschijnt. Hoe werkt de app en wat vinden ergotherapeuten ervan?
MUSE supports the CIVITAS Community to increase its impact on urban mobility policy making and advance it to a higher level of knowledge, exchange, and sustainability.As the current Coordination and Support Action for the CIVITAS Initiative, MUSE primarily engages in support activities to boost the impact of CIVITAS Community activities on sustainable urban mobility policy. Its main objectives are to:- Act as a destination for knowledge developed by the CIVITAS Community over the past twenty years.- Expand and strengthen relationships between cities and stakeholders at all levels.- Support the enrichment of the wider urban mobility community by providing learning opportunities.Through these goals, the CIVITAS Initiative strives to support the mobility and transport goals of the European Commission, and in turn those in the European Green Deal.Breda University of Applied Sciences is the task leader of Task 7.3: Exploitation of the Mobility Educational Network and Task 7.4: Mobility Powered by Youth Facilitation.
In tijden van toenemende culturele diversiteit en arbeidsonzekerheid hebben jongeren in Nederlandse en Duitse stadswijken grote behoefte aan richting met betrekking tot hun toekomstige leven. Ouders en leraren lijken zelf vaak te worden overweldigd door de snel veranderende wereld waarin ze leven. Naast deze veranderingen neemt het gebruik van sociale media sterk toe, waardoor de al bestaande generatiekloof nog groter wordt. Deze ontwikkelingen hebben grote gevolgen voor de levensloopperspectieven van jongeren en leiden er vaak toe dat ze meer dan ooit richting zoeken bij hun leeftijdgenoten. In plaats van dit te zien als een problematische situatie, is dit project erop gericht de netwerken van jongeren te gebruiken als bron voor verbetering van de stadswijken. Het basisidee is jonge adolescenten (in de leeftijd van 12-14 jaar) te empoweren via bepaalde leeftijdgenoten die al gerespecteerd, verantwoordelijk en stabiel in het leven staan. Deze ‘homies’ (vier Nederlandse en vier Duitse jongeren) worden getraind en begeleid door experts op het gebied van oplossingsgericht denken en inspirerende communicatie. Daarna gaan de homies aan de slag in hun eigen wijk, waar ze drie maanden actief zullen zijn. De meeste communicatie met hun leeftijdgenoten zal verlopen via mobiele communicatie en sociale medianetwerken. In het begeleidende onderzoek wordt een analyse gemaakt van de leefsituatie van jongeren in de geselecteerde wijken voor en na de tussenkomst van de homies. De homies houden zelf een (mobiel) dagboek bij dat inzicht zal bieden in hoe zij zelf de veranderingen bij de jongeren in hun wijk zien.