Dienst van SURF
© 2025 SURF
Marloeke van der Vlugt creates sculptural and spatial installations that invite an audience to interact with bodies, organisms, objects and materials in a non-hierarchical manner. Her aim is to raise awareness of our reciprocal nature of being in the world.
De EnergyBarn is een lokaal duurzaam multidisciplinair project tussen educatie, overheid en het bedrijfsleven. De EnergyBarn is bedoeld als publiekspunt waar ontwikkelingen kunnen worden getoond aan de maatschappij. De burger kan deze ontwikkelingen ontmoeten en aanraken. De Energy Barn wordt in opdracht van EnTranCe gebouwd met bijdragen van de partners.
Het onderzoek is in mei 2005 van start gegaan met ongeveer dertig studenten. Ze hebben verschillende facetten, die met het begrip Pedagogische Sensitiviteit te maken hebben, in kaart gebracht. Het is de uitdaging om dit moeilijk te vangen begrip toch uit te lichten en daarmee een taal te ontwikkelen om met elkaar uit te wisselen. Onder andere door middel van mind mapping en verzamelen van materiaal, dat volgens de studenten met Pedagogische Sensitiviteit te maken heeft, is de groep tot een eerste begripsbepaling gekomen. Pedagogische Sensitiviteit wordt omschreven als: ongrijpbaar, relationeel, waardegeladen en persoonsgebonden. Ontvankelijkheid, gestemdheid en gerichtheid worden eveneens aan het begrip gekoppeld. Na de eerste verkennende fase is de groep opgesplitst in drie kleinere onderzoeksgroepen. Twee van deze groepen blijven zich richten op het verschijnsel Pedagogische Sensitiviteit in zijn totaal in relatie tot de te hanteren onderzoeksmethodologie. De ene groep werkt vooral met verhalen (narratieve analyse) en de tweede groep werkt meer beeldend en hanteert onder andere een visueel-antropologische analysemethode. De derde groep onderzoekt de betekenis van aanraken vanuit een fenomenologisch perspectief.
De coronacrisis heeft aanleiding gegeven tot het project ‘Sociaal Aanraken Op Afstand’. Ingrijpende maatregelen van de overheid zijn afstand houden tot elkaar (de ‘anderhalve meter maatschappij’) en het zoveel mogelijk vermijden van lichamelijk contact. In verpleeghuizen, thuiszorg, ziekenhuizen instellingen voor mensen met een verstandelijke beperking zijn zorgverleners met schrijnende situaties geconfronteerd: cliënten mochten niet meer bezocht of aangeraakt worden, in de palliatieve fase moest op afstand afscheid genomen worden en zijn er mensen alleen gestorven zonder de nabijheid van hun naasten. Professionals staan voor het vraagstuk hoe de fysieke anderhalve meter-afstand te overbruggen wanneer sociale aanraking niet of verminderd mogelijk is? Dit heeft geleid tot de vraagstelling: ‘Met welke effectieve en toegankelijke toepassingen of interventies, al dan niet ondersteund met technologie, kan sociaal aanraken voor mensen met een palliatieve zorgbehoefte 1) mogelijk blijven, met inachtneming van veiligheidsvoorschriften; 2) op afstand gesimuleerd worden en/of 3) vervangen worden?’ In een samenwerkingsverband is expertise gebundeld op het gebied van zorg, sociale aanraking, technologie en ethiek. Het project is geïnitieerd vanuit de Saxion Academie Gezondheidszorg, lectoraat Verpleegkunde, en de zorgorganisaties Zorgaccent en Gelre Ziekenhuizen, waarbij verbinding is gezocht met relevante lectoraten binnen de hogeschool (Industrial Design, Ambient Intelligence, Sustainable & Functional Textiles, Technology Health & Care en Ethiek & Technologie) en een MKB-onderneming. De complexiteit van het vraagstuk maakt dat bestaande opties zorgvuldig gewogen of aangepast moeten worden, of dat er multidisciplinair gericht nieuwe oplossingsrichtingen ontwikkeld moeten worden. Deze KIEM-aanvraag levert hiertoe een aanzet, op basis waarvan een meer gerichte vervolgaanvraag kan worden geschreven. De innovatievraag blijft actueel, ook na de COVID-19 pandemie, indien zorgvragers om andere redenen geïsoleerd verzorgd dienen te worden, bijvoorbeeld door besmetting met de MRSA-bacterie of andere infectieziekten.
Kunstenaar en HKU-docent Marloeke van der Vlugt onderzoekt het belang van de tastzin. Haar promotieonderzoek naar tactiliteit in en door kunst is onderdeel van een pilot van de HKU met de Universiteit van Humanistiek. In een tijd waarin aanraken wordt geassocieerd met risico en taboe, zoekt zij juist naar manieren om tactiele sensaties te activeren. De tastzin is een van de belangrijkste zintuigen waarmee we geboren worden. Maar terwijl we als baby nog alles vastpakken en in ons mond steken, wordt ons dat razendsnel afgeleerd. ‘Niet aankomen’ is een veel gehoord zinnetje uit onze jongste jaren. In de kunst is dat tot in het uiterste doorgevoerd. Daarin wordt de esthetische afstand gepromoot, en hebben kijken en luisteren een veel prominentere rol gekregen. In musea ligt alles keurig in een glazen kastje en bij voorstellingen zit het publiek op gepaste afstand van de performers. En dat terwijl er bijna geen directere ervaring met zoveel impact is als aanraking. Van der Vlugt is uit op resensibilisatie, niet alleen voor haar publiek, maar ook voor zichzelf als maker: “Hoe raak ik deze wereld aan en hoe raakt de wereld mij aan?” The Aesthetics of Touch is een ‘artistic research PhD’: een pilot waarin HKU met de Universiteit van Humanistiek samenwerkt om promotieonderzoeken mogelijk te maken. Voor dit onderzoek naar tactiliteit in en door kunst ontvangt Van der Vlugt een NWO Promotiebeurs voor Leraren, die haar gedeeltelijk vrijwaart van haar vaste onderwijstaken. “Het vernieuwende aan artistiek onderzoek is dat je onderzoekt door dingen te maken en te delen,” zegt Van der Vlugt. Dat begint bij haar eigen kunstenaarspraktijk, waarin ze op zoek gaat naar een tactiel creatieproces met sculpturale, onvoorspelbare materialen en technieken. De artefacten die daaruit komen, zoals de polyurethaan bolletjes met hun mysterieuze inhoud van natuurlijk gekleurd gips, deelt zij vervolgens met het publiek in interactieve performances. Wil je meer weten over The Aesthetics of Touch? Neem dan contact op met Marloeke van der Vlugt via marloeke.vandervlugt@hku.nl
Kun je data aanraken? Hoe lang moet een trein zijn om een miljoen YouTube abonnees tegelijk te laten reizen? Samen met de basisschoolleerlingen van St. Janschool gaan de Hogeschool van Amsterdam (HvA) en de Waag Society op zoek naar leuke en interessante data fysicalisaties. Dat zijn tastbare weergaves van big data, die je echt kan bekijken en aanraken in plaats van op een scherm of in een boek. De huidige maatschappij wordt gekenmerkt door een groeiend aantal technologische mogelijkheden, waarmee data op exponentiele schaal verzameld en gebruikt kunnen worden. Deze groeiende beschikking over ‘big’ data en andere technologische toepassingen leidt niet per se en direct tot meer inzicht en vaardigheden. Datasystemen zijn immers vaak complex en verborgen. Wel bieden nieuwe technologische ontwikkelingen, zoals computergestuurde machines (digitale fabricage) de mogelijkheid om data en digitale objecten zichtbaarder en tastbaarder te maken. Vanuit het onderwijs is de vraag naar handvatten die leerlingen in staat stellen deze ontwikkelingen te omarmen en mede vorm te geven, met name om datageletterdheid en 21st century skills te vergroten. Het project “Zichtbaar slimmer” heeft als doel om praktijkgericht onderzoek te doen naar de potentie van datafysicalisatie –het tastbaar maken van data– als middel om datageletterdheid en de 21st century skills communiceren, kritisch denken en creativiteit te stimuleren. Datafysicalisatie gaat een stap verder dan datavisualisatie omdat het gaat om het creëren en vormgeven van tastbare representaties van data, zoals numerieke gegevens en het weergeven van potentiële patronen, ten behoeve van nieuw inzicht en kennis. Het doel is de potentiële waarde van datafysicalisatie in het onderwijs te onderzoeken. De betrokkenen van de HvA, St Janschool en Waag Society hebben samen de wens uitgesproken om via een aantal workshops te exploreren op welke manier de creatie van tastbare data fysicalisaties kan bijdragen aan genoemde 21st century skills.