Dienst van SURF
© 2025 SURF
Bendevorming en wetenschappelijk onderzoek… een combinatie die u misschien niet zag aankomen. Heel wat onderzoekers en mensen met ervaringskennis engageren zich in toenemende mate in diverse vormen van inclusief onderzoek. Ook dit artikel is geschreven vanuit een persoonlijke, indringende en leerrijke ervaring en zoomt in op inzichten uit deze bendevorming. De afgelopen jaren heb ik mogen meewerken in diverse inclusieve onderzoeksprojecten. Tijdens het door ZonMW gehonoreerde project ‘Samen werken, samen leren’ of kortweg SWSL (2016-2020) kreeg ik de kans om met diverse mensen samen te werken: academici (met wetenschappelijke kennis), professionals (met professionele kennis) en mensen met ervaringskennis. Met inclusief onderzoek wordt bedoeld dat de mensen over wie het onderzoek gaat – de mensen met ervaringskennis in de kern van het onderzoeksteam meewerken, in alle fasen van het onderzoek. Melanie Nind maakt een onderscheid in drie typen inclusief onderzoek. Het eerste type is participatief onderzoek, waarin mensen met ervaringskennis betrokken zijn bij de uitvoering van het onderzoekswerk, in plaats van alleen maar gegevens daarvoor aan te leveren. In het tweede type, emancipatorisch onderzoek, nemen de ervaringsdeskundigen niet alleen deel, maar hebben zij ook de controle ‘over het bereiken van hun emancipatie’. In het derde type, participatief actieonderzoek, ligt de nadruk op het proces, op het zien van mensen als change agents.
Het belang van innovatie voor economische groei en het scheppen van werkgelegenheid in het MKB wordt erkend door zowel academici als politici. Er worden daarom programma’s ontwikkeld om innovatie te stimuleren. Met deze maatregelen ontstaat de vraag te bepalen of deze initiatieven succesvol zijn en zo ja, in welke mate. In de literatuur hebben we geen indicator gevonden die ons in staat stelt de mate van innovativiteit van MKB bedrijven te bepalen voor een dergelijke interventie en daarna. De hoofdvraag van ons onderzoek was dan ook: hoe kunnen we het effect van een interventie voor het bevorderen van de innovatiekracht van MKB-bedrijven meten? Kijkend naar de definities van innovatie zoals die zijn verzameld door King & Anderson (2002) hebben we vastgesteld dat een bedrijf innovatief genoemd mag worden als het met opzeten succesvol nieuwe ideeën implementeert. Succesvol wil in dit verband zeggen: het draagt bij aan de winst en dus aan de continuïteit van het desbetreffende MKB-bedrijf. Door de verschillende (bewuste) innovaties te identificeren samen met de ondernemer en te berekenen wat de winstgevendheid is geweest van de innovaties, kunnen we de ’innovatiewinst’ van de ondernemer berekenen. Dit bedrag delen door de omzet creëert een indicator waarmee de innovativiteit van de organisatie door de tijd gemeten kan worden. Wij stellen daarom de volgende definitie van innovatiekracht voor: KIKR = [ [Winst Innovatie1+Winst Innovatie2+ ... +Winst Innovatie5] / Omzet] x 100. De ratio kan alleen met voldoende betrouwbaarheid bepaald worden door een gestructureerd interview met de directeur/ eigenaar van de het bedrijf door een gekwalificeerde gesprekspartner. De auteurs realiseren zich dat dit gesprek op zichzelf misschien een interventie is, omdat de ervaring leert dat het innovatiebewustzijn van de ondernemer er door toeneemt. Om te bepalen of dit daadwerkelijk zo is, en om te testen of de KIKR inderdaad als bruikbare maat voor innovatiekracht kan worden gebruikt is vervolgonderzoek noodzakelijk. Desalniettemin zijn de auteurs van mening dat met de KIKR de innovatiekracht van bedrijven door de tijd heen gemeten kan worden en daarmee een bruikbaar instrument is om het effect te bepalen van interventies die innovatiekracht moeten vergroten. The importance of innovation as an engine for economic growth and the creation of employment opportunities is acknowledged by both academia and politicians. This makes the need for good innovation measures crucial. In the third edition of the Oslo Manual (2005), a need for proper indicators to capture the changes in the nature and landscape of innovation is voiced. According to the manual, a considerable body of models and analytical frameworks for innovation were developed in the 1980s and 1990s. Over time, the scope of what is considered as innovation has been widened and expanded to include marketing and organizational innovation. In this paper, we focus on innovative performance as a measure of success. This is part of ongoing research in the Netherlands in The Hague region. This research is framed within an approach based on action research. We have worked with 45 SMEs in four sectors. This has formed the basis for the conceptual development of innovative performance as a new metric for the measurement of a successful innovation. In this paper, we review our findings thus far and explore the validity of innovative performance as an appropriate indicator for measuring innovation within SMEs.
Onze straten zijn in transitie: Verdichting door de bouw van 1 miljoen nieuwe woningen in de bestaande stad; de versnippering van nieuwe vormen van (deel)mobiliteit; vergroening; installaties en objecten voor energietransitie; de introductie van biobased en circulaire materialen; de verschraling van het winkelaanbod; de introductie van heel nieuwe typen woonmilieus. Allemaal werkt door in de straatruimte; de gedeelde publieke ruimte tussen de gebouwen die cruciaal is voor de leefkwaliteit en well-being van inwoners. Het maken van de straatruimte vindt gefragmenteerd en geleidelijk plaats. Met de bouw van 1 miljoen nieuwe woningen de komende tien jaar is de impact echter nauwelijks te overschatten. Gemeentelijke overheden bepalen de kaders en stellen de regels, maar de daadwerkelijke keuzes en uitwerkingen worden door ontwerpbureaus gemaakt. Deze MKB-ers twijfelen of de gangbare opwerpoplossingen inderdaad de well-being versterken. Zij hebben urgente behoefte aan meer evidence based kennis hierover, vernieuwde ontwerpoplossingen en kennisdeling. Met deze mkb-vraag gaat dit onderzoek aan de slag. Dit onderzoeksvoorstel richt zich op de straatruimte op ooghoogte, de nieuwe verdichtingslocaties, drie gebruikersgroepen (bewoners, passanten, bezoekers) en de impact op well-being van de huidige ontwerpoplossingen, mede in relatie tot nieuwe vereisten vanuit personenmobiliteit en vergroening. Hiertoe hebben we een consortium samengesteld van architectuur, stedenbouw, landschapsarchitectuurbureaus, brancheorganisaties en een reflectiegroep van ruimtelijk opdrachtgevers en interdisciplinaire internationale academici. We bouwen voort op ons exploratieve onderzoek Sensing Streetscapes en de daarin geteste nieuwe technologieën (artificial intelligence en eye-tracking-technologie uit de neurologie) en zetten die in om de impact van ontwerpoplossingen op de well-being van gebruikers van de straatruimte te meten – en tussentijdse resultaten in te zetten om een cultuur van reflectie en innovatie in de praktijk van de ruimtelijke ordening aan te jagen.
De theatervoorstelling Gevaarlijke Namen - Srebrenica 25 jaar roept veel emoties bij bezoekers op, zoals schaamte en boosheid over de Nederlandse rol in dezen. De bezoekers hebben behoefte om ‘iets te doen’, maar ze zijn handelingsverlegen. Dit onderzoek richt zich op het vervolg en handelingsalternatieven gekoppeld aan de voorstelling.Doel Het doel van dit onderzoek is het versterken en verbinden van de community van betrokkenen bij Srebrenica. Via dialoog en kennisontwikkeling over genocide wordt naar een passende vorm van doorwerking gezocht. Daarmee dragen we bij aan het verminderen van polarisatie en bevorderen van democratisering in de samenleving. Resultaten Ontwerpen van ‘tools’ ter bevordering van bewustwording over de mechanismen van genocide. Mogelijke vormen van resultaten: educatief materiaal en een tentoonstelling. Looptijd 25 oktober 2022 - 31 december 2024 Aanpak Een participatief actieonderzoek en Arts based Research met een expertgroep, bestaande uit leraren, leerlingen, veteranen, ervaringsdeskundigen, academici, politici en activisten. Impact voor het onderwijs Hoewel Srebrenica opgenomen is in de canon van de Nederlandse geschiedenis, worstelen veel sociale professionals, leraren en docenten met de vraag hoe zij Srebrenica een plek kunnen geven in het onderwijs. De voorstelling en thematiek krijgt bovendien relevantie door de actuele gebeurtenissen in Oekraïne. Ook in deze contexten komen vragen op als kijken we toe, grijpen we in en wat kan ik doen als burger? Cofinanciering Het onderzoek wordt medegefinancierd door Vfonds. Media Een stuk over de genocide in de Bosnische enclave Srebrenica. Met een unieke opzet: zij aan zij op het podium staan een ex-militair die aan de vredesmissie mee deed en een overlevende van de genocide.
De theatervoorstelling Gevaarlijke Namen - Srebrenica 25 jaar roept veel emoties bij bezoekers op, zoals schaamte en boosheid over de Nederlandse rol in dezen. De bezoekers hebben behoefte om ‘iets te doen’, maar ze zijn handelingsverlegen. Dit onderzoek richt zich op het vervolg en handelingsalternatieven gekoppeld aan de voorstelling.Doel Het doel van dit onderzoek is het versterken en verbinden van de community van betrokkenen bij Srebrenica. Via dialoog en kennisontwikkeling over genocide wordt naar een passende vorm van doorwerking gezocht. Daarmee dragen we bij aan het verminderen van polarisatie en bevorderen van democratisering in de samenleving. Resultaten Ontwerpen van ‘tools’ ter bevordering van bewustwording over de mechanismen van genocide. Mogelijke vormen van resultaten: educatief materiaal en een tentoonstelling. Looptijd 25 oktober 2022 - 31 december 2024 Aanpak Een participatief actieonderzoek en Arts based Research met een expertgroep, bestaande uit leraren, leerlingen, veteranen, ervaringsdeskundigen, academici, politici en activisten. Impact voor het onderwijs Hoewel Srebrenica opgenomen is in de canon van de Nederlandse geschiedenis, worstelen veel sociale professionals, leraren en docenten met de vraag hoe zij Srebrenica een plek kunnen geven in het onderwijs. De voorstelling en thematiek krijgt bovendien relevantie door de actuele gebeurtenissen in Oekraïne. Ook in deze contexten komen vragen op als kijken we toe, grijpen we in en wat kan ik doen als burger? Cofinanciering Het onderzoek wordt medegefinancierd door Vfonds. Media Een stuk over de genocide in de Bosnische enclave Srebrenica. Met een unieke opzet: zij aan zij op het podium staan een ex-militair die aan de vredesmissie mee deed en een overlevende van de genocide.