Poor work-life balance (WLB) has been linked to negative outcomes such as increased stress, anxiety, depression, and a perceived reduction in the overall quality of life. At an institutional level, these may include lowered employee commitment and decreased productivity at work. The advent of COVID-19 has necessitated fundamental alterations to work experience and the ways in which WLB may be perceived. This phenomenological study employed qualitative, in-depth interviews to explore higher education academics’ lived experiences of remote working and how they perceived this had impacted their well-being (WB) and WLB. Using purposive samplings, respondents were drawn from HE sectors in the Netherlands, and the UK. The findings offered an understanding of how remote and hybrid teaching delivery during the pandemic affected academics’ actual experiences of WB and WLB. These findings serve to enhance policymakers’ understandings of significant occupational health and WB issues within a post-pandemic education service paradigm.
Poor work-life balance (WLB) has been linked to negative outcomes such as increased stress, anxiety, depression, and a perceived reduction in the overall quality of life. At an institutional level, these may include lowered employee commitment and decreased productivity at work. The advent of COVID-19 has necessitated fundamental alterations to work experience and the ways in which WLB may be perceived. This phenomenological study employed qualitative, in-depth interviews to explore higher education academics’ lived experiences of remote working and how they perceived this had impacted their well-being (WB) and WLB. Using purposive samplings, respondents were drawn from HE sectors in the Netherlands, and the UK. The findings offered an understanding of how remote and hybrid teaching delivery during the pandemic affected academics’ actual experiences of WB and WLB. These findings serve to enhance policymakers’ understandings of significant occupational health and WB issues within a post-pandemic education service paradigm.
Voorjaar 2014 werd van de pabostudenten van de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) een aantal studentkenmerken in kaart gebracht. Zowel tussen studenten met verschillende vooropleidingen als tussen mannen en vrouwen konden opvallende verschillen worden vastgesteld. Ook werd gezocht naar samenhangen tussen de verschillende kenmerken. Op basis van de resultaten konden twee oriëntaties worden onderscheiden: ‘experimenters’, met een grotere interesse voor wereldoriëntatie, een sterkere extrinsieke motivatie en meer ambitie voor de rol van leerkracht voor de klas en ‘academics’, met een sterkere intrinsieke motivatie, meer ambitie voor ontwikkelen en onderzoeken, en hogere resultaten voor de kennisbasistoetsen van rekenen en taal. Als het gaat om implicaties voor de opleidingsdidactiek wordt niet zo zeer 'tegemoet komen aan denkstijlen' bepleit, als wel een grotere bewustwording bij studenten van het feit dat bepaalde eindtermen een beroep doen op bepaalde manieren van denken, die kunnen afwijken van hun voorkeursmanier.
Het MADS-project brengt zeven universiteiten uit Europa en het Verenigd Koninkrijk samen met als doel een nieuw internationaal gezamenlijk masterprogramma Applied Deaf Studies (MADS) op te zetten. Het project wordt geleid door de Hogeschool Utrecht. Volkshogeschool Castberggård in Denemarken is betrokken als niet-academische partner. Het project wordt gefinancierd door de Erasmus Mundus Design Measure, die valt onder het Erasmus+ programma. Alle betrokken academici in het project zijn doof, waardoor het het grootste door doven geleide academische consortium ooit is.Doel MADS heeft tot doel drie belangrijke lacunes op het gebied van Deaf Studies aan te pakken: Gebrek aan beschikbare onderwijsmogelijkheden op Master niveau: ondanks significante vooruitgang op het gebied van Deaf Studies de afgelopen jaren, is er een gebrek aan overeenkomstige groei in onderwijsprogramma’s. Momenteel is er geen masterprogramma Deaf Studies in het Verenigd Koninkrijk en Europa. Gebrek aan verbinding tussen onderzoek en praktijk: onderzoeksresultaten in Deaf Studies moeten worden toegepast op praktische gebieden zoals belangenbehartiging, onderwijs, onderzoek en dienstverlening. Daarom is het de bedoeling dat MADS een programma wordt in Applied Deaf Studies, om studenten uit te rusten met vaardigheden voor de professionele praktijk, zodat onderzoeksresultaten bijdragen aan oplossingen in de echte wereld. Gebrek aan toegang voor dove studenten tot programma's Deaf Studies: hoewel het programma open zal staan voor alle studenten, streeft MADS specifiek naar werving van dove studenten wereldwijd. Dove studenten hebben traditioneel meer barrières en minder kansen gehad om hoger onderwijs te volgen, met name in programma's Deaf Studies. In april 2023 organiseerde het MADS consortium een workshop samen met de Frontrunners studenten en leerkrachten aan Castberggård in Denemarken. Daar werd onder meer curriculumontwikkeling besproken, en de structuur en opzet van een mogelijke Master. In 2023 zullen er ook nog presentaties en workshops zijn op het Wereld Congres van de Werelddovenfederatie in Jeju, Zuid-Korea, en op de International Deaf Academics and Researchers conference in Wenen, Oostenrijk. Van 11-15 december organiseren we een Applied Deaf Studies Taster Week in Ål, Noorwegen. Meer informatie volgt. Resultaten Aan het einde van het project is het doel: Zijn de universiteiten geïdentificeerd die MADS gaan aanbieden. Is een nieuw, innovatief geïntegreerd transnationaal studieprogramma ontwikkeld. Zijn er een gezamenlijk accreditatiesysteem en gezamenlijke procedures voor studentenaanmelding en toelating opgezet. Looptijd 01 november 2022 - 31 januari 2024 Aanpak Het huidige MADS-project voert een behoefteanalyse uit onder potentiële studenten en organisaties in het werkveld, met als doel curriculumontwikkeling. Impact voor het onderwijs Dit project dicht de kloof tussen Deaf Studies onderzoek, dat exponentieel gegroeid is de laatste 10 jaar, en toepassingen van dit onderzoek in de beroepspraktijk, en het onderwijs. We willen bereiken dat nieuw onderzoek in Deaf Studies de vertaalslag maakt naar het onderwijs, en naar de beroepspraktijk. Cofinanciering Het onderzoek wordt medegefinancierd door Erasmus Mundus Design Measure (Erasmus +). Downloads en links
Het MADS-project brengt zeven universiteiten uit Europa en het Verenigd Koninkrijk samen met als doel een nieuw internationaal gezamenlijk masterprogramma Applied Deaf Studies (MADS) op te zetten. Het project wordt geleid door de Hogeschool Utrecht. Volkshogeschool Castberggård in Denemarken is betrokken als niet-academische partner. Het project wordt gefinancierd door de Erasmus Mundus Design Measure, die valt onder het Erasmus+ programma. Alle betrokken academici in het project zijn doof, waardoor het het grootste door doven geleide academische consortium ooit is.Doel MADS heeft tot doel drie belangrijke lacunes op het gebied van Deaf Studies aan te pakken: Gebrek aan beschikbare onderwijsmogelijkheden op Master niveau: ondanks significante vooruitgang op het gebied van Deaf Studies de afgelopen jaren, is er een gebrek aan overeenkomstige groei in onderwijsprogramma’s. Momenteel is er geen masterprogramma Deaf Studies in het Verenigd Koninkrijk en Europa. Gebrek aan verbinding tussen onderzoek en praktijk: onderzoeksresultaten in Deaf Studies moeten worden toegepast op praktische gebieden zoals belangenbehartiging, onderwijs, onderzoek en dienstverlening. Daarom is het de bedoeling dat MADS een programma wordt in Applied Deaf Studies, om studenten uit te rusten met vaardigheden voor de professionele praktijk, zodat onderzoeksresultaten bijdragen aan oplossingen in de echte wereld. Gebrek aan toegang voor dove studenten tot programma's Deaf Studies: hoewel het programma open zal staan voor alle studenten, streeft MADS specifiek naar werving van dove studenten wereldwijd. Dove studenten hebben traditioneel meer barrières en minder kansen gehad om hoger onderwijs te volgen, met name in programma's Deaf Studies. In april 2023 organiseerde het MADS consortium een workshop samen met de Frontrunners studenten en leerkrachten aan Castberggård in Denemarken. Daar werd onder meer curriculumontwikkeling besproken, en de structuur en opzet van een mogelijke Master. In 2023 zullen er ook nog presentaties en workshops zijn op het Wereld Congres van de Werelddovenfederatie in Jeju, Zuid-Korea, en op de International Deaf Academics and Researchers conference in Wenen, Oostenrijk. Van 11-15 december organiseren we een Applied Deaf Studies Taster Week in Ål, Noorwegen. Meer informatie volgt. Resultaten Aan het einde van het project is het doel: Zijn de universiteiten geïdentificeerd die MADS gaan aanbieden. Is een nieuw, innovatief geïntegreerd transnationaal studieprogramma ontwikkeld. Zijn er een gezamenlijk accreditatiesysteem en gezamenlijke procedures voor studentenaanmelding en toelating opgezet. Looptijd 01 november 2022 - 31 januari 2024 Aanpak Het huidige MADS-project voert een behoefteanalyse uit onder potentiële studenten en organisaties in het werkveld, met als doel curriculumontwikkeling. Impact voor het onderwijs Dit project dicht de kloof tussen Deaf Studies onderzoek, dat exponentieel gegroeid is de laatste 10 jaar, en toepassingen van dit onderzoek in de beroepspraktijk, en het onderwijs. We willen bereiken dat nieuw onderzoek in Deaf Studies de vertaalslag maakt naar het onderwijs, en naar de beroepspraktijk. Cofinanciering Het onderzoek wordt medegefinancierd door Erasmus Mundus Design Measure (Erasmus +).
The increasing concentration of people in urban environments in an era of globalisation means that social, economic, and environmental resources for living and working are under pressure. Urban communities experience increased stress levels due to inadequate and overburdened infrastructure and services, challenges due to ethnic and cultural diversity, socio-economic inequalities as well as the impact of environmental degradation. For these communities to build resilience under these circumstances therefore requires a multipronged approach. The underlying question this project will answer is: “What are the key characteristics of experiencescapes that contribute to resilience-building in communities?” The project will dive into the identification of building blocks of experiencescapes and roles of relevant actors that can support communities in building resilience. Within the context of a multidisciplinary approach, this project applies a range of qualitative research methods, such as in-depth interviews, focus groups, participant observation, storytelling techniques, life stories, as well as various biometric quantitative methods, available through the experience lab of BUas. The outcome of the project will enable practitioners and researchers alike in various sectors to understand what and how they can contribute to creating an environment in which people can meaningfully interact in a way that builds resilience in communities. This outcome is communicated not only through academic publications and conference contributions, but also through public reports and a handbook for practitioners and students. These reports and handbooks support identification and application of building blocks of experiencescapes that support building resilience in communities. Finally, the knowledge generated in the project will contribute to the development of curricula of various educational programmes at Breda University of Applied Sciences by expanding the scope of experience design into the area of people-to-people relationships.